Het is een kleine wereld, die waarin de dieren in de Kikker-prentenboeken van Max Velthuijs leven. Hun actieradius is bescheiden. In Kikker en het avontuur doorbreekt Kikker dat patroon: hij gaat op pad met Rat, de door de wol geverfde vrijbuiter. Terra maakt een wat rommelige poppentheatermusical van dit verhaal. (meer…)
‘Wakker worden! Wakker worden!’ Meteen zet de draaimolen zich in beweging, voortgeduwd door het koor en het Paard. Kikker en Brandweerwagen zijn altijd hetzelfde rondje op altijd hetzelfde plein zat, maar de doorgedraaide eigenaresse durft niet te verhuizen.
Dat is het uitgangspunt voor de vrolijke kermisopera Paard, Brandweerwagen & Kikker, die op een zonnige zaterdagmiddag tijdens de jubileumeditie van festival Deventer op Stelten heel toepasselijk op het grasveld naast de Bolwerksmolen in première ging. Het publiek zit rondom de draaimolen, die door het rondjes lopen van het koor automatisch een tredmolen in gedachten roept, de drie muzikanten van het Nationaal Jeugd Orkest in het midden, vergroeid met de draaimolen.
Kikker droomt van groene grasvelden in de verte, van het avontuur. Brandweerwagen heeft angstige dromen over niet te blussen brandjes en ziet vooral ook het gevaar. Paard wil gewoon blijven waar zij is en laat dat al hinnikend horen. Wanneer Kikker daadwerkelijk vertrekt, resulteert dat in een mooie op Bach geïnspireerde klaagaria van de eigenaresse (‘Och arme ik’), maar wanneer een reiger opduikt die in Kikker een lekker maaltje ziet, slaan allen de handen ineen om de vogel te verjagen. De eigenaresse is dan ook wakker geschud en besluit de dagelijkse sleur te doorbreken en op zoek te gaan naar een ander dorpsplein.
Na iets meer dan een half uur is de mallemolen voorbij en de cirkel rond. Het is razendknap dat op enkele gesproken zinnen na, het hele verhaal gezongen wordt, waarbij sopraan Irene Hoogveld als eigenaresse de ‘echte’ operanoten als een ware diva zingt. Maar ook Maxime Schräder (Brandweerwagen) en Luca Bötzel (Kikker) overtuigen vocaal, net zoals het koor. Door de buitenlocatie en het voortdurend draaien van de zangers, is het onvermijdelijk dat de zang versterkt wordt en via luidsprekers tot het publiek komt. Doordat het publiek echter ook heel dicht op de draaimolen zit, mengen de stemmen niet mooi en ontstaat geen ruimtelijk klankbeeld.
De muziek van Stan Verberkt voor klarinet, trombone en accordeon mengt behendig Franse chansons met kermismuziek, wals en elektronische klankeffecten en houdt ook de allerkleinsten gemakkelijk bij de les. Het libretto van Ischa den Blanken zit vol mooie spitsvondigheden die voortdurend cirkelen rondom draaien.
Waar het in deze voorstelling wringt, is ironisch genoeg dat de makers al te slim en behendig binnen de lijntjes kleuren, waardoor Paard, Brandweerwagen & Kikker nergens echt loskomt. En dat is jammer, want het uitgangspunt biedt ruim voldoende mogelijkheden voor een veel avontuurlijker en tegendraadse kermisopera.
Foto: Vincent Nijhof