In ‘Indiaan’ van De Hotshop is op wat weetjes en anekdotes na geen spoor te bekennen van een discours **
‘Met de trein is altijd een beetje reizen’, deze slogan werd een 30 jaar geleden in Vlaanderen door de spoorwegmaatschappij gelanceerd om de mensen aan te moedigen meer de trein te nemen. Nu wordt die leuze vooral ironisch gebruikt: als je met de trein reist, weet je nooit of je je bestemming bereikt met weinig of veel vertraging, en in welke toestand. Moet je staan in een overvolle trein, werkt de airco wel als je in een wei stil staat. Dat maakt treinen eerder tot een avontuur. De theatrale treinreis PerronGeluk trakteert gelukkig op onvoorspelbaar geluk, op het perron en in de wagon.
De ingeschreven reizigers krijgen een koptelefoon op en worden aangemaand het vrouwelijk personeelslid te volgen. We belanden in de kamer met verloren voorwerpen. Koffers, rekken vol spullen, paraplu’s, een blokfluit, een kunstgebit, een mattenklopper, kledingstukken,… Voorwerpen die de mensen van Stichting Laudio en het Tongerse festival Moment prikkelden om een treinverhaal in woord en beeld te brengen.
Elke passagier wordt gevraagd een boek uit de kast te kiezen en mee te pakken. Dat levert voor deze tijden een ongekend beeld in de coupé: allemaal reizigers met een boek in de hand, zonder krant, zonder smartphone, zonder tablet, en allemaal nieuwsgierig en hoopvol gestemd.
We horen via onze koptelefoon oudere mensen aan het woord over hun beroep van vroeger, over hun leven, hoeveel beter het nu is, maar ook hoe veel beter het vroeger was. Instemmend gemompel volgt. En Stichting Laudio zou Laudio niet zijn als ze in hun audioproducties het streektaalgebruik niet in de verf zouden zetten (denk aan de klankkasten van Mariëtte, Marie, Miet, Merol). Je hoort klanken en woorden uit het Hasselts dialect als we vertrekken in Hasselt, en als we Tongeren naderen zijn het Tongerse klanken.
De streekverhalen worden steeds onderbroken door de treinbegeleidster (Joke Emmers). Zij is conductrice in opleiding en dit is haar tweede stagerit. Erg nerveus vertelt ze over zichzelf: ze beseft dat ze nog veel moet leren. Ze rent door de coupé, telt de passagiers, glimlacht de mensen toe, bladert snel in haar boekje. Om dan uit te weiden over de natuurpracht in het oosten, met de bergsilhouetten aan de glorende horizont. Ze droomt weg naar het hogere geluk, in de bergen, dichtbij. Woordspelletjes en metaforen over wissels, spoorveranderingen en omkeringen zorgen voor een charmante ondertoon. Vrolijk word je als je de conductrice-in-opleiding ziet zweven en dansen door het gangpad, haar zingend en parlando ziet opgaan in het kleine geluksmoment dat haar zo onverwachts ten deel is gevallen.
Op het halfuur durend traject horen we niet alleen opgenomen fragmenten en de stem van de leerlingbegeleidster. Een kind interviewt een reiziger, een klarinettist gaat in dialoog met de conductrice. Dat brengt schwung in de coupé. Op de tussenstopstations zien we aan de hekken was hangen, op de perrons dolen vreemd uitgedoste personen en zien we een gestrand gezin dat een dagje zee wilde. Verkeerde trein genomen?
Naar ik later verneem begeleiden een dertigtal figuranten het treinpersoneel op deze rit, vol leuke verrassingen in woord, beeld, klank en spel die deze treinrit tot een aangename verpozing optillen en die aanzetten tot (geluks)mijmeringen.
Op het limburgfestival speelt PerronGeluk zich af rond en in de trein tussen Roermond en Venlo, met lokale mensen en de nodige taalaanpassingen.
Foto’s: Erik Vaesen