Op papier ziet het er overzichtelijk en meeslepend uit. De aan dope en foute mannen verslaafde prostituee Bess vindt haar ware liefde in de kreupele bedelaar Porgy, maar valt terug in haar oude gewoontes en verlaat hem voor haar dealer. (meer…)
Een geliefde opera is na zestig jaar terug in Nederland. Porgy and Bess van George Gershwin is gebaseerd op een roman van Edwin DuBose Heyward, die weer teruggaat op een waargebeurd verhaal over een kreupele bedelaar in Charleston, een vissersplaatsje in North Carolina. In 1953 ging deze geheel door zwarten gezongen opera uit 1935 voor het eerst op tournee in Europa. Nu is hij naar Nederland gehaald door Stardust Theatre; hij is nog enige malen te zien in Breda en staat de hele eerste helft van maart in het RAI Theater in Amsterdam.
Nee, vernieuwend theater heb ik aan deze voorstelling niet kunnen ontdekken. Het decor is tamelijk ouderwets: krakkemikkige houten huizen en een ver uitzicht op geschilderde vissersbootjes. Het decor kan enigszins moeizaam inklappen en laat dan de binnenkant van een van de huizen zien. Tijdens de ouverture leek het even alsof er een paar nieuwe elementen waren toegevoegd: achter een geschilderd gaasdoek werden verschillende korte scènes verlicht met spelende muzikanten. Het zag er mooi uit, maar kreeg geen vervolg in de voorstelling. Je kunt ook zeggen: wie heeft er behoefte aan vernieuwing, als de muziek zo mooi is, als er zo goed wordt gezongen en er door de acteurs zo aanstekelijk wordt gespeeld. De erven Gershwin zouden overigens elke vernieuwing die je zou kunnen bedenken resoluut tegenhouden.
Het verhaal van de kreupele Porgy, die verliefd wordt op de flamboyante Bess en een korte tijd gelukkig met haar kan zijn totdat zij hem onder invloed van de verleiding van cocaïne toch verlaat, heeft op zich een grote mate van naturel. George Gershwin en zijn broer, tekstschrijver Ira Gershwin, hebben voor de setting van hun opera een aantal malen rondgekeken in Catfish Row, Charleston, waar het verhaal zich afspeelt.
De muziek is in hoge mate geïnspireerd op spirituals, blues en jazz. Gershwins melodieën zijn intussen standaardrepertoire geworden en de opera is nu niet meer zo onthutsend als dat in 1953 het geval was. Hij blijkt ook meer als een opera te klinken en minder jazzy dan ik verwachtte; in het orkest overheerst onder dirigent Willam Barkheymer de klank van violen. Maar de schildering van de zwarte dorpsgemeenschap, met al het straatleven, de armoede, het gezwoeg van vissers, het willekeurig geweld, het geloof en het bijgeloof, de eenzaamheid, de liefde, de verleiding en het verraad, blijft fenomenaal.
Omdat het stuk voor de zangers zo inspannend is zijn de grotere rollen dubbel, soms driedubbel of zelfs vierdubbel bezet. In Breda zag ik Alvy Powell als een sonore Porgy, met een warme stem en uitstraling, en Morenike Fadayomi als een uitdagende, sensuele Bess. Vooral hun duet ‘Bess, you is my woman now’ is prachtig.
Jermaine Smith is een geestig zingende, dansende en springende verleider Sportin’ Life, die waarheden van de bijbel bespot in het vileine ‘It aint necessarily so‘. Heather Hill als de jonge moeder Clara zingt het beroemde slaapliedje ‘Summertime’ heel mooi en ontroerend. Verder zijn er nog veel rollen van oudere en jongere, dikkere en dunnere, grappige en aandoenlijke mensen.
Je kunt je er misschien een paar vragen bij stellen. Bijvoorbeeld waarom dit een opera is en geen musical of een operette. Misschien zit dat vooral in de grote kwaliteit van de doorgecomponeerde muziek. Gershwin noemt het zelf overigens een volksopera.
Is het toch geen exploitatie van zwarte cultuur voor een overwegend blank publiek? De zwartepietdiscussie gaat hier in elk geval niet op. De erven Gershwin weigeren zwart geschminkte blanke zangers. Voor zwarte zangers zijn dit gedroomde rollen en kan het een opstap betekenen naar andere grotere en kleinere operapartijen.
Ten slotte: hoe authentiek is een door een joodse Amerikaan gecomponeerde zwarte opera? Het antwoord is misschien dat muziek gelukkig niet aan huidskleur, godsdienst, afkomst of landstreek gebonden blijkt en de laatste tijd is vaker aangetoond dat de Amerikaanse populaire muziek vanaf het begin een verbazingwekkend en onlosmakelijk mengsel is van zwarte, blanke en gedeeltelijk ook joodse elementen. Gelukkig daarom dat een nieuw publiek nu kennis kan nemen van dit meeslepende en overrompelende drama.
Foto: Luciano Romano
Gisteravond in de RAI in Amsterdam genoten van de uitvoering door het New York Harlem Theatre gezelschap. Wat een weergaloze muziek en prachtige vertolking in een schitterend decor. Adembenemend van begin tot eind. Hulde aan de artiesten, zowel op het toneel als in de orkestbak. Ontzag voor Gershwin….. groots en meeslepend.