In ‘Twools 19’ van Scapino zijn dieren menselijker dan je denkt en andersom. ***
Strompelend op krukken of in een rolstoel geduwd komen de eerste dansers het toneel op tijdens de nieuwe voorstelling van Scapino Ballet Rotterdam. Met choreograaf Marcos Morau heeft artistiek leider Ed Wubbe opnieuw een choreograaf in huis gehaald die een opvallend geluid laat horen. Eerder maakte Morau al een kort stuk voor het Twools-programma van Scapino. Ook Julidans nodigde de choreograaf uit, afgelopen zomer kwam hij met zijn eigen groep dansers La Veronal. De enscenering van die voorstelling Siena liet onder meer een museumzaal zien. Ook het toneelbeeld van Pablo – met de titel wordt aan Pablo Picasso gerefereerd – is theatraal.
Wat Morau met Picasso gemeen heeft, is dat hij sterk beeldend denkt en werkt. Maar de choreograaf doet gelukkig geen poging om zich te meten met de wereldberoemde kunstenaar door dicht tegen zijn werk aan te zitten. We zien het Spanje waar Picasso opgroeide. We zien ook het Spanje dat Picasso verliet, om later terug te keren en opnieuw te vertrekken. Een aaneenschakeling van strijd, wereldoorlogen en een burgeroorlog eisen hun tol bij een volk voor wie de dagelijkse realiteit uit verlies bestaat. Ze verenigen zich in een mars, een rouwstoet of een processie. Vooral van de bewegingstaal voor deze groepsformaties gaat een enorme kracht uit, de Scapino dansers duiken er diep in en komen glorieus boven.
De samenwerking met Sinfonia Rotterdam is de dansers op het lijf geschreven. Marsen, volksliederen en bekende composities stuwen de groep voort. De dans van Morau is op momenten larmoyant en dan weer vol geestdrift. Veelal gelijke bewegingen trekken soms als golven door de massa of vormen een fysiek statement. Er is gekte van een wild om zich heen schietende generaal. Er zijn door verdriet verscheurde vrouwen. In gebed, met hangende pootjes, of de handen ten hemel geheven, ondanks de vele tegenslagen en slachtoffers staat er geen verslagen volk op het toneel.
En zoals de trekken van verschillende geliefden zich vermengden in de vrouwenportretten van Picasso, toont Morau doorleefde ervaringen en situaties die door elkaar lopen of parallellen vertonen. Net als de aanbeden heilige maagd, wordt een vrouw door een aantal mannen op een voetstuk gezet om vervolgens keer op keer te laten vallen.
In Pablo zit ook tekst. Bonnie Doets spreekt met ingehouden emotie en doet dat overtuigend. In korte fragmenten klinken gemis en herinningen door. Er worden verschillende reeksen namen genoemd. Kunstenaars en denkers, tijdgenoten van Picasso, zijn vrouwen, familie en nakomelingen komen aan bod. Uiteindelijk waaiert de lijst uit naar kunstenaars die geen directe verbinding met Picasso hebben maar misschien wel als revolutionair op zijn of haar gebied beschouwd kunnen worden.
In Pablo volgt Morau het principe van de film: een sterk begin en een overdonderend einde, in dit geval onder de bezielde leiding van danseres Leslie Humbert die het tableau meetrekt tijdens Ravels Bolero. Door de structuur van losse scenes daartussen is Pablo op momenten minder goed te volgen.
Het is onvermijdelijk dat de uitvoering van Scapino Ballet Rotterdam van het werk van Morau een enigszins ander karakter heeft dan dat door zijn eigen gezelschap van vaste dansers. Ook daarom is het bewonderenswaardig hoe de Scapino-dansers het theatrale werk naar hun hand weten te zetten zonder kopje onder te gaan in de sterk aangezette emoties en overdadige symboliek van het stuk.
Foto: Bas Uterwijk
Wij hebben hiervoor Ting gezien van het Scapino en dit was geweldig dus wij ook op naar Pablo… Dit is helaas een beetje tegengevallen want wij vonden o.a. dat het geheel qua bewegingen veel op elkaar leek maar wat wij vooral erg storend vonden was de belichting, het was namelijk zo (slecht?) uitgelicht dat je gewoon niet goed het geheel kon zien. Nu zaten wij in het midden in de zaal maar als je meer aan de zijkant zat heb je gewoon nog minder kunnen zien want het speelde zicht ook veel achterin het podium af.