Een jaar na de bewerking van Tsjechovs Meeuw door Ilja Leonard Pfeijffer, pakt Toneelgroep Maastricht uit met een herwerking van De Kersentuin. Dit keer zorgde Jibbe Willems, de andere huisauteur van het gezelschap, voor de tekst. Zijn wat eenduidige interpretatie wordt door regisseur Michel Sluysmans nog eens dik in de verf gezet. (meer…)
Raven is een gewaagde, conceptuele performance die het vrouwelijk ideaalbeeld tart. De voorstelling speelt in een strak vormgegeven, witte doos met intrigerende videobeelden van het kunstenaars duo L.A. Raeven en wordt uitgevoerd door zeven jonge meiden. Het uitgangspunt is fascinerend. Maar het sterke idee achter Raven krijgt uiteindelijk geen vleugels, doordat tekst en regie te zeer op de vlakte blijven.
De kunstenaarstweeling L.A. –Liesbeth en Angelique– Raeven, staat bekend om hun omstreden kunstprojecten waarin zij dikwijls zichzelf tot onderwerp maken. Meestal betreft het video-installaties over het vrouwelijk lichaam en het gedrag –met name de eetgewoontes– van de tweeling. Regisseuse Alexandra Broeder kennen we inmiddels als iemand die de wereld van volwassenen observeert door de ogen van kinderen en jongeren. Broeder en de zusters Raeven ontwikkelden gezamenlijk het concept voor Raven en lieten zich daarbij inspireren door bekende horrorfilms. De voorstelling wordt uitgevoerd door zeven jonge, ongeschoolde actrices in de leeftijd van vijftien tot twintig jaar.
Langs de wanden van de witte doos zit het publiek, boven hun hoofden worden op de wanden vier videofilms geprojecteerd. De beelden laten bij aanvang van de voorstelling een wolkendek zien met hier en daar een vliegende vogel. Van onder de tribune komen zeven meisjes kruipend tevoorschijn, allen in wit hemd en dito onderbroek. Ze krioelen over de vloer als een verzameling larven. De bende komt tot leven, fluistert korte rijmpjes, vaak unisono. Het ritme van de voorstelling wordt bepaald door de groep, die steeds uit elkaar valt om daarna weer bij elkaar te komen en op te gaan in massale bezweringen, wulpse bewegingen, gilletjes en gefluister. ‘Ik ben van mij’, ‘mijn lichaam is van de raven’, ‘houd controle en blijf eeuwig jong’.
‘Ik ken jou, ik ben jou’; met regelmaat wenden de zeven zich individueel tot het publiek en wordt de toeschouwer meegezogen in het ritueel. Die directe confrontatie is geen eenvoudige opgave voor de jonge actrices, maar ze doen het wonderwel en vol overgave. Ook de videobeelden hebben een zuigende werking en zitten vol suspense. L.A. Raeven filmt vier van de meiden close vanachter een raam. Met hun zwarte ogen, bleke gezichten en gescheurde mondhoeken kijken ze ijl de camera in. De video-installatie heeft een mooie dramaturgische opbouw. Dat geldt niet voor het live gedeelte van de voorstelling, dat te weinig ontwikkeling kent. Teksten herhalen zich, het nepbloed dat halverwege de voorstelling uit de monden van de meiden stroomt brengt weinig teweeg.
Broeder laat alle suspense liggen, werkt het gegeven van de raven niet uit en drijft de bezwering niet op de spits, waardoor de transformatie of een echte provocatie uitblijft. Aan haar actrices ligt het niet, die hadden het gerust aangekund. De aanzet en de uitgangspunten van Raven zijn spannend, de vormgeving is subliem, maar het aandeel van Broeder en tekstschrijver Jibbe Willems is te mager om met Raven een echt statement te maken over stereotypen en anders zijn.
(foto: Kamerich & Budwilowitz)