In de tent van Minoux op het terrein van Theaterfestival Boulevard wordt een gemeenschap gesmeed. Leer me de dans van je moeder laat verschillende vrouwen vertellen over de allereerste zorgrelatie die we kennen: die met de moeder. Met zang, dans, rituelen, rondetafels en getuigenissen is het een lappendeken aan inzichten waar je twee uur later weliswaar bezweet, maar ook geborgen onder vandaan komt. (meer…)
‘Ik heb spijt. Ik voel me schuldig. Ik heb haar in de steek gelaten.’ In haar nieuwe voorstelling POW WOW bij Bellevue Lunchtheater verbindt Minou Bosua het persoonlijke verhaal van haar moeder (en zoveel anderen) met de grote thema’s van het leven.
Voor wie Moeder mag niet dood (2018) gezien heeft, is POW WOW een feest der herkenning. Alhoewel, het is ook het trieste vervolg op de aanstekelijk vrolijke voorstelling die Bosua destijds maakte met in de hoofdrol haar moeder Jopie, toen 87 en topfit: een ongebreidelde energie parend aan een jaloersmakende innerlijke rust. Toen ging het vooral over wat ze gemeen hadden (energie) en waarin ze wezenlijk van elkaar verschilden (die innerlijke rust).
Inmiddels is namelijk gebeurd wat een paar jaar geleden nog ondenkbaar leek: moeder Jopie is opgenomen in een verzorgingstehuis. Hoe dat zo is gekomen, vertelt Bosua aan de hand van korte, goed gekozen – en uiterst herkenbare – fragmenten, deels aan de hand van foto’s en videobeelden: de langzaam toenemende ongerustheid, de totale verwarring (opgebeld worden door je moeder die zegt dat ze de telefoon nergens kan vinden), de angst voor kleine en grote rampen, de komst – na het invullen van tal van formulieren en het voldoen aan een onvoorstelbare hoop criteria – van de ouderenverzorgers en de langzaam maar zeker steeds duidelijkere stap richting het onvermijdelijke: de opname in een verzorgingshuis. En Minou Bosua voelt zich schuldig. Had het anders gekund, vraagt ze zich hardop af. Was het echt zo onvermijdelijk?
Ze wordt bijgestaan door een groep vrouwen, de stamoudsten: een achttal vrouwen van boven de zeventig (deels ook al in de vorige voorstelling te zien) die op het toneel een kring rond Bosua vormen. Ze heten Toos, Henny, Marie of Alie (tweemaal). De voorstelling begint met een ceremoniële begroeting waarin ‘Onze Moeder’ wordt geëerd met een soort gebed: ‘Onze moeder (…) bron van leven’, waarmee zowel naar ons aller moeders wordt verwezen als naar Moeder Aarde. De titel verwijst naar een feestelijke traditie bij de oorspronkelijke bewoners van de Verenigde Staten en Canada: een ‘pow wow’ is een ontmoeting waarin ze samen dansen, zingen, muziek maken en elkaar verhalen vertellen. Centraal staat een enorme, exotisch uitgedoste pop, die je zou kunnen zien als godin of als Moeder Aarde.
‘Hoe zit het eigenlijk met jullie? Hoe geven jullie je laatste levensfase vorm?’, vraagt ze de stamoudsten, waarna de vrouwen uit de kring mompelen dat ze ‘wel zien’ of ‘hun kop in het zand steken’ of ‘hopen op een dag dood wakker te worden’, waarbij dat laatste antwoord tot enige hilariteit leidt. Iedereen wil ouder worden maar niemand wil oud zijn. Doodgaan, dementie, ouderdom, verval; het wordt tijd dat we er anders mee leren omgaan, is de conclusie. Ook de zaal, de stamleden, wordt telkens betrokken, bijvoorbeeld met vragen over euthanasie: ‘Wie heeft er wat geregeld?’ Maar ook met vragen over ‘wie zorgt er voor jou en voor wie zorg jijzelf?’. En passant wordt nog een ruilsysteem opgezet met kaartjes waarop je kunt aangeven wat voor zorg je nodig hebt of kunt geven.
Bosua lijkt zich als een vis in het water te voelen op het podium, ze heeft een buitengewoon energieke, laconieke en vrolijke uitstraling en ze is prettig aards. Ze stelt haar eigen levensvragen centraal en legt die open en bloot aan ons voor in een stijl die rauw en ongepolijst lijkt, maar intussen behoorlijk slim in elkaar zit. Die ‘ons’ bestaat overigens voor een groot deel uit vrouwen van boven de zestig, niet heel anders dan bij de gemiddelde Lunchtheater-voorstelling, maar normaal vormen de mannen daar een minderheid, nu een hoge uitzondering. Dat is jammer voor de mannen (en de zestigminners), want het is absoluut een voorstelling die iedereen aan zal spreken door de aanstekelijke energie, de humor en door de vermenging van persoonlijke verhalen met de grote thema’s van het leven: geboorte, ouderdom, verval, sterven.
‘Bewustzijns-amusement’ noemt Bosua haar vorm van theater maken: het mag – nee, het moet – ergens over gaan, maar er moet ook lol aan worden beleefd. Bosua vermengt moeiteloos hoge en lage cultuur, ze verbindt mensen uit verschillende tradities en culturen en ze weet mensen in het hart te raken door het te hebben over zaken die vaak weggestopt en verborgen blijven
Afgesloten wordt, zoals ook bij Moeder mag niet dood, met een vrolijk dansfestijn voor de stamoudsten waar het publiek van harte voor wordt uitgenodigd. Intussen hebben we ook nog gehoord hoe er in Iran wordt omgegaan met oudere mensen (er wordt ‘gewoon’ vanzelfsprekend voor ze gezorgd door iedereen), brengen moeder Loes en dochter Melita ‘Draai 797204’, een oud Surinaams hitje, en zien we hoe moeder Bosua in de auto met haar dochter, ondanks alle verwarring en achteruitgang, nog meezingt. Een ontroerende ode aan alle moedertjes.
Beeld: Karin Jonkers