Kleine Beer zit te vissen. Uit het water diept hij bij toeval een oud groentenkrat op, waarop ‘Panama’ staat. Kleine Beer en zijn vriend kleine Tijger ruiken aan het krat en constateren dat het naar bananen ruikt. Bananen! ‘Panama is het land van onze dromen, want Panama ruikt van onder tot boven naar bananen,’ zegt kleine Beer. En zo gaan de twee vrienden op reis naar het bananenland in de kindertheatervoorstelling Panama bij objecttheatergroep Feikes Huis.

Panama, een regie van Daniëlle Wagenaar, is een verhaal-in-een-verhaal . Twee vuilnislieden in blauwe overalls zitten bij een grote blauwe afvalcontainer. Ze verzamelen plastic-afval. En ze vervelen zich. Daarom maken ze dingen van het plastic afval, zoals torentjes van de gestapelde dopjes van petflessen. Om het monotone bestaan als vuilnismens wat kleur mee te geven, verzinnen ze voor zichzelf een ander leven. De vuilnisman (Niek van der Horst) wordt kleine Beer, de vuilnisvrouw (Roos Hoogland) wordt kleine Tijger.

Zo komt het dat kleine Beer gaat vissen. Met een pvc-buis haalt hij uit de grote afvalcontainer het bananenkrat op. Met kinderlijke logica beredeneren de twee dat een krat dat naar bananen ruikt uit een land vol bananen moet komen. Dus gaan de twee op pad naar Panama, al hebben ze geen idee waar het ligt. Ze besluiten altijd en overal linksaf te gaan. Dat ze daardoor een rondje lopen, dringt uiteindelijk ook tot hen zelf door.

Alle requisieten in Panama worden of zijn gemaakt van plastic. Een deel is afval, veel komt uit het schap bij Blokker. Sommige rekwisieten zijn mooi gelukt zoals een libel en een wesp van hergebruikt plastic.

In de loop van de voorstelling wordt alles uit de container gegooid. Het gebruik van plastic levert niet alleen een enorme puinhoop op, het is vaak ook niet zo duidelijk wat een rekwisiet voorstelt. Het vergt misschien wat te veel inlevingsvermogen in ronde en vierkante constructies paddenstoelen en bomen te herkennen. Hopelijk ziet het jeugdige publiek die zaken er wel in.

Heel kleine kinderen hebben een dito aandachtsspanne en dus is deze voorstelling voor de leeftijdscategorie 2+ terecht beperkt gehouden: een goed half uur. Dat blijkt voor het peutertjespubliek goed te doen.

Panama is losjes geïnspireerd op O wat mooi is Panama, een kinderboekenhit uit 1978 van de Duitse schrijver Janosch. Het is jammer dat het klassieke kinderverhaal van Janosch over Kleine Beer en Kleine Tijger in de variant met de twee vuilnismensen niet uit de verf komt. Bij Janosch is de moraal dat de Beer en de Tijger – die inderdaad een rondje hebben gelopen – na al hun omzwervingen weer gewoon thuis belanden en dat dat uiteraard de beste plek ter wereld is. Die duidelijke clou is in de voorstelling niet herkenbaar.

Die vuilnismensen en hun fantasie-leven zitten de Beer en de Tijger eigenlijk vooral in de weg. Het was zeker zo geloofwaardig geweest als Niek van der Horst gewoon als kleine Beer met een pvc-buis had zitten vissen, in plaats van dat hij een verveelde vuilnisman moet spelen wiens fantasie op hol is geslagen.

Foto: Saris&Den Engelsman