Toen de repetities van Slachthuis vijf anderhalve maand geleden begonnen, wisten regisseur Erik Whien en zijn team niet in welke oorlogscontext de voorstelling op 18 maart in première zou gaan. Billy Pilgrim en de Tralfamadoriërs zouden het al wel hebben geweten: deze voorstelling ging, gaat en zal altijd in première gaan tijdens de oorlog in Oekraïne. (meer…)
Theatermaker Anoek Nuyens heeft het gevoel dat ze een beetje uit de tijd loopt. Ze verlangt terug naar de tijd dat politiek ertoe deed, de mensen daar echt nog in geloofden. En waar kun je dat geloof beter terughalen dan bij oud-politicus Jan Pronk?
Nuyens mocht op een hoop ‘verbijsterde emojis’ rekenen toen ze haar plannen voor deze voorstelling op sociale media aankondigde. Een voorstelling over Jan Pronk? ‘Die oude, witte PvdA-coryfee?’ De meningen over de oud-politicus zijn verdeeld. Het linkse geweten van de sociaaldemocratie, vindt de een. ‘Je weet wel, die stroming die nu totaal op z’n gat ligt.’ Maar de ander vindt hem een streber, een betweter.
Pronk (in eindregie van Erik Whien) is een zeer sober geënsceneerde toneelavond. Nuyens komt tijdens het kleine uur dat de voorstelling duurt niet van haar plaats. Ze staat in het midden van een verhoogd podiumpje (een scenografie van Julian Maiwald), voor een volledig met rode posters behangen campagnebord, onder een grote lichtbak. Dat licht verglijdt naar gelang Nuyens’ verhaal van kil naar warmer en weer terug.
Rode draad zijn verschillende gesprekken die Nuyens de laatste jaren met Pronk voerde. Ze neemt het publiek via de archieven en het geheugen van Pronk mee terug naar de opkomst van de sociaaldemocratie – van de tien lessen van Joop den Uyl (‘lees gedichten!’), tot aan het manifest van Willem Vliegen uit 1894 bij de oprichting van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij.
Haar verhaal is helder, licht meanderend, maar geen moment echt spannend. De gesprekken met Pronk brengen haar (en daarmee ons) niet uit evenwicht – net zomin als dat Nuyens een serieuze poging onderneemt Pronk uit evenwicht te brengen – hooguit roepen ze nieuwe vragen op. Pronk is zo eerder een aangenaam, bij vlagen geestig relaas, dan een interessante of ontregelende denkexercitie.
Ook als Nuyens onder lichte dwang van Pronk in een kerk belandt waar al weken een dienst bezig is om een Armeense familie van uitzetting te behoeden, bevraagt ze haar eigen geprivilegieerde positie per saldo maar nauwelijks. Wat al te snel leidt ze zichzelf naar de slotsom van de voorstelling, een algemene – en weinig verrassende – oproep tot herwaardering van de sociaaldemocratie.
Uiteindelijk staat Nuyens dan niet meer zelf in het licht, maar wij, het publiek. Het gaat niet om diegene op het podium, niet om politiek Den Haag, maar om het volk, in verbondenheid. Het is aan ons, en aan onze schouders. Die hebben alles in zich om anderen te dragen. De motieven die schuilgaan achter Nuyens’ sentiment zijn te waarderen, maar tegelijkertijd is het wel een erg weinig verheffende uitkomst.
Foto: Julian Maiwald
Na deze recensies gelezen te hebben ben ik extra nieuwsgierig naar t gesprek met de zaal na afloop. Graag organiseer ik dit hier in de gemeente Lingewaard. Vraag: wat kost deze voorstelling?
Grappig hoe verschillende mensen voorstellingen geheel anders kunnen zien. Ik heb de voorstelling ervaren als een heel knappe set van keuzes. Het fijne van Anouk Nuyens voorstelling is dat ze juist weg blijft van de voorspelbare pedagogische onderzoekingen en duidingen van ‘de sociaal-democratie’ in het algemeen. Ze maakt het een heel persoonlijke verkenning van wat we nog met oude waarden moeten en ‘gebruikt’ Pronk als een van de mensen in de laatste vijftig jaar die daar keer op keer over hebben geschreven. Ik was juist blij dat het geen lesje ‘politieke stroming’ werd, of een simpele herhaling van clichés en goedkoop drama. Pronk werd ook niet tot ‘goeroe’ verheven, zoals sommige recensenten schreven. Integendeel. Wel werd hij gebruikt als een soort ‘ankerpunt’, waartegenover de twijfels werden verbeeld. Want waarschijnlijk is dat wat er nodig is: eerst moeten dingen weer heel dicht bij het gewone leven worden gebracht en bij ieders eigen vragen en verantwoordelijkheden voor we in grote generalisaties kunnen treden. Dus voor mij was het een voorstelling met vijf sterren. Intelligent en integer.
Deze recensies laten vooral zien hoe intens vervreemd recensenten zijn van het publiek. Ja het is een ode. En het is een requiem. Dat er voor een keer, in een Nederlandse theatervoorstelling eens niet met een cynische afstandelijke en cognitieve distantie over hoop en verlangen wordt gerept is vooral een verademing. Als je in haar voorstelling zit, lukt het je even niet meer om links of rechts te zijn, omdat het verlangen naar verbinding waar ze aan appeleert, de basis is van al ons streven.