Terwijl voorbijgangers door beeld lopen en varen, zingt Lucretia Starke vanaf de brug over de Wolwevershaven het publiek toe. Het is beeldschoon. Zojuist nog luisterden we al naar haar in de elegant gedecoreerde rivierkamer van het Dordtse Patriciërshuis achter ons. Het is het huis van haar eigenaar, nouja, denkbeeldig dan. (meer…)
In zijn nieuwste voorstelling roept performancekunstenaar Rodrigo Sobarzo interessante vragen op over de relatie tussen mens, natuur en technologie. De hoeveelheid elementen in deze korte performance staan de verdieping ervan echter in de weg.
In een doorzichtige tent in het midden van de ruimte zit performer Diego Olea op de grond. Hij speelt een game die op een groot scherm buiten zijn afgesloten leefruimte wordt geprojecteerd: het tien jaar oude Splinter Cell: Double Agent. Spion Sam Fisher infiltreert in een ijzige omgeving een vijandelijke basis tot Olea hem roemloos laat neerschieten. Het is een sterke (doch enigszins clichématige) opening: de gamer die in een soort transparante cel emotieloos een gewelddadige game speelt.
Rodrigo Sobarzo liet in zijn vorige voorstellingen /S ITE S\ en []remoTe sense[] zien dat hij erin excelleert om de relatie tussen mens en materie centraal te stellen door een centraal concept tot in de uiterste consequentie uit te werken. Met enkele elementen (de speakers en waterkokers in /S ITE S\ en de berg zout in []remoTe sense[]) riep hij een bijzondere wereld op die vanwege de langdurige confrontatie met het publiek tot leven komt.
Een dergelijk krachtig beeld ontbreekt ook niet in Prins of Ne†works. Na de gameprelude neemt Olea een tl-buis in de hand in de tot dan toe donkere koepel, en blijkt de hele ruimte vol te zitten met fruitvliegjes. Ze zwermen op de lichtbron af en worden door Olea´s bewegingen verleid tot een hypnotiserende choreografie. Het roept associaties op met onze verhouding tot technologie en media: als een nieuwe wereldreligie aanbidden we het schijnsel van het scherm, waar ons dat ook naartoe leidt. Of: al die vliegjes staan voor de onzichtbare deeltjes in de lucht die de draadloze manier waarop we met elkaar in contact staan mogelijk maken, en Olea werpt daar plotseling als een archeoloog een licht op.
Het centrale gegeven is zó sterk, dat het zonde is dat Sobarzo het al snel laat vallen. Olea verlaat de tent en gaat met een veelheid aan andere elementen in de weer, zoals twee ijsblokken waarin een ketting is ingevroren, en die langzaam smelten onder de warmte van rode lampen, en een mini-drone die door de performer twee minuten door de ruimte wordt gevlogen tot hij in een hoek tegen de muur crasht. Vanwege de beperkte tijd die aan ieder element wordt besteed krijg je als toeschouwer echter te weinig ruimte om een verbintenis met Sobarzo´s materiaal aan te gaan.
Het gevoel van losgezongenheid is misschien ook te wijten aan Sobarzo’s keuze om niet zelf op scène te staan. Als performer heeft hij een focus en concentratie die aan een aimabelere versie van Nick Steur doet denken, en zo wordt hij zelf de verbindende factor binnen zijn voorstellingen, een soort gids door zijn wonderlijke universum. Olea is – ook vanwege de duisternis in de ruimte – minder goed in staat om de verschillende scènes aan elkaar te verbinden; zijn intern gerichte speelstijl houdt het publiek op afstand.
De rusteloze nieuwsgierigheid van Prins of Ne†works, en de keuze om het menselijke element minder sterk aanwezig te laten zijn, sluiten conceptueel goed aan bij een performance over onze vernetwerkte samenleving. De voorstelling voelt er zelf echter net wat te afstandelijk en arbitrair door, wat de kracht die Sobarzo in zijn eerdere werk liet zien toch enigszins in de weg zit.
Foto: Giannina Urmeneta Ottiker