Twee oude vrouwtjes, naar het gelijknamige boek van Toon Tellegen uit 1994, serveert een adembenemend liefdesverhaal in een verzameling losse scènes. Centraal staan liefde, de dood, en elkaar tot waanzin drijven omdat je zo gek op elkaar bent. ‘Twee oude vrouwtjes hielden zo veel van elkaar dat zij er ongelukkig van werden. Want wat hebben we eraan, dachten ze.’ (meer…)
Door de knieën zakken of een buiging maken gaat net wat stroef. Een sterfscène op de koude toneelvloer is een ware verzoeking. En samen een kleedkamer delen is misschien nog wel de grootste uitdaging voor de oudere broers Richard en Koen de Man, zoons van de grote acteur De Man.
In Oude meesters van regisseur en schrijver Ger Thijs komen de gebrouilleerde broers Richard (Bram van der Vlugt) en Koen (Joost Prinsen) in dezelfde voorstelling terecht, een krakkemikkige thriller over de Tweede Wereldoorlog. Geen van beiden heeft daar echt zin in, maar geldgebrek en werkloosheid dwingen hen tot een gezamenlijke tour langs lege theaters en troosteloze kleedkamers. Hoe langer de tour duurt, hoe meer het wederzijds wantrouwen verdwijnt en hoe meer ze elkaar weer voorzichtig in vertrouwen durven te nemen. Over het verdriet van een scheiding of de zorgen om een dementerende echtgenote.
Bram van der Vlugt en Joost Prinsen spelen met een aanstekelijk spelplezier de rollen die Ger Thijs ze duidelijk op hun lijf heeft geschreven. Prinsen is de zurige sarcast, die het toneelspel van zijn broer mopperend van commentaar voorziet. Van der Vlugt is de minder geslaagde van twee, een op het oog charmante heer die tussen neus en lippen door gehakt maakt van zijn broer die de hoge kunst verkwanselt door reclamefilmpjes te doen. Maar onder de harde verwijten en de scherpe kritieken is altijd een vorm van liefde voelbaar, wederzijdse bewondering en het besef van de gedeelde littekens van een rottige jeugd in de schaduw van de grote acteurvader.
Het is mooi om de oudere heren Van der Vlugt en Prinsen met zoveel genoegen te zien samenspelen. De soepele en geestige tekst van Thijs leent zich daar ook geweldig voor. Maar echt spannend wordt het nooit. Een echt conflict breekt niet uit en in de kleedkamer van de broers blijft het toch vooral gemoedelijk en beleefd. En dus kabbelt de voorstelling in anderhalf uur rustig naar een te verwachten happy end. Het had allemaal iets gevaarlijker en scherper gemogen en iets minder beschaafd. Maar wie van gemoedelijk theater houdt, kan zijn hart ophalen bij het meesterschap van Van der Vlugt en Prinsen.
(foto: Ben van Duin)