Bravoure, dacht je. Vrolijke bluf van een viertal overmoedige jonge theatermakers: Lisa Verbelen, Sanne Vanderbruggen, Judith de Joode en Benjamin Moen. Begin twintig waren ze toen ze debuteerden met BOG. Een poging het leven te herstructureren, een sprankelende voorstelling die precies dát deed: proberen greep op het bestaan te krijgen, met taal als belangrijkste tool. (meer…)
Quinsy Gario is goed in praten. In de politiek, kun je als redenaar emplooi vinden. Je laten kiezen tot Tweede Kamerlid lijkt niet onmogelijk. Wat komt daar bij kijken? Ligt de macht daar wel? Quinsy Gario heeft er zijn gedachten over laten gaan en deelt op zijn eigen wijze zijn bevindingen.
Hierbij beweegt hij zijn ronde lijf soepel en zwierig door de hele zaal waarbij hij met zijn armen en handen figuren maakt die een eind richting ballet komen. Broer Jurgen zet er als dj een mooi geluidsbeeld onder dat de zeggingskracht vergroot. Met de aandacht van zijn publiek zit het wel goed op deze manier.
Enkele van zijn relativerende opmerkingen over de Tweede Kamer zijn nieuw en verfrissend. Zoals het feit dat het Tweede Kamerlid dat volgens een peiling in 2015 het meest voor elkaar kreeg, ook een volstrekt onbekend Tweede Kamerlid is. Om gekozen te worden moet je bij een belangrijke partij horen, een partij met bekende mensen en partijbonzen. Maar om iets gedaan te krijgen moet je weer onopvallend te werk gaan en je eigen ego helemaal opzij zetten.
Een visueel en theatraal aspect van de voorstelling bestaat uit de verzameling gele voorwerpen waarmee hij te pas en te onpas in de weer is: ballonnen van cijfers, badeendjes, parasolletjes. Een geel meetlint van 150 cm (= totaal aantal Kamerleden) gebruikt hij om aan te geven hoe klein het huidige aandeel Kamerleden is met een ‘biculturele’ achtergrond. Een zwarte man ontbreekt helemaal.
Een handelsmerk van Quinsy Gario is dat hij na een mededeling van enige importantie telkens een lachje kan doen volgen, waar een kinderlijk plezier om zijn eigen opmerkingsgave in doorklinkt. Tegelijk is het ook alsof hij van een afstandje lachend toekijkt op hoe de wereld nu eenmaal in elkaar steekt en dat hij het allemaal niet zo erg genoeg vindt om je er boos over te moeten maken. Ook dit werkt relativerend.
Het handjevol verfrissende opmerkingen en de theatrale presence van de spreker mogen dan voldoende zijn om de aandacht een uur vast te houden. Na afloop ervan is er toch een gevoel van ‘Is dit alles?’. De voorstelling is eerder onderhoudend dan shockerend. Aan de status van de parlementaire democratie als de nog minst slechte oplossing doet de voorstelling niets af. De bijdrage wordt ter kennisgeving aangenomen, maar of ze nog beklijft tussen de kakofonie van politieke uiteenzettingen die we tussen nu en de verkiezingen van de Tweede Kamer nog over ons heen zullen krijgen is nog maar de vraag.
Op de achtergrond van de zaal staan 150 op elkaar gestapelde stoelen die de 150 Kamerzetels moeten verbeelden. De luie fauteuils en tweezitsbanken voor het publiek zijn niet meegeteld. Bij zijn eerste optreden op het Fringefestival 2016 stonden de ramen wagenwijd open en lieten het verkeersrumoer binnen. Het publiek van vier toeschouwers mocht programmapunten aandragen die werden bewaard in een – ook weer – gele map.
Tijdens de voorstelling viel er in het zicht van het publiek een ingelijste poster met daarop een opsomming van ‘Important Events and Dates in Negro History’ van de muur. Dat was geen opzet. Het was ook geen aanleiding om te suggereren dat de nieuwe politieke beweging van Quinsy Gario met zijn onmiskenbaar Antilliaanse inbreng aan die lijst moet toegevoegd. De politieke partij lijkt in de knop te zijn gebroken door de moeder van Quinsy. Die verbood het hem de politiek in te gaan. Dus daarom toch maar in het theater gebleven.
Foto: Casper Koster