De Brusselse choreograaf Benjamin Vandewalle werkt graag in situ: zijn performances zijn vaak ingrepen in de openbare ruimte, waarbij hij speelt met de blik en de status van de toeschouwer. Wat veroorzaakt het kijken van iemand naar iets of iemand, en op welke manier kan aan de rollen van toeschouwer en performer worden gemorreld? (meer…)
Het is een plek van ‘verstilde schoonheid’ zegt een stem in de koptelefoon. Over de Maas varen we erheen, met een watertaxi vanaf de RDM Kantine (Rotterdamsche Droogdok Maatschappij) op de kop van Heijplaat midden in de havens. De stem is van de zoon van een van de beheerders, die terugblikt op zijn jeugd in de jaren zestig in dit voormalige quarantainestation.
Hier, op een oppervlakte van zes hectare, bevond zich een inrichting die bedoeld was zeelieden met een besmettelijke ziekte te isoleren. Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het een opvangplek voor Joodse vluchtelingen, weer later kwamen er psychiatrische patiënten terecht. Ook tyfuslijders werden er geïsoleerd.
Een plek dus met een pijnlijke, beladen geschiedenis en daarom is het groots en belangwekkend dat regisseur Davy Pieters dit eiland kiest voor een muzikale en vertellende audiotour op muziektheaterfestival O. Ooit stonden de barakken er keurig bij, van elkaar gescheiden door een haag van een meter hoog. Nu is de tuin verwilderd en verruigd en gaan de barakken, de keuken, het chloorhuisje en het mortuarium schuil achter struiken en bomen. Dat maakt het nog geheimzinniger.
De audiotour begint al tijdens de vaartocht met een terugblik op de jaren zestig. De zoon van de beheerder vertelt zijn herinneringen aan zijn vader, die eigenlijk een vergeefse beheerder was, zou je zeggen, want het eiland functioneerde niet meer. Maar wel stond alles gereed om zieken of zeelieden te ontvangen. Een bizar gegeven. De beheerder stookte zelfs de kachels.
Onder leiding van een gids verkennen we het eiland langs de barakken, helaas krijgen we geen blik naar binnen. De vertellende stem neemt ons mee naar het verleden, naar tijden dat de wereld geplaagd werd door epidemieën. Zo klinken er aangrijpende dagboekfragmenten uit de tijd dat Londen werd getroffen door The Great Plague, de pestepidemie die tussen 1665-1666 aan 100.000 mensen het leven kostte. Ook Thessaloniki en Florence werden geteisterd.
Indringend is het verhaal van een nu 81-jarige vrouw die in 1945 als vijfjarig meisje doodziek in de ziekenzaal verbleef, twee maanden moest ze het bed houden, nauwelijks zonder enige medische zorg. Ook Joodse vluchtelingen trof een hard lot: de Nederlands overheid vond dat ze maar geïsoleerd van de bevolking moesten leven.
Bij dit verhaal treedt een muzikaal duo op, met sopraan Michal Bitan en Oleg Fateev op bayan (een Russische accordeon). De tekst verhaalt over de mens die is ‘als een bacil, een microbe’ die weggevaagd moet worden. Eerder was er een geweldige ‘Influenza Blues’ te horen, vertolkt door zanger en gitarist Robby Alberga. Met rauwe stem zingt hij over God die het land straft en geen onderscheid maakt tussen rijk en arm, iedereen zal doodgaan aan helse, fatale en kwellende pijnen.
Zangers en acteurs zijn gekleed in lichtblauwe, tijdloze kampkleren. Ze kijken het publiek aan met starende, lege ogen, alsof ze door het isolement elke vaardigheid tot sociaal contact hebben verloren. Dat is een schitterende vondst, je waant je als toeschouwer in een sanatorium of gesloten inrichting. Vlak nadat we het relaas hoorden van de 81-jarige vrouw, komen we aan op een open plek tussen het groen, waar een vrouw op een ledikant ligt. Zij is sopraan Klaartje van Veldhoven die, begeleid door luit (Regina Albanez), het monumentale doodslied ‘Come Again’ van John Dowland zingt, dat tegelijk gloeit van levensliefde. Het refrein met de opsomming ‘To see, to hear, to touch, to kiss, to die’ is weergaloos.
Dramaturg en scriptschrijver Tobias Kokkelmans met Hernán Schvartzman als muzikaal ontwerper maken met Pieters Quarantaine Eiland tot een zeldzame en bijzondere belevenis. Documentaire, opera en een intieme vorm van theatrale vertelling komen bijeen. Juist door de intense soberte van deze waargebeurde verhalen zijn ze des te indringender. Aan het slot krijgen we een algehele visie op de pandemieën door de tijden heen: altijd verwijzen landen naar ándere landen waar ze vandaan komen, naar Frankrijk, Spanje, Turkije en China. Dat geldt nog steeds, in de veertiende eeuw en nu met het corona-virus. Zeldzaam passend anno nu is dit geweldige Quarantaine Eiland.