Vaders en zonen. Zelden heb ik voorstellingen gezien over vaders en zonen zonder dat er relationele conflicten of generatieconflicten zijn tussen die twee. Vaders en volwassen zonen die liefdevol samen optrekken, elkaar steunen, aanmoedigen, in de twee richtingen, elkaar vertrouwen en voor elkaar zorgen, dat kom je op de bühne niet vaak tegen, maar in deze al lang klaarliggende circusdansproductie van Hanna Mampuys en Toon Van Gramberen des te meer. (meer…)
Bedreigend of aantrekkelijk? In de setting van een boksring deconstrueert de Zimbabwaans-New Yorkse choreografe Nora Chipaumire het zwarte, mannelijke lichaam. Dat doet ze op zo’n manier, dat alle clichés een plek krijgen. Portrait of Myself As My Father is een gewaagde performance, een manifest, dat irriteert maar ook respect afdwingt.
Misschien hadden we rondom de boksring moeten zitten en zou dat meer recht doen aan de setting die Nora Chipaumire kiest. Tijdens haar performance in het Compagnietheater, waar een groot deel van het Afrovibes Festival zich afspeelt, zitten we als publiek echter in een traditionele opstelling. Maar gevaarlijk wordt het toch wel.
Chipaumire – die in New York woont – zoekt de interactie met haar publiek bewust op. Als we de zaal inlopen klinkt er swingende, hippe muziek. Met een paar simpele witte linten wordt een boksring gemarkeerd. Al direct worden we aangesproken door een host, die ons met microfoon in een mengeling van swingend Frans en Engels voorbereid op het spektakel en ons soms op licht ironische toon aanspreekt. We mogen geen foto’s maken, want dat liep gisteren uit de hand! Een opmerking die verwijst naar een deel van deze geniale performance, maar dat weten we achteraf pas. Intussen priemen felle lichten, die frontaal gericht zijn op de publiekstribune, in onze ogen.
Tijdens het lange intro van de host, uitgedost met schouderpads en een bos talismannen, maken we ook kennis met een tweede figuur. Een mannelijke cheerleader (Shamar Watt) met duikbril, jacquet en kleurige Adidasbroek, rent voortdurend door de zaal tussen de set en het publiek. Dankzij het irriterende licht kunnen we maar nauwelijks waarnemen wie of wat zich in de boksring bevindt. Ergens in een hoek zien we de contouren van een passieve figuur, een halfnaakte man (Pape Ibrahima Ndiaye van Koalack Dance) hangt wijdbeens tegen een object in de hoek van de boksring. Zijn blinkende tok – alweer zo’n beschermend sportattribuut – schittert tussen zijn benen. Langzaam, heel langzaam, komt hij in beweging.
In een reeks performatieve scènes wordt deze man vervolgens tentoongesteld, hij klopt zich demonstratief op de borst, danst agressief en poseert. Host en tegenstander Chipaumire zweept hem op met scherp commentaar, een mix tussen rap en spoken word, en wil zelf ook wel eens dansen. Portrait of Myself As My Father is een ritueel, een duistere performance die het lot van de zwarte man slim koppelt aan hedendaagse helden als Michael Jackson en Mohammed Ali, maar tegelijkertijd de pijnlijke zwart-wit politiek blootlegt. ‘You have time, they have a watch’, zegt de host bezwerend. De vloerlampjes, die voortdurend worden verplaatst, vertalen die politiek nog eens in een onrustig lichtplan dat de kijker tart.
Chipaumire boort al haar mannelijkheid aan in haar rol als uitdager. Ze drijft alle krachten uit haar opponent en zweept het publiek op. Ten slotte worden we geconfronteerd met de enige mannelijke trots die overblijft. Met mechanische, stotende heupbewegingen staat Ndiaye midden in het publiek, recht tegenover twee blonde dames. Dat kan geen toeval zijn! Na een lange donkerslag eindigt Chipaumire’s Portrait of Myself As My Father met een uiterst persoonlijke noot, waarin ze het opneemt voor haar opponent en zich vereenzelvigd met het lot van haar vader.
Treffend, intelligent en met humor laat ze in dit manifest zien hoe alle clichés verbonden zijn met een koloniaal verleden. Portrait of Myself As My Father irriteert en ontroert. Chipaumire deconstrueert het zwarte, mannelijke lichaam in een battle die nog lang natrilt.
De datum lijkt niet helemaal te kloppen (21 oktober 2016).
Dat lijkt me inderdaad behoorlijk onwaarschijnlijk (of buitengewoon visionair). Ik ga er even achteraan en pas het aan!