Pannenlap, stoelendans, kersenrood – mooie woorden in principe, oké, maar daarmee verklaar je nog niemand de liefde. Maar in het land waar Flo woont koop je woorden bij de woordfabriek, dus als je – zoals hij – geen geld hebt, zit je met een probleem. (meer…)
Kun je het beste wegrennen voor enge dingen, of stokstijf stil blijven staan in de hoop dat je angsten nooit uitkomen? Rappe kiest voor het eerste. Hij rent de wereld rond, op de vlucht voor iets dat hem altijd maar blijft achtervolgen. Tot hij Rots ontmoet, die zich zo stil mogelijk verstopt voor hetzelfde. In Rappe en de rots laat Tg. Winterberg op vrolijke wijze zien dat er verschillende manieren zijn om met angst om te gaan.
De drie spelers van Tg. Winterberg leggen de situatie haarfijn uit aan het jonge publiek: Rappe rent de hele wereld over en terug, zonder tussendoor stil te staan. Waarom? Daar praten ze liever niet over, maar vooruit. Hij wordt achterna gezeten door Het Einde, een zwart monstertje met scherpe tanden. Wanneer hij Rots tegenkomt, kan hij niet verder rennen. Zij staat in de weg en weigert zich te verplaatsen, omdat zij in de overtuiging leeft dat Het Einde je juist komt halen wanneer je beweegt. Wat er zo eng is aan Het Einde of wat er gebeurt als het je vindt, vertellen Rappe en Rots niet, maar de spelers leggen het publiek uit dat Het Einde staat voor iedere angst.
Rappe en de rots is gebaseerd op het prentenboek Haast van Stéphane Servant. Marlyn Coetsier maakte voor de theaterversie, in regie van Rob Vriens, een prachtige vormgeving die vasthoudt aan het prentenboekgevoel door het gebruik van papier en projecties, maar die een stuk kleurrijker is dan het origineel. Rappe en Rots zijn twee vriendelijk uitziende poppen met grote ogen, bespeeld door Coetsier, Mees Smits en Christopher van der Meer. De wereld om hen heen wordt vormgegeven door een draaiende landkaart en een rond scherm, waar ter plekke een gelaagd landschap van papier op wordt geprojecteerd. Het is een vindingrijk en knap knutselwerk, dat de voorstelling voorziet van een speelse sfeer.
Die sfeer wordt versterkt door de muziek. Smits zingt met een warm, prettig stemgeluid en Van der Meer maakte een vrolijke soundscape. Als Het Einde in de buurt lijkt te komen, klinkt er steeds een zware zoem. Het monstertje ziet eruit als een pacman-achtig figuurtje en lijkt op zijn scherpe tanden na niet erg gevaarlijk. Door het zachte doch onheilspellend geluidseffect roept Het Einde precies de nodige spanning op in een verder vrij brave, maar poëtische en vrolijke voorstelling.
Rappe en Rots vinden samen een balans om met hun angst voor Het Einde om te gaan. Zo beweegt de voorstelling zich naar een zoet einde. Waar alles eerder zo helder – soms over het randje van uitleggerig – aan het publiek werd uitgelegd, wordt de verhaallijn van Het Einde plotseling snel afgerond. Toch is het ook sterk dat er nooit een confrontatie plaatsvindt tussen de hoofdpersonages en hun vijand. Waar in een traditioneel sprookje het monster vaak verslagen wordt met een gevecht, is dat met Het Einde geen optie. In plaats daarvan laat Tg. Winterberg zien dat angst niet hoeft te verdwijnen, maar dat je deze ook kunt overwinnen door je er niet door te laten regeren.
Foto: Kamerich & Budwilowitz