In Hotel Hierwaardaar komt het hele hotel in opstand: lichtknopjes hebben een eigen wil, het lobbymeubilair verplaatst er lustig op los en ’s nachts hebben wind en mist vrij spel. Angstaanjagend, zou je denken, maar de montere hotelgasten krijgen het voor elkaar de magie met zo’n aanstekelijk plezier te omarmen, dat elk volgend hotelbezoek alleen nog maar finaal tegen kan vallen. Ouders, wees dus gewaarschuwd. (meer…)
Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met je publiek te waarschuwen voor de gevolgen van het wereldwijd toenemend populisme, moet Het Filiaal gedacht hebben, toen ze besloten hierover een poppentheatervoorstelling te maken. Een familievoorstelling vanaf 8 jaar, zoals op het affiche staat te lezen.
Eva Gouda leverde hiervoor de sterke tekst, Monique Corvers regisseert met vaste hand het ensemble van drie poppenspelers en een slagwerker. Binnen een uur maken ze overtuigend, speels, aantrekkelijk én heel serieus de mechanismen inzichtelijk achter de snelle verspreiding van populistisch gedachtengoed.
De voorstelling gebruikt voor de huidige politieke situatie een metafoor met sprookjeselementen, zoals vaker gedaan is in film (Invasion of the Body Snatchers, 1956 en 1978), toneel (Jevgeni Schwartz, De Draak), opera (Comedy on the Bridge, Martinu), literatuur (Hondehart, Boelgakov, Animal Farm, Orwell). We zijn getuige van een conflict rondom het koninkrijk Berg en Dal, bewoond door bergbewoners (‘Bergers’) bovenaan en dalbewoners (‘Dallers’) onderop. De Bergers beschikken volop over zonlicht, waar de Dallers het per dag met slechts één schamele minuut zon moeten doen. Daar genieten ze dan ook altijd met volle teugen van, totdat ene Barrie, een Daller met een opvallend kuifje, het idee in de wereld brengt dat de Bergers de zon gestolen hebben die de Dallers rechtens toekomt.
De voorstelling begint met een proloog op meta-niveau: de poppenspeler houdt een dialoog met zijn pop, die in eerste instantie niet genegen is te doen wat de speler hem opdraagt, waarop de speler duidelijk maakt hoe de verhoudingen liggen. Het is de speler die de touwtjes in handen heeft. De populist Barrie, die een aantal scènes later zijn intrede doet, is zelf ook voorzien van een kleinere verse van zichzelf, een handpopje dat hij op zijn beurt manipuleert en waarmee hij – zelfs als hij alleen is – communiceert. Uiteindelijk wil Barrie álle touwtjes in handen krijgen.
Met veel vaart wordt vervolgens het verhaal vooruit gestuwd. In hoog tempo passeren de scènes: een televisiedebat wordt gevolgd door dorpsgeroddel, in een toespraak voor de Dallers vuurt Barrie hen aan het vermeende onrecht te wreken, vriendschappen komen onder druk te staan en de enige dissidente stem bij de Dallers wordt de mond gesnoerd door het syllogistische geweld van Barrie.
De poppen, gevormd door bovenlijf, bekkend hoofd en bespeelbare armen, worden afgewisseld met scènes waarin andere scenografische elementen centraal staan (verlichte ramen in miniatuurhuisjes in het dal, losse decorelementen die dienen als gevangenis, vergadertafel, lessenaar etc.). Het geheel wordt energiek en live voorzien van muziek die scherpe accenten kan leggen, of juist een lyrische saus over een scène kan gieten, toenemende spanning kan creëren en wat er verder op dat moment nodig is.
Nederlandse versies van de befaamde Britse satirische poppenserie Spitting Image hebben hier geen vaste voet aan de grond gekregen. De karikaturaal-realistische uitwerking van die poppen is van een heel andere orde dan de geometrisch geabstraheerde die Het Filiaal gebruikt, maar de retorische hand van de Barrie-pop wordt behendig bespeeld door Barend van Daal en portretteert overtuigend een door mediatraining gepokt en gemazeld figuur; Ramses Graus weet trefzeker de andere Dallers gestalte te geven en nieuwkomer Alidtcha Binazon voegt zich naadloos in het ensemble.
Alle belangrijke thema’s komen aan bod en Het Filiaal deinst er gelukkig niet voor terug aan het eind te tonen waar het rücksichtlose populisme onvermijdelijk toe moet leiden: een vernietigend slagveld. Her en der liggen onderdelen van de poppen verspreid. En zoals de voorstelling in de proloog begonnen is, eindigt hij in een epiloog ook op meta-niveau: de spelers overleggen hoe ze voor een jeugdig publiek toch een happy end kunnen improviseren, omdat dat nu eenmaal de bedoeling is van een familievoorstelling: het publiek op een positieve slotnoot naar huis laten gaan.
Het is altijd heerlijk om poppentheatermakers aan het werk te zien die hun vak verstaan en goed materiaal in handen hebben. Als dan ook nog een belangrijk en acuut thema van a tot z op intelligente wijze behandeld wordt, moge duidelijk zijn dat de bescheiden niche die poppentheater in Nederland vervult in bredere kring meer aandacht verdient.
Foto: Joris van Bennekom