Op het podium staat vooraan in het midden een goudgekleurde waterfles. De belichting geeft de plastic fles een zweem van rijkdom. Een vrouw komt op, blijft stilstaan bij de fles, kijkt een tijd naar het publiek. Dan neemt ze de fles en drinkt gretig. (meer…)
Wat is de reanimatie van het wat sleetse circusgenre in Nederland fantastisch gelukt. Tien jaar geleden had je je niet kunnen voorstellen dat er nu zoveel circusvoorstellingen zijn te zien, in tenten en theaters, op feesten en op festivals. Dat is goed nieuws voor het Nederlandse talent, opgeleid in Tilburg of Rotterdam. Circolo is een van die festivals. Het biedt in tien Tilburgse oktoberdagen zo’n dertig reguliere voorstelling en dan nog een uitgebreid randprogramma. De acts komen uit heel West-Europa, van Spanje tot Zweden.
In het circus van nu is de langste, de hoogste, de meeste, de verste en de moeilijkste ingeruild voor sfeer en verhaal. Kunsten werden theater. Alexander Vantournhout, die opereert vanuit Roeselare, is opgeleid in moderne dans én in circus, en leest kennelijk ook nog. Hij kwam hoe dan ook terecht bij de Russische absurdekorteverhalenschrijver Daniil Kharms (of Charms, zoals wij hem kennen), die dient als een prettig gestoorde inspiratiebron voor Red Haired Men. Met Charms (1905-1942) heb je meteen nogal een sfeer te pakken.
‘Er was eens een roodharige man die geen ogen en geen oren had.
Hij had ook geen haren, zodat men hem maar bij wijze van spreken roodharig noemde.
Spreken kon hij niet, want hij had geen mond. Een neus had hij ook niet.
Hij had zelfs geen armen en benen. En een buik had hij niet, een rug had hij niet, een ruggengraat had hij niet, hij had helemaal geen ingewanden. Niets had hij! Zodat het onduidelijk is over wie het gaat.
Laten we het liever niet meer over hem hebben.’
Ruben Mardulier en Winston Reynolds, die tweelingbroers lijken te zijn, vertellen (in het Engels) over die onbestaande man. Het verhaal heet Het blauwe schrift nr. 10 en komt uit de cyclus Voorvallen. Terwijl ze dat doen staat Axel Guérin met inderdaad rossig haar op een bijna manshoog blok. Na het verhaal begint hij steeds harder te huppen, tot hij in het blok verdwijnt. De andere decorelementen zijn een tafel en twee stoelen. Red Haired Men is een zeer exporteerbare voorstelling, ook al omdat de verhaaltjes in het Engels klinken.
Red Haired Men bestaat globaal uit vijf delen: de voorgedragen verhaaltjes met wonderlijke mime-illustraties, de vele en onverwachte manieren waarop de drie andere mannen (bedenker Alexander Vantournhout doet ook mee) op Guérin kunnen staan, een ballet van de rompen en lichaamsdelen van de vier mannen dicht achter elkaar, acrobatische choreografieën door de ruimte, waarbij de afspraak is dat de artiesten het publiek altijd blijven aankijken (dat kan ook als ze met de rug naar de zaal staan; daarvoor is een flexibele ruggengraat nodig) en het wegtoveren van mensen achter een grote deken.
De mannen doen wat ze doen niet als een ingestudeerd kunstje, maar maken de indruk dat ze zelf verbaasd zijn dat dat allemaal kan. Vantournhout blikt onweerstaanbaar verwonderd en blij de wereld in, de andere drie kijken het publiek neutraal tot borend serieus aan. Ook zonder taal lukt het hen uitstekend om de Charmssfeer over te brengen. Wat er gebeurt is subliem nutteloos, origineel, op een droge manier komisch en heerlijk om naar te kijken.
Foto: Bart Grietens