Het lijkt een flinke investering om je eerst op een testlocatie (voor mij in Laren) te laten testen, in ruil voor een kwartiertje in Theater Kikker (in Utrecht), bij de installatie van de Singaporese kunstenaar Ho Tzu Nyen. Maar het is het meer dan waard: R for Resonance, naar Nederland gehaald door het performancefestival SPRING, is een duizelingwekkende VR-trip, waarin je vliegt door landschappen, historie, objecten en mensbeelden afkomstig uit Zuidoost-Azië. Je voelt je nietig en machtig tegelijk. En door de afgelegde hoogteverschillen, kom je met knikkende knietjes uit deze virtuele werkelijkheid.

De storm van beelden waarin je met behulp van een VR-bril belandt lijkt aan de oppervlakte puur alfabetisch gerubriceerd, van de A van Archipelagoes (archipels) tot de Z van Zoophilia (zoöfilie, een seksuele voorkeur van mensen voor dieren). De opsomming wordt ritmisch voorgedragen door een mannen- én vrouwenstem, op een soundscape van gongs en gezang. Maar ondertussen gaat onder die lexicon een kritische visie schuil op de geopolitieke visie op Zuidoost-Azië.

Eigenlijk maak je een duik in een database, waaraan Ho Tzu Nyen inmiddels bijna tien jaar werkt. Hij verzamelt afbeeldingen, teksten en geluiden die refereren aan de historie en mythologie van deze complexe regio met landen als Bangladesh, Vietnam, Myanmar (Birma), Cambodja, Taiwan, Maleisië en delen van China en India. Of eigenlijk, aan de veelheid aan mythes, landschappen en geschiedenissen, die teruggaan tot miljoenen jaren geleden.

Zijn Critical Dictionary of South East Azië komt voort uit zijn vraag wie of wat nu eigenlijk de karakteristieke eenheid van dit gebied bepaalt. De term Zuidoost-Azië is namelijk geen logisch bij elkaar horende groep landen, zo poneert hij, maar een Westerse constructie, ontstaan tijdens de Tweede Wereldoorlog: het Amerikaanse leger forceerde hiermee eenheid in een enorm deel van de wereld, dat juist nooit was verenigd door taal, religie of politieke structuren. Ho Tzu Nyen onderzoekt hiervan de gevolgen. De kunstenaar stuit daarbij onder meer op bijna verdwenen metaforen rond tijgers en hybride katachtigen, zoals junglestrijders in de figuur van half mens, half tijger.

De complexiteit van zijn kritiek valt in het kwartier nauwelijks te doorgronden. Daarvoor is de tijd te kort; de installatie geeft zelf ook weinig achtergrondinformatie prijs, behalve een weelde aan visuele indrukken. Een algoritme bepaalt een oneindige reeks aan driedimensionale combinaties waar je als kijker doorheen wordt genavigeerd. Soms maak je een duik in een mythologisch gat of verzameling gongs, dan weer lijk je te verdwijnen in een bergketen of rijstveld.

De betekenis dringt pas door na afloop, bij bestudering van het kritische alfabet, met de C van Corruption (tijdens de installatie vertolkt door een wereldbol van munten), de S van Stratification (een indeling in klassen en lagen) en de Z van Zomia (een politieke term voor een geografisch gebied in het Zuidoost-Aziatisch Massie). Langzaam besef je eens te meer hoe zeer het een daad van macht is om te spreken over een bepaald gebied als regio. En dat allemaal na een kwartiertje duizelen op slappe benen. Onderga het, voordat de installatie weer duizenden kilometers terugreist naar Singapore.

Foto: Still