Ze wonen in hetzelfde blok. Een betonnen blok waar de appartementen klein zijn en naar oude pis ruiken. Dat blok blijft aan je voeten kleven, eens in het blok altijd in het blok. Het blok is gemeen, maar zij spelen er. Ze zoeken elkaar op, maken muziek en dromen van rust tussen de sterren en een ‘huis met een puntdak en een achtertuin’ voor iedereen. (meer…)
Popcorn is alweer de negende productie van Randi de Vlieghe bij het Belgische productiehuis fABULEUS. Het publiek, jong en oud, stond na afloop van de Nederlandse première tijdens Festival Tweetakt op de stoelen. Het plezier om samen te spelen, te dansen en muziek te maken, spat van de voorstelling en werkt aanstekelijk. De dansers Xavier Ojeda Hernández, Samuel Minguillón en Jonas Garrido Verwerft en de muzikant/componist Ephraïm Cielen houden samen een uur lang een jongensachtige baldadigheid vol, waarbij bravoure, melige grappen en elkaar vliegen afvangen de toon zetten.
Met virtuositeit indruk maken op elkaar en het publiek, risico nemen door linke capriolen uit te halen op de grens van urban en acrobatiek, elkaars materiaal overnemen of de ander juist verstoren, het trio dansers in Popcorn wervelt van de ene vondst in de andere. Ook multi-instrumentalist Cielen is goed op dreef in zijn percussie, gelardeerd met enige loopjes en zo nu en dan zelfs een vocaal nummer.
De opbouw is aanvankelijk glashelder en vertaalt de vraag naar de betekenis van ritme algauw naar de relatie tussen dans en muziek, zie manupulatie, zie uitwisseling, zie samenspel. Relativering en zelfspot zijn belangrijk, ze nemen het publiek mee en geven het de ruimte. Er wordt hardop gegriezeld als een van de dansers in een split naar de vloer zeigt, en wanneer later in de voorstelling alledrie achter het drumstel van Cielen plaatsnemen, is dat geheel geloofwaardig. Alles kan, alles mag in Popcorn. Al met al levert het een uur lang voorbeeldig geravot op, maar dat is nu ook precies de makke van de voorstelling.
Jammergenoeg interpreteert De Vlieghe de relatie tussen de dansers en de dans, en tussen dans en muziek steeds erg één op één. Zelden komt er een flow tot stand, of ontstaat een dubbele bodem. Alles blijft staccato en geïsoleerd. Alhoewel – in het middendeel, wanneer de drummer echt enige tijd lang zijn gang kan gaan, en ook de dansers op zeker moment zich iets langer kunnen verliezen in een en dezelfde bewegingsmateriaal, drijgt er zowaar iets meer dan lol en pretentieloosheid te ontstaan. Ook een moment waarbij Cielen de beweging aangeeft, en de drie prof-dansers zich in hele kleine disco beweginkjes moeten verdiepen, lijkt een mogelijkheid om iets anders dan bravoure voor te schotelen.
Popcorn lijkt zo meer een etude, een verzameling vondsten die zeer onderhoudend is, maar als voorstelling niet verder transformeert. Het pretentieloze karakter wordt voorspelbaar en op zeker moment weet dat je dat er niets zal gebeuren. In de flyer lees ik dat de grens van niet en iets een bron van inspiratie is geweest. Jammergenoeg spelen spektakel, spanning bouwen en sensatie zoeken een grotere rol dan verstilling en leegte, laat staan nietserigheid. In Popcorn gebeurt steeds iets, en te weinig niets.
Foto: Clara Hermans