Je zou denken, de vlag kan uit, het feest kan beginnen en de levens van de vier leden van het gezin Mortier kunnen weer worden opgestart. Dochter Gaya (Kaatje Kooij) is na zeven jaar doodziek te zijn geweest, ‘schoon’ verklaard. Tegen alle verwachtingen in; iedereen hield rekening met haar sterven. (meer…)
Lange tijd riep het woord autisme bij menigeen het beeld van Dustin Hoffman in de film Rain Man (1988) op. De schattige, fijngevoelige en getalenteerde savant Raymond die niet zonder zijn vaste rituelen kan en die over meer emoties beschikt dan hij kan tonen. De film vormde een grote doorbraak voor het begrip over deze aandoening.
Inmiddels heeft het woord autisme niet meer alleen betrekking op de in de film getoonde klassieke vorm, maar is het ook een verzamelterm voor allerlei sociale en communicatieve (autismespectrum)stoornissen. Een emanciperende film dus, maar bovenal een meeslepend emotioneel drama over twee broers die elkaar leren kennen. Juist dit aspect stelt regisseur Jos Thie van De Utrechtse Spelen centraal in zijn theaterbewerking van deze fameuze roadmovie.
De voorstelling volgt de verhaallijn van de film vrij nauwkeurig en is daardoor een feest der herkenning – al zijn er ook behoorlijk wat anekdotisch minder relevante scènes geschrapt. In een notendop: na het overlijden van zijn vader komt de yup Charlie Babbit (in de film vertolkt door Tom Cruise) er achter dat zijn autistische broer de gehele miljoenenerfenis krijgt. Uit woede en wrok neemt hij Raymond mee uit diens veilige tehuis. Ze reizen naar Los Angeles en gaandeweg leren ze elkaar kennen en groeit hun band. Raymond wint voor Charlie geld met pokeren en Charlie leert Raymond dansen. Aan het einde gaat Raymond weliswaar terug naar het tehuis maar is hij een broer rijker.
Paul R. Kooij speelt nu de rol van Raymond. Dat doet hij uitstekend. Kooij is een vakman en hij weet zowel autistische trekjes van Hoffman als van zichzelf op een volstrekt natuurlijke manier te verweven tot zijn eigen Raymond, even geloofwaardig als de icoon van het witte doek. Tegenspeler Benja Bruining geeft zijn Charlie lekker veel energie en een vleug machismo mee. Hun goed getimede samenspel boeit tot en met de laatste minuut. Dat andere acteurs minder overtuigen, is dan gemakkelijk vergeven.
Op het achterdoek worden steeds verschillende animaties van objecten uit het verhaal geprojecteerd. Vliegtuigen, bedden, rozen, vissticks; de grappige en kleurrijke filmpjes dienen steeds als introductie of afsluiting van een hoofdstuk en geven tegelijkertijd een aardige visualisering van de werking van Raymonds brein.
De theaterbewerking van Rain Man is zeker onderhoudend maar inhoudelijk helaas weinig diepgaand. Vragen als ‘wat zegt dit verhaal over onze omgang met mensen die anders zijn?’ of ‘wat is nu nog de betekenis van deze licht karikaturale schets van autisme?’ worden niet gesteld, laat staan beantwoord. Rain Man blijft aan de oppervlakte. Dat het toch een plezierige voorstelling is, komt door de frisse vormgeving en het boeiende spel van Kooij en Bruining.
****
”Rain Man is ook op het toneel een hit”
– AD-