Alcmaria Victrix!!, klinkt het onderweg. Het is 8 oktober 1573 en Alkmaar is eindelijk bevrijd van de Spaanse overheerser. Of is dat toch nog een Spanjaard, met zijn enkels in de modder? Collectief BLAUWDRUK stort zich met twee Alkmaarders en een krijgsgevangene in het feest van de vrijheid. Maar hoe vrij is dat eigenlijk, vrijheid? (meer…)
Wat is geluk? Het idyllische leven van de bewoners van het zanderige Hof van Eden wordt wreed verstoord als Eva in een moment van onbedachtzaamheid toch die appel van de boom rukt. In Paradijs Aan Het Einde – Een clusterfucking oorsprongssprookje van Bijbelse proporties, het derde deel van de onvolprezen Privilege-trilogie van Collectief Blauwdruk, leidt het tot een drama van Bijbelse proporties.
Net als de eerste twee delen is Paradijs Aan Het Einde gebaseerd op een treurspel van Joost van den Vondel, overigens zonder van de (in hun eigen woorden) ‘onspeelbare meesterwerken nog maar een snipper heel te laten’. Gijsbrecht van Aemstel werd bij hen Ik hoop op zegen (2020) een post-apocalyptisch drama op het water; Recht op de hemel (2021) was een radicale bewerking van Vondels Lucifer en Paradijs Aan Het Einde is een zeer vrije interpretatie van Adam in Ballingschap.
De kernleden van het collectief werkende Blauwdruk vonden elkaar op de Toneelschool in Arnhem waar ze een voorliefde bleken te delen voor barok theater over de grote thema’s van het leven, met veel dramatiek en theatrale gebaren. Ze gebruiken thema’s en personages uit de klassiekers, om daar volstrekt eigen voorstellingen van te maken, waarbij ze een aantal grote thema’s van nu – in dit geval polarisatie, ongelijke kansen, klimaatverandering, de man-vrouwverhouding, (gebrek aan) vertrouwen in de macht en ga zo maar even door – verbinden met kleinmenselijke gevoelens.
Als ‘hooggeëerd en ook nog niet gecreëerd publiek’, worden wij ontvangen op een open plek in de Bergense duinen na een korte wandeling door het bos – onderweg moeten we zelf even een campingstoeltje ophalen. Het is namelijk anno nul en ‘in den beginnings was er niets. Er was een hier en er was een nu.’ Net als in hun andere werk valt meteen het taalgebruik op: een heerlijk eigen mengsel van ritmisch en rijmend, quasi-deftig en soms futuristisch jargon, doorspekt met (vooral) Engels. Het is niet alleen heel grappig, ze maken voortdurend slimme en relevante verwijzingen naar hedendaagse trends en de actualiteit. Zoals dat ‘hier en nu’, waar iedere mindfulness-cursist voortdurend naar op zoek is…
We zien aanvankelijk Eva (Dinda Provily) en Adam (Tijn Panis), beiden gekleed in lange jassen met flappen waaronder niets dan een goudachtige onderbroek. Vooral Adam put zich uit in verrukte kreten over hoe gelukkig hij wel niet is en ook Eva is ‘happydepeppie’. Eva, zo wil het verhaal, is de eerstgeborene; zij trok een voor een de overige leden van het kleine gezelschap uit de grond: Adam, Belial (Bram Walter), Uriël (running gag in het stuk, hij komt nooit opdagen) en Rafaël (Romijn Scholten). Ze verzekeren elkaar voortdurend hoe goed ze het hebben getroffen met elkaar en met het leven dat vooral bestaat uit helmgras zoeken en vervolgens kibbelen over wat het wordt: helmgrassoep of helmgrasburgers.
Totdat Eva, duidelijk de baas van het spul – een mooie rol van Dinda Provily die zich naadloos voegt bij het mannengezelschap – , haar bekentenis doet: ‘Voor ik het wist/had ik ‘m toch gegrist’. Ze laat hem zien: een pracht van een appel in haar hand. ‘To eat or not to eat’, mompelt ze zachtjes.
Wie die appel eet, mag in zeven dagen de wereld opnieuw scheppen, dat heeft de slang haar ingefluisterd. Het leidt tot hilarische verwikkelingen waarbij de machtsverhoudingen voortdurend verschuiven. Binnen de kortste keren ontspint zich inderdaad een drama van Bijbelse proporties, waarin een gezamenlijke toekomst misschien wel net zo onmogelijk lijkt als terugkeren naar het oorspronkelijke geluk. Het zo gekoesterde paradijs blijkt vooral een illusie en het geloof in een maakbare toekomst leidt tot jaloezie, machtsmisbruik, concurrentiestrijd, tot woeste knokpartijen in het zand aan toe.
Geweldig hoe er binnen de machtsverhoudingen tussen het viertal voortdurend verschuivingen plaatsvinden: er wordt gemanipuleerd en om beurten is er telkens wel één die vindt dat hij recht heeft op de appel. Zo probeert Belial de schlemielige Rafaël tegen Eva op te zetten: ‘Wij zijn te lang mis-bedeeld/het spel wordt zonder jou gespeeld/als er twee zo worden gemarginaliseerd (…)’ om te concluderen: ’Hoe jij door haar gemansplaind wordt!’ Uiteindelijk komt zo’n beetje alles wat er mis is in de wereld aan de orde, van de kleine gekwetste gevoelens van het individu tot aan het rendementsdenken, megalomane zelfverrijking en de managerscultuur.
Paradijs Aan Het Einde is een fraai sluitstuk van de Privilege-trilogie, een even hilarische als bloemrijke en rake zedenschets.
Foto: Tibor Dieters