‘Waarom kan ik heel veel zelf beslissen, maar niet op wie ik verliefd word?’ Over de liefde, in al haar radeloze, redeloze en reddeloze dimensies, gaat What is love, de nieuwe theater- en dansvoorstelling van Theater Utrecht en DOX. Is love all there is? (meer…)
Eigenlijk zou Quake morgenavond in Utrecht in première gaan, en vervolgens tot eind december langs verschillende schouwburgen in het land reizen. Maar toen dinsdagavond de nieuwe maatregelen om het coronavirus in te dammen bekend werden gemaakt – theaters mogen vanaf vandaag maximaal dertig toeschouwers ontvangen, wat voor veel schouwburgen, waaronder die in Utrecht, in de praktijk een tijdelijke sluiting betekent – besloten Theater Utrecht en DOX de première twee dagen te vervroegen, zodat die op de valreep toch nog doorgang kon vinden. Alleen daarvoor al verdienen deze acht jonge, onverschrokken performers volop hulde.
Het is er namelijk niet aan af te zien, zo trefzeker en met zo veel vuur stonden Ali Zanad, Daniel Kolf, Giovanni Pisas, Isabelle Houdtzagers, Isabelle Kafando, Juan Zyad, Melisa Diktas en Noah van der Burgt gisterenavond op de speelvloer. Ontspannen lopen ze over het grote podium als het publiek binnenkomt; zichzelf, elkaar en de toeschouwers alvast opwarmend voor een première die hopelijk niet meteen de dernière gaat zijn.
De voorstelling begint met waarmee wellicht ook het maakproces begon: een partituur aan oprechte, kwetsbare vragen van de performers die inzicht kunnen geven in waarom ze zijn wie ze zijn. Waarom heb ik soms gewelddadige gedachten? Hoe komt het dat ik het gevoel heb dat ik pas kan ademen als ik alleen ben? Hoe kan het dat ik de klappen van toen, nog steeds voel? Het is de opmaat van een persoonlijke, vurige performance waarin de spelers op zoek gaan naar de reeks aan schakels waarvan ze deel uitmaken – en hoe die keten te doorbreken.
Boven de spelers plaatste scenograaf Marc Warning een enorme, kantelende spiegel, bijna ter grootte van de speelvloer. Soms hangt die boven de hoofden van de performers, als een beklemmend en onontkoombaar zelfbewustzijn dat hen op de schouders drukt, maar dan draait de spiegel omhoog en openbaart zich ineens een enorme ruimte. De consequenties van de zoektocht van de spelers worden op die manier sterk theatraal gemaakt: dan weer is het beperkend of confronterend, dan weer zie je jezelf in een groter geheel, is het onverwacht verrijkend.
Centrale metafoor in de ritmische tekst van regisseur Casper Vandeputte is de steen die in een grote vijver wordt gegooid. De kringen die dat veroorzaakt worden groter en groter, het worden golven, een ‘niet te remmen kracht’. ‘Als de steen al op de bodem ligt, reizen de golven in het water nog door.’ De voorstelling gaat op zoek naar de oorsprong van die golven: die stenen in de geschiedenis, gebeurtenissen in het verleden die de bewegingen in het heden veroorzaakten.
Dat wordt in een aantal sterke scènes onderzocht. Bijvoorbeeld het verhaal van een man die op een plantage werkt, die door een opzichter publiekelijk vernederd en geslagen werd. Hun beider kinderen staan erbij en reageren elk op hun eigen manier op het gedrag van hun vaders. Dat zet patronen in gang die generatie op generatie evolueren. Of de gevangene die bij vrijlating zo vastbesloten is om vrij te zijn, dat zijn huis een gevangenis voor zijn kinderen wordt, die – daar eenmaal van bevrijd – op hun beurt zo vastbesloten zijn om vrij te zijn, etcetera.
De zoektocht is deels rationeel – dat resulteert in de vaak filosofische teksten van Vandeputte – maar voor een groot deel speelt die zich ook op een meer gevoelsmatig, associatief vlak af. Dat wordt vormgegeven in de sterke choreografieën van Melvin Fraenk en Cagdas Gülum, die soms meekleuren met de tekst – bijvoorbeeld wanneer de spelers de golvende kringen in de vijver verbeelden – en soms in prachtig meerduidig bewegingsmateriaal tonen hoe de performers uit hun eigen patronen en routines proberen te breken.
Quake laat zich zowel bekijken als een theatrale denkoefening als pamflettistisch statement. Daardoor is het soms troebel hoe je je ertoe moet verhouden. Moet je met de spelers meebewegen, jezelf afzetten, is het een geste, een voorstel, een provocatie? Enerzijds tonen ze de onverbiddelijkheid van die keten – je kan het alleen stoppen als je eruit stapt, letterlijk, en zo de lange rij aan omvallende dominosteentjes waar je deel van uitmaakt doorbreekt – anderzijds tonen ze in sterk activistische scènes de wilskracht en autonomie om patronen een halt toe te roepen.
Tegelijkertijd maakt die veelzijdigheid en ongrijpbaarheid dit – zeker in combinatie met de energieke podiumpresentatie van de acht performers – tot een zeer rijk, op momenten overrompelend werk dat alle aanleiding biedt er naderhand nog op door te denken. De schouwburg is voorlopig misschien dicht, maar Quake veroorzaakt golven die nog wel even natrillen.
Foto: Julian Maiwald