De eerste minuten kijkt het publiek naar een schemerig, kaal landschap met in het midden een berg hooi, klaar om opgepeuzeld te worden door de dieren die er niet zijn, maar die je wel elk moment verwacht. Dan komt er beweging in het hooi, alsof de wind er vat op heeft gekregen. De berg transformeert tot een gigantisch ei dat uit elkaar barst. Weifelend en onderzoekend komt eerst een hand tevoorschijn en als de kust veilig lijkt, de rest van een mens. Een nieuw leven. Zelden zo’n verpletterend mooi begin van een voorstelling gezien als dat van Ancrage.
Twee appels, een banaan, een diabolo en een afgetrapte ladder die ook als muziekinstrument kan worden gebruikt. Meer hebben de Italiaans-Zwitserse Camilla Pessi en de Italiaanse Simone Fassari niet nodig om het publiek vijf kwartier in een magische houdgreep te houden. Na meer dan duizend voorstellingen, verspreid over alle continenten en overladen met prijzen, is Compagnia Baccalà eindelijk in Nederland met de wereldvoorstelling Pss Pss.
Het Baccalà-duo brengt ons even terug in de tijd van de stomme film. Geen geschetter, geen geschreeuw. Als de aandacht van iemand wordt gevraagd is een simpel ‘pss pss’ genoeg. En als je verder iets te zeggen hebt, dan doe je dat met een breed scala aan gezichtsuitdrukkingen. Vooral Pessi is daar een absolute kunstenaar in. Zij verfrommelt haar gezicht in een flits van dodelijk verveeld naar opperste extase, en ook teleurstelling, kinderlijke blijheid, boosheid, verbazing en berusting zitten in haar faciale pakket. Verbluffend is ook hoe ze haar hoofd alle kanten op kan schuiven, alsof het via een brede draaischijf met haar nek is verbonden. Het zijn bewegingen die je alleen in een tekenfilm verwacht.
Om het publiek helemaal in de rustgevende sfeer van Buster Keaton en vooral Charlie Chaplin te brengen, staan hier twee enigszins sullige zwerverachtige types op het kale podium. Een man en een vrouw, die aanvankelijk niet weten wat ze met elkaar aan moeten. Ze tasten elkaar af in kleine testjes: een beetje plagen, een beetje toenadering, het publiek inzetten om de ander jaloers te maken, en als het echt mis gaat krijgt Fassari zelfs een stevige klap in het gezicht. Er worden kunstjes uitgeprobeerd, die op een Tommy Cooper-achtige manier mislukken, tot het natuurlijk perfect wordt uitgevoerd.
Het is lief en lieflijk, maar het zijn vooral de subtiele scherpe randjes die de verhouding tussen die twee zo interessant maakt. Tijdens dat aftasten wordt ook vrolijk ruziënd elkaars fysieke kwaliteiten gekeurd, wat resulteert in een rollebollende dans waarbij de lijven zo maf verstrengeld raken, dat je geen idee meer hebt of je naar de voor- of achterkant of de boven- of onderkant van de lichamen zit te kijken.
Uiteindelijk blijkt de liefde, of in ieder geval het vertrouwen in elkaar zo sterk dat de show kan worden afgesloten met opwindende, half vechtende en zeker niet ongevaarlijke luchtacrobatiek, waarbij elke fractie van een seconde goed getimed moet zijn.
Als clowns het publiek nodig hebben voor hun grappen, is dat vaak tenenkrommend of in ieder geval ongemakkelijk. De manier waarom deze twee superclowns een (stevige, grote) man uit het publiek gebruiken voor hun act is niet alleen buitengewoon grappig, maar ook volkomen natuurlijk en geruststellend.
Pss Pss werd voor het eerst gespeeld in 2011 op het festival van Avignon en is in de jaren daarna uitgegroeid tot een perfect uitgebalanceerd circusmonument. Inmiddels spelen Pessi en Fassari al enkele jaren hun tweede show, met een al even droge titel: Oh Oh. Het is te hopen dat we daar in Nederland niet weer meer dan tien jaar op hoeven te wachten. Maar: complimenten aan de organisatie van het spectaculaire circusfestival in Rotterdam, dat we deze hartverwarmende show van Baccalà nog even hebben kunnen inhalen.
Foto: Pierre Colletti