De associate artist voor het Holland Festival van 2024 is de Braziliaanse theaterregisseur, filmmaker en schrijver Christiane Jatahy. Het internationale podiumkunstenfestival belicht naast Jatahy’s eigen werk, aan haar gerelateerde kunstenaars en thema’s. (meer…)
Drugsverslaafde tieners: het is een onderwerp dat even gruwelijk is als intrigerend. Want hoe komt een veertienjarige erbij om met heroïne te beginnen? Regisseur Jörgen Tjon a Fong van Urban Myth heeft ervoor gekozen om in Christiane F. het levensverhaal van de gelijknamige Berlijnse heroïneverslaafde tiener te vermengen met het leven van Amy Winehouse en een vierentwintigjarige Jellinekpatiënte.
Op het eerste gezicht zitten daar natuurlijk overeenkomsten in, maar behalve dat zijn deze extra verhaallijnen volstrekt overbodig. De voorstelling duurt slechts een uur, dus er is weinig tijd om door te dringen tot het meest interessante aspect van de thematiek: waardoor ontstaat een verslaving en hoe werkt het brein van een heroïneverslaafde tiener?
Aangestuurd door lichtwisselingen verandert actrice Alexandra Alphenaar telkens van rol: het ene moment is ze de achtjarige Christiane, het andere moment Winehouse die een relaas houdt over haar liefde voor alcohol. Ook vraagt ze haar publiek voorafgaand en tijdens het stuk naar zijn ervaringen met uitgaan, drugs en alcohol. Het is een poging om de thematiek naar het hier en nu te trekken en persoonlijk te maken, maar daarvoor zou alleen het levensverhaal van Christiane al volstaan. Zonde dat daar niet meer tijd voor is vrijgemaakt.
In 1979 verscheen het boek Christiane F. – Wir Kinder vom Bahnhof, waarin twee journalisten het levensverhaal van Christiane Felscherinow optekenden. Het eenzame meisje komt uit een gebroken gezin met een agressieve vader en vindt genegenheid en waardering in de Berlijnse drugsscene. Ze raakt verslaafd aan heroïne en moet tippelen om aan geld voor haar dagelijkse shots te komen. In 1981 kwam de verfilming uit: een rauw, indringend portret met een grote rol voor de muziek van David Bowie.
Waarom Tjon a Fong heeft gekozen voor een musical-/soapactrice is volstrekt onduidelijk. Alexandra Alphenaar speelt vol overtuiging, maar het lukt haar niet om kwetsbaar, lelijk of geloofwaardig te zijn. Met harder of sneller praten en hier en daar een traan zet je nog geen verslaafde tiener neer. Ook is in haar zang haar musicalachtergrond te horen, wat niet bijdraagt aan de rol van rauwe Berlijnse tiener.
Ondanks een aantal flinke missers maakt de voorstelling toch iets los. Het indringende onderwerp is hoe dan ook nog altijd de perfecte antidrugscampagne. Ook sluiten de Duitse liedjes van Nina Hagen mooi aan bij de thematiek, maar toch kun je de gedachte aan de kenmerkende nummers van David Bowie niet loslaten.
(foto: Robby van der Zande)