Jeugdtheatergezelschappen kunnen niet alleen hun reguliere voorstellingen niet spelen, ook de vele schoolvoorstellingen gaan de komende weken niet door. Voor alle kinderen die nu noodgedwongen thuisonderwijs krijgen én hun ouders deelt Theaterkrant links naar online voorstellingen, gekoppeld aan een of meerdere lesthema’s. Vandaag: Zwijnenstal. (meer…)
Met een krachtig uitgestoten ‘Ahoy!’, de arm fier in de lucht geheven, besluiten zangers en musici de opera Piratenkoningin van Monique Krüs. De tot de laatste stoel met kinderen, (groot)ouders, ooms, tantes en andere belangstellenden bezette zaal van het Wilminktheater in Enschede barst los in een minutenlang gejubel en applaus. Verdiend, want met deze coproductie met Theater Sonnevanck en Dawn Collective schiet de Nederlandse Reisopera vol in de roos.
De gloednieuwe opera, geregisseerd door Daniël van Klaveren, trakteert ons anderhalf uur lang op spannende, ontroerende, geestige en heldhaftige scènes, waarin hoofdpersoon Oona zich van schuchter weeskind ontwikkelt tot dappere piraat. In het eerste bedrijf wacht zij nog gedwee af of adoptieouders haar en haar zelfgekozen broertje Toby zullen uitverkiezen voor een nieuw thuis, maar gaandeweg transformeert zij tot een onverschrokken piraat. Zij bevrijdt Toby uit de handen van de gevreesde Queen, die kinderen in konijnen verandert.
Oona wordt hierbij stevig aangemoedigd door haar overleden grootmoeder, de legendarische Piratenkoningin Grace O’Malley, die als schrik der wereldzeeën menig slachtoffer in mootjes hakte. Voortdurend pookt ze haar kleindochter op om met geweld haar zin door te drijven.
Subtiele twist is echter dat Oona er weliswaar in slaagt kapitein te worden van een stel woeste piraten, maar noch geldbelust, bloeddorstig of wraakzuchtig blijkt te zijn. ‘Samen staan we sterker’, is haar motto en aan het slot van de opera vergeeft ze zelfs de Queen die Toby vlak daarvoor nog zijn konijnenkopje dreigde af te hakken. Eensgezind besluiten ze hun strijdbijl te begraven en een vreedzame toekomst tegemoet te varen.
Piratenkoningin zit boordevol prachtige, afwisselende muziek. Krüs weet met een eenzame fluit of hoorn het smachten naar liefde van de weeskinderen op te roepen, terwijl opzwepend tromgeroffel en driftige strijkers illustreren hoe Oona haar eigen moed ontdekt. De enge Krab houdt de kindertjes eronder met het ritmisch gesiste ‘Ts, Ts’ en de gevangen kinderkonijntjes bezingen in hemelse samenzang hun afgedwongen liefde voor de Queen. Terugkerend thema is een aanstekelijke walsje, dat het deinen van de golven oproept in het lijflied van Grace O’Malley: ‘Water, overal water.’
De kostuums zijn al even goed gekozen. De weeskinderen dragen eenvormige okergele tunieken; de Queen is gestoken in een oogverblindende jurk à la Queen Elizabeth I; O’Malley draagt een witte bloes met overmaatse pofmouwen en gigabrede piratenriem, en Oona verruilt haar weeskindtenue voor een kleurrijke piratenoutfit.
Het decor wisselt met een simpele draai van weeshuis met stapelbedden naar het dek van een schip en met een vallende wand naar de afgesloten ruimte waar de Queen haar kindertjes wortels en sla laat eten. Ronduit aandoenlijk zijn de leden van het niet met name genoemde kinderkoor, die met hun wiebelende kopjes en onder hun kin gevouwen handjes treffend een kolonie konijnen oproepen. Mooi is hoe ook de eveneens gekostumeerde musici meedoen aan de handeling, waarbij blazers en strijkers soms als kemphanen tegenover elkaar komen te staan.
Francis van Broekhuizen is met haar imposante verschijning, dito stem en fenomenale timing de gedroomde Grace O’Malley, die de lachers geregeld op haar hand krijgt met rake oneliners: ‘Vlak daarna vond ik zelf mijn bloody dood!’ Aylin Sezer is een al even ideale Queen, die je met haar gemene lachje en angstaanjagende mimiek de stuipen op het lijft jaagt. Ondertussen zingt ze moeiteloos virtuoze cantilen met een warme sopraanstem die in alle registers egaal blijft.
Oona wordt vertolkt door Lilian Farahani, wier stem al even wendbaar is en die met vanzelfsprekend gemak schakelt tussen haar meer verlegen en heldhaftige kanten en zo haar ontwikkeling voor iedereen invoelbaar maakt. Een glansrol speelt Carl Refos, die met zijn hoekige zijwaartse sprongen en scharnierende krabhand de enge conciërge van het weeshuis gestalte geeft.
Ook de prestaties van overige musici en cast onder leiding van dirigent Anu Tali zijn om door een ringetje te halen. Piratenkoningin is een heerlijke productie die het verdient een vaste plaats te krijgen in het operarepertoire.
Foto’s: Sanne Peper