‘I’m in love with your boo-dy’ klinkt het door de speakers. Lenette van Dongen staat opzwepend te dansen op het podium. In de uitverkochte zaal gaan de handjes in de lucht en de voetjes van de vloer. En dan moet de voorstelling nog beginnen, want dit is pas de inloop van Dat doet ze anders nooit. De feest- en levensvreugde spat er vanaf bij Van Dongen. (meer…)
Sandstorm van Darude schalt door de boxen, en Lenette van Dongen komt springend op. Een sportief jurkje, witte gympen: ze oogt fit, gezond en jong. ‘Maar’, zegt ze al snel, ‘dit wordt geen Facebook-avond.’ Ze gaat juist die gevoelens bespreken waar geen plek voor is. De zestigjarige Van Dongen ziet namelijk genoeg defecten onder dat jurkje: overtollig vel op haar buik en haar billen zakken steeds onder haar onderbroek uit. Geen schone schijn, maar echt geluk staat centraal in Paradijskleier, misschien wel de troostrijkste voorstelling uit haar oeuvre.
Troep verzamelen om een paradijs te bouwen dat je eigenlijk niet wil. Dat doet een paradijskleier, en dat veroorzaakt hooguit een soort nep-geluk. Een nieuwe trui? Duurt hooguit twee weken. Wat Van Dongen betreft krijg je elke dag, vanaf je eerste kop koffie, opnieuw kansen om geluk te sparen, en kan er zelfs in de meest droevige situatie een onverwacht gelukje zitten. Als je maar de moed hebt om alles te voelen. Dat is, zegt ze zelf al snel, de belangrijkste boodschap uit haar voorstelling.
De zoektocht naar geluk is al sinds haar eerste cabaretvoorstellingen in de jaren negentig onderdeel van haar shows. Steeds lijkt ze een stukje dichterbij te komen. Terwijl ze groeit als mens, groeien haar voorstellingen mee. Dit is haar elfde voorstelling, en ze vermoedt zelf haar laatste. Dus trekt ze alles uit de kast om nog één keer uit te leggen waar al dat geluk toch te halen valt. Als vrouw-met-stift-en-flipover, dat heeft ze altijd al eens willen zijn.
Die zoektocht kan spiritueel en meditatief zijn, maar Van Dongen heeft veel te veel energie om al te lang stil te staan bij diepe inzichten. De balans blijft bewaard, contemplatieve muziek wordt afgewisseld met hyperactieve dance. Dan springt ze als een blij ei op de trampoline, en de hele zaal doet mee. De beweeglijke cabaretière beeldt met verve allerlei seksuele toestanden uit, speelt met woorden (‘het achterste tiet-syndroom’ bijvoorbeeld – gebaseerd op honden en pups) en gaat met veel fantasie aan de haal met de uitspraak ‘Suiker is het nieuwe roken’: straks staat ze met de rokers buiten haar bonbons op te eten.
Het tempo ligt hoog, soms iets te hoog. Dan zitten er wat onverstaanbare zinnen tussen of wordt de dance-muziek zo abrupt gestart dat je geen tijd hebt om bij te komen van de vorige scène. Dan voelt het toch een beetje alsof Van Dongen gevoelens overslaat. Haar poppige liedjes zijn juist weer aan de lange kant met de herhaalde refreinen op het eind. Omdat de begeleiding een geluidsopname is, valt er niet mee te variëren. Maar dit zijn slechts details in de twee uur durende show, die als een stuiterbal aan je voorbij gaat.
Indringend zijn de momenten waar ze ervoor kiest stil te staan bij de narigheid. En dat is nu eens niet haar eigen narigheid, want die heeft ze eindelijk overwonnen. Nee, het publiek staat centraal. Het ontroerend hoogtepunt bereikt ze als ze iemand het podium op trekt die aangeeft wel een troostrijk lied te kunnen gebruiken. Ze zingt diegene persoonlijk toe, met zo veel intense liefde dat het lijkt alsof ze elkaar al jaren kennen. En in zekere zin is dat misschien ook wel zo, want Van Dongen heeft altijd al een sterke band met haar publiek.
Die focus op het geluk van haar publiek levert een warm bad op, vol troost en plezier. Zonder de arrogantie van Facebook-clickbait geeft Van Dongen haar tien tips voor geluk; eenvoudige, waardevolle wijsheden, hintend naar het spirituele (zoals wees dankbaar en gul), maar ook praktische (zoals eerst de rotklussen opknappen). ‘Aan het eind van de avond zou je willen dat je al zestig was’, beloofde Van Dongen een ‘dertigje’ op de eerste rij. Dat zou best wel eens kunnen kloppen.
Foto: Annemieke van der Togt