Hoe kan je ontsnappen aan de werkelijkheid? Bestaat er een vluchtroute of moet je als in een escape room de juiste combinatie van verborgen sleutels zien te vinden? How To Exit A Reality (Attempt 1 of 19) is een filosofische, poëtische en komische performance over de de kracht en de grenzen van onze verbeelding. (meer…)
PoroCity, het nieuwe project van choreograaf Andrea Božić, beeldend kunstenaar Julia Willms, geluidskunstenaar Robert Pravda (alias Tilt) en lichtontwerper Vinny Jones, stelt een parcours van dromen voor, aan de hand van teksten op locatie. Twee acteurs vertellen, al wandelend van plek naar plek, terwijl toeschouwers zich dingen voor dienen te stellen.
De dromen zijn archetypisch. Ze gaan over verlies van controle, over schaamte en angst. De vertellingen verplaatsen het publiek, althans in gedachten, naar allerlei exotische plekken, terwijl de exuberante en absurde belevenissen op een relatief droge manier worden gepresenteerd. Met kleine gebaren, wat grapjes en understatements wordt de wereld van de droom met die van de situatie ter plekke verbonden. Dat is dit keer het voormalige Burgerweeshuis van Aldo van Eyck aan het IJsbaanpad in Amsterdam, maar van illusie of immersie is nauwelijks sprake.
Het contrast tussen de verteltrant en het vertelde laat de toeschouwer veel ruimte om niet alleen de dromen aan te horen, maar ook de gebouwde omgeving in zich op te nemen. Tijdens de wandeling van de eerste aflevering dringen zich dan ook, althans bij mij, allerlei sociaal-historische en politieke verhalen op, die niet zozeer in de handelingen van de performers en het publiek besloten liggen, maar juist in de aard van de locatie.
Van het tegendraadse idealisme van de architect die in 1960 een nieuw weeshuis voor de gemeente Amsterdam bouwde tot de privatisering van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten, of de vastgoedbubbel die tot een wereldwijde financiële crisis leidde. Een opvolger van het Bouwfonds, gebiedsontwikkelaar BPN, betrok begin dit jaar het wereldvermaarde maar moeilijk te exploiteren complex van Van Eyck als hoofdkantoor, nadat het na decennia van leegstand en actievoeren alsnog de monumentenstatus kreeg en Zadelhoff en Nijkerk de opdracht gaven tot renovatie. BNP beheert de kunstcollectie die ooit was begonnen door het Bouwfonds, en PoroCity wordt door hen ondersteund.
Nergens wordt er door de vertellers Matthew Day en Julia Willms expliciet op dit soort contextuele, door de locatie opgeroepen, zaken ingegaan. Het parcours maakt op minimale wijze gebruik van toegevoegd licht en geluid. Stemmen of projecties, kostuums of dramatisch licht en geluid blijven achterwege. Als toeschouwer en wandelaar wordt je overgeleverd aan een vreemde mengeling van persoonlijke herinneringen, je eigen maatschappelijke en historische referenties en associaties, met daar tegenover de wonderbaarlijke logica van de dromen, die zo hun eigen architectuur hebben.
De wereld van het vastgoed, waar miljarden in omgaan, waar overheid en markt samenkomen en het publieke domein steeds opnieuw vorm krijgt, lijkt weinig op te hebben met de labyrinthische verhalen over iemand die zichzelf naakt terugvindt in de vijver van een stadspark, waar eveneens naakte koppels keurig aan de cocktail zitten, of een iemand die een peperdure cruise-vakantie koopt in een rommelwinkeltje, op de vierde verdieping van een prestigieus warenhuis. Maar de elasticiteit van de droom maakt dat je als toeschouwer in je waarde blijft, wanneer je hap snap, links en rechts, op grond van je eigen inzet de dingen die voorbijkomen met elkaar verbindt.
De gelaagdheid van de verschillende regimes – van het huidige vastgoedkantoor naar de kinderspeelzaal van ooit, van de angstdroom zo net naar de gelukzaligheid te kunnen vliegen hier, van verbeelde naar gebouwde omgeving, van leegstand naar monumentenstatus, van een degelijke restauratie naar een hier en daar wat kitscherige herinrichting – en de vele bronnen van informatie die met elkaar in verbinding raken zijn niet alleen overweldigend, de regimes beginnen ook door elkaar te lopen. Of, zoals de makers van PoroCity dat waarschijnlijk noemen, poreus te worden.
Tegen het einde van de rondleiding door het Burgerweeshuis, kruipt Julia Willms ineens toch even over de vloer, als een kind dat vervuld raakt van ontzag wanneer het ’s nachts onder haar bed het eindeloze heelal aantreft. Matthew Day droomt dan juist op dat moment hoe hij wakker wordt naast de verkeerde partner. Even begint er iets van opwinding en griezeligheid te spelen tussen de vertellers en hun publiek. Meer van die dramatische momenten zouden de toeschouwers zeker meer prikkelen in hun verbeelding.
Echter, het lijkt er Božić en Willms juist om te doen zo min mogelijk hiërarchie aan te brengen in de veelheid, en de toeschouwer over te laten aan zijn eigen hangups en voorkeuren. Wat mij betreft zou de dynamiek van de rondgang, qua intensiteit van de aankleding en de inkleding door de vertellers, wel wat extremer kunnen. Het tempo van de rondgang was nu wel heel regelmatig, haast bedaard. De dynamiek van PoroCity, de mate waarin leegte en afstand worden toegelaten en zich verhouden tot intensiteit en volheid, zal ook per locatie verschillen. Niet alleen historische gebouwen staan op het programma, ook theaters en galerijen.
Al met al is PoroCity een uitdaging aan spelers en publiek, om de doorluchtigheid te vinden om de vele bronnen van informatie te incasseren en een plek te geven, van politiek-historische kaders en de conventionele omgang met de gebouwde omgeving tot de droomstaat waarin de gidsen voorzichtig pootjebaden. Porositeit is niet een kwestie van grote gebaren en hoofdlijnen, maar het doorsijpelen via de kleinste deeltjes. Behalve in de helderheid van het voorstel, maakt PoroCity ook nieuwsgierig naar de manier waarop de acteurs zich als speler, dromer en gids gaan ontwikkelen op de verschillende locaties, opdat de toeschouwers op porie- of celniveau wordt meegenomen.
Foto: Thomas Lenden
Luister hier naar de podcastrecensie van deze voorstelling, die Luc de Groen maakte voor De Theaterpodcast.