Over neutronen, protonen, fotonen gaat het, over infrarood en ultraviolet, over het wormgat, de zwaartekracht, sterrenstelsels en over dat het op Jupiter 153 graden onder nul is. Met de snelheid van het licht vuren de twee spelers van Dood Paard feiten en weetjes op hun publiek af in hun nieuwe jeugdtheatervoorstelling Het mysterie van niks en oneindig veel snot. En als het je duizelt, geeft dat helemaal niks. (meer…)
Op een hoekje van de rode toneelvloer zit de 77-jarige acteur Jaap van den Top. Hij meldt dat hij even aan het wachten is op de andere twee spelers, Jip Vuik en Jochum Veenstra. En aangezien hij toch aan het wachten is kan hij net zo goed even vertellen waar de voorstelling, Oude mensen weten niks van oorlog (10+), over gaat.
De rode vloer symboliseert in ieder geval bloed, zo leren we. Want er wordt een tragedie gespeeld en een tragedie, aldus Van den Top, is een verhaal over hoe mensen verstrikt kunnen raken in verschrikkingen en hoe verschrikkelijk dat is. Vervolgens zet hij in enkele zinnen de plot uiteen van de Griekse tragedie die hij en zijn jonge medeacteurs zo zullen gaan spelen en daar voegt hij aan toe dat hij het belangrijk vindt dat kinderen iets over oorlog te weten komen, zoals in deze tragedie het geval is. En hij kan het weten, want hij heeft de Tweede Wereldoorlog meegemaakt.
De tragedie in kwestie is Elektra, maar dan in de versie van Koos Terpstra. Regisseur Céline Hoex putte voor haar afstudeervoorstelling aan de Toneelacademie Maastricht vrijelijk uit Mijn Elektra (het stuk dat Terpstra in 2001 voor jongeren maakte) en voegde daar al even vrijelijk van alles aan toe. Zoals het gegeven dat Vuik en Veenstra, als ze eindelijk opkomen, hebben besloten om het einde (waarin Orestes zijn moeder moet vermoorden) niet te spelen. Want dat kunnen ze helemaal niet spelen en dat willen ze ook niet: dat zou maar een slecht voorbeeld zijn voor de kinderen in de zaal. Ze halen rode ballonnen in de vorm van harten tevoorschijn en geel ‘vredeslint’; zij gaan een vredelievende voorstelling maken. Daarmee komt de tamelijk uitleggerige openingsintroductie van Van den Top in een ander licht te staan; we gaan kennelijk kijken naar een krachtmeting tussen twee opvattingen over wat wel en niet ‘goed’ of ‘slecht’ is voor kinderen om in het theater te zien.
Vervolgens proberen Vuik en Veenstra een pacifistisch relaas op te zetten met de meebrulleus ‘nooit meer oorlog’ en glitterhoedjes. Ze laten het plan tot wraak weg uit de eerste liefdevolle ontmoeting tussen Elektra en Orestes, maar worden teruggefloten door Van den Top, wiens geloof in de tragedie vele malen dwingender is dan hun wens tot vredelievendheid. De tragedie blijkt – fatalistisch als tragedies zijn – onontkoombaar en uiteindelijk sterft Klytaemnestra, gedood door Orestes.
Oude mensen weten niks van oorlog heeft een vlotte dynamiek en de drie acteurs spelen Terpstra’s en Hoex’ teksten lekker weg. Wel blijft het enigszins in het ongewisse waarom Vuik en Veenstra telkens zwichten voor Van den Tops wens om toch die tragedie te spelen. Voor het tienpluspubliek hoeft de tragedie in ieder geval niet: als hen op de man af wordt gevraagd aan wiens kant ze staan, kiezen ze volmondig voor het jonge blije duo. Toch laten Vuik en Veenstra hun olijke idealisme en argumentaties over ‘het hebben van keuzes’ telkens tamelijk makkelijk in de kiem smoren door Van den Top. Hij op zijn beurt weet Klytaemnestra’s pijn en standpunt (bijvoorbeeld haar rechtvaardiging van de wraak) of de dictatoriale opvattingen van de Opvoeder (die het idee voor de moord op zijn moeder bij Orestes implanteert) overtuigend te brengen, maar echt verschrikkelijk wordt het nooit en over oorlog gaat het nauwelijks.
Daarmee blijft de op zich interessante inhoud en krachtmeting tussen jong en oud, tussen pacifistisch idealisme en gruwelijk realisme (of fatalisme?) uiteindelijk toch een beetje hangen en daardoor krijgt de openingsintroductie toch weer de nasmaak van een uitleg waar de voorstelling best zonder had gekund.