Waar eerdere voorstellingen van regisseur Sanne Nouws en haar team opvielen door de bonte werelden die ze opriepen (en niet alleen voor de jeugd), is Storm voor wie wakker is in zwart gedompeld. De nacht is dan ook het thema, de doorwaakte nacht wanneer het stil is in huis en buiten je raam, en je hoofd toch maar doorraast. (meer…)
Tevreden flappert een pinguïn door zijn vertrouwde habitat, in de openingsscène van Ping Win. Er is niets aan de hand, zijn wereld is overzichtelijk: een pinguïn bijvoorbeeld, kan natuurlijk alle vormen aannemen, maar is zwart-wit met oranje snavel. Wel zo duidelijk. Dan komt er een tweede pinguïn op, ook keurig zwart-wit, al piept er een lok felgroen haar onder haar muts vandaan. Geeft niets: dat valt nog prima te negeren. Er volgt een sympathieke ontmoeting tussen deze twee nieuwsgierige zeevogels. Voorlopige conclusie: ze lijken heel wat op elkaar.
Fijn is dat, maar gaandeweg dringen er zich toch steeds meer verschillen op. Dat begint nog onschuldig, als de ene pinguïn oppert dat een pinguïn niet per se zwart-wit hoeft te zijn, maar ook rood kan zijn, of blauw. Onzin, vindt de ander duidelijk, pinguïns zijn zwart-wit en hebben een oranje snavel. Maar moeten snavels eigenlijk per se oranje zijn?
Ping Win is een beeldende, woordloze drieplusvoorstelling van House of Nouws, gespeeld door Bryan Atmopawiro en Femke Arnouts. Regisseur Sanne Nouws presenteert aanvankelijk een fantasierijke, maar eenkleurige wereld, waarin zwart-witte pinguïns in de vorm van prullenbakken, deurmatten en ballen het toneelbeeld domineren.
Daar stelt ze vervolgens een kleurrijk alternatief tegenover, via een tweede pinguïn die weigert zich naar deze zwart-witwereld te schikken. Het spel dat volgt is fascinerend én vervalt gelukkig niet in een voorspelbaar pleidooi voor anders zijn. De ene pinguïn vuurt op allerhande wijze kleuren in het zwart en wit: via gekleurde ballen, linten en steeds uitzinnigere rekwisieten en kostuums. De ander verzet zich aanvankelijk, bakent eenkennig een vierkant aan schaakbordmat af en probeert zijn overzichtelijke wereld te handhaven.
Maar fantasie infecteert, en – heel mooi – zonder aanwijsbare reden, maar gewoon omdat het aanstekelijk is, laat hij steeds meer kleuren in zijn leven toe, accepteert in toenemende mate wat hij eerder vreemd vond en buiten de deur probeerde te houden. De ander ontpopt zich ondertussen van zwart-witte pinguïn tot een veelkleurige paradijsvogel, die immers in elke pinguïn verscholen kan zitten (onthouden dus als je een zakenman ziet lopen, of politicus). Sanne Lips ontwierp hier een prachtig kleurenkostuum voor, dat glittert, golft en verrast. Ook het decor van Catharina Scholten verandert mee, van overzichtelijke zwart-witwereld met rechthoeken, cirkels en driehoeken, tot veelvormige ontdekkingswereld met spannende hoekjes en vrolijke noten.
Maar niet iedereen is een extraverte paradijsvogel, gelukkig niet. Een wereld met alleen felgekleurde vogels is tenslotte precies even eentonig als een wereld met alleen zwart-witte pinguïns. De eerste pinguïn heeft eraan geproefd, heeft geleerd het te waarderen en kiest vervolgens tóch weer voor zijn eigen, overzichtelijke wereld in zwart-witte tinten. Want, zo hebben ze inmiddels ontdekt, die kan prima naast die van de ander bestaan. Nieuwsgierigheid naar de ander is belangrijk en een voorwaarde om samen te kunnen leven, maar minstens zo belangrijk is de ander in de waarde laten en kiezen voor waar je je het meest comfortabel bij voelt.
Foto: Bart Grietens