Hoog door de lucht en langs de grond scheert een danseres in haar vlucht. Een danser spreidt zijn armen als uitslaande vleugels. De ‘black swan’ waarover Nina Simone zingt in het gelijknamige lied tijdens B.R.I.S.A., een nieuwe voorstelling van Johan Inger voor Nederlands Danstheater 2, roept associaties op met een bekend voorbeeld uit de balletkunst. […]
Sharon Eyal & Gai Behar waren een jaar geleden in Nederland te zien met hun choreografie House uitgevoerd door Batsheva Dance Company, waaraan Eyal als huischoreograaf verbonden is. Voor Programma B maakten ze met Sara hun eerste stuk voor Nederlands Danstheater 2.
Strakke vleeskleurige pakken omspannen de zeven danserslichamen die, op een afgezonderde danseres na, dicht bij elkaar bewegen. Synchroon met telkens korte uitspattingen van een eenling, in theatrale gebaren of robotachtige bewegingen en een enkele positie uit het klassiek ballet. Aan de bewegingstaal, de wijze waarop het duo het stuk structureert, de kostuums en het mistige licht is hun signatuur onmiddellijk te herkennen. Het is een nieuw en fris geluid voor het NDT.
Wat associate choreographer Alexander Ekman in zijn choreografie Maybe two wil zeggen, is in een oogopslag duidelijk als de lange rij trouwjurken en –pakken waarachter de danser zich verschansen voor op het toneel zichtbaar wordt. Als de kostuums omhoog worden gehesen, ontvouwen zich verschillende scenario’s die het gelukkig samenzijn in petto kan hebben, maar ook de gevaren die op de loer liggen zoals overspel of sleur. De voice over is een terugkerend element in de voorstellingen van Ekman, die eerder Cacti (2010) en Left right left right (2012) voor NDT2 maakte; hardop uitgesproken gedachten die reflecteren op de ontwikkelingen in de vele duetten. Daarmee heeft hij vaak de lachers op zijn hand. Het sonnet Maybe two van Shakespeare, waaraan de titel is ontleend, zou door de poëzie en het meer diepgravende karakter tegenwicht kunnen bieden aan die heel directe, herkenbare observaties. Maar daarvoor krijgt het bij Ekman niet de kans. De risico’s die een relatie met zich meebrengt, krijgen bij hem geen greep op zijn choreografie want er is geen tijd om aan een ander te denken of sprake van verveling. En daardoor blijft Maybe two toch een beetje licht, hoe goed het evenwicht tussen de sterke dans, het soms inventieve ruimtegebruik en de op het toneel gespeelde strijkkwartetten van Ravel en Mendelsohn, die worden doorsneden met Funky fragments van Jan Pieter Koch en het hitje Skinny love van Bon Iver, ook is.
Behalve deze twee wereldpremières in Programma B danst NDT2 twee oudere choreografieën. In Studio 2 (1989) , het eerste stuk van de avond maar ook het eerste dat door Lightfoot León voor het NDT werd gemaakt, is hun kracht direct zichtbaar. Het daarop volgende Dream play (2000) van huischoreograaf Johan Inger is een energieke interpretatie van Le sacre du printemps (op de gelijknamige muziek) en heeft een flinke vaart. Ook hiermee toont Programma B hoe uitmuntend en veelzijdig de dansers van NDT2 zijn.
Foto: Rahi Rezvani