De performers in ‘Jerada’ van Bouchra Ouizguen zijn helemaal van deze tijd en maken toch de connectie met oeroude bewegingen en spiritualiteit ***
Hoe opzienbarend een voorstelling over en door Marokkaanse vrouwen blijkbaar nog is in deze tijd, lieten de reacties op de voorstelling Ottof van choreografe Bouchra Ouizguen zien tijdens het Explore Festival in Den Haag.
Bouchra Ouizguen is geen onbekende in het Nederlandse dansveld. Met haar Compagnie O is zij inmiddels een vaste waarde op internationale festivals, in Nederland was haar werk te zien tijdens Julidans en afgelopen voorjaar bij het Spring festival. Waar in de sterke performance Corbeaux de stemmen van vrouwen bezit namen van de openbare ruimte, wordt tijdens Ottof in de beslotenheid van de theaterzaal het lichaam in beweging erbij betrokken.
Verheugend is het dat bij aanvang onder de lange rij toeschouwers voor de theaterzaal verschillende groepjes vrouwen met hoofddoeken staan, een positieve ontwikkeling die we nog te weinig in de theaters zien.
De voorstelling Ottof bestaat uit een paar delen waarbij vier oudere vrouwen met tussenpozen een voor een plaats op het podium nemen. Aanvankelijk afgewend van het publiek draait de eerste vrouw zich langzaam om en toont zij haar gezicht. Haar blik schiet heen en weer terwijl de muzikale compositie van snaarinstrumenten spanning oproept, op sommige moment klinkt deze later als een onheilspellende kakofonie. Voordat de vrouw zich terugdraait vormen haar handen zich voor haar mond alsof het spreken haar verboden is.
De vier vrouwen dragen allen tot de vloer reikende gewaden en hun haren en armen zijn bedekt met lange sjaals. Ze blijven ver van elkaar verwijderd en hun bewegingen zijn traag. Ze reiken uit, heffen hun handen ten hemel of buigen hun torso’s naar achteren als een langzaam terugdeinzen.
Onder de verschillende lagen kleding piept zo nu en dan een strook glimmende en doorschijnende kanten stof of een gekleurde legging tevoorschijn. Ook in een aantal bewegingen wordt dan al een meer expliciete benadering genomen, zo tast een ferme hand een been, heup en borst af om de vormen ervan te tonen. De stof van de kaftan wordt stevig vastgegrepen en van het lichaam getrokken om ruimte te maken. Het zijn de eerste aanwijzingen dat er achter het beeld van de gesluierde vrouw een andere, minder beperkte wereld schuilgaat dan vaak wordt vermoed.
Even later lopen de vrouwen in een cirkel en laten zij steeds luider hun stemmen horen. Een vijfde vrouw, Bouchra Ouizguen, komt van de tribune gerend en trekt deuren rondom het toneel open. Het is een teken waarop alle vrouwen reageren, de eerste trekt haar rokken omhoog en schudt met haar heupen. Steeds meer kledingstukken worden afgeworpen en er komen felle kleuren en prints van leggings en t-shirts tevoorschijn. Verder gaan de dames niet, al wordt er soms een stukje stof opgetrokken om een blik op een buik te geven en verhullen de resterende kledingstukken weinig van hun vormen.
Met het zaallicht aan is ook de scheiding tussen toneel en publiek opgeheven. De toeschouwers kunnen zich niet meer verbergen achter hun blik. Enkele vrouwen komen de tribune op om zich wild door het publiek te bewegen en hier en daar een stevige omhelzing te geven. De anderen verspreiden zich over de toneelvloer. Er volgt een scène waarin de jas met nepbont stevig tussen de benen wordt geklemd, een suggestief spel met seksuele connotaties.
Steeds verder laten de vrouwen zich gaan en op de klanken van de zwoele stem van Nina Simone worden borsten en billen lustig geschud en met de heupen gezwaaid. Simone zingt over haar geliefde die alleen om haar geeft en zich niet interesseert voor kleding, auto’s of ras. Het is een tekst die deel uitmaakt van een collectief geheugen, gemakkelijk te volgen en daardoor krijgt hij tijdens de voorstelling een nieuwe betekenis. Ook toeschouwers worden van de tribune getrokken om mee te dansen en zo verbindt Ottof vrouwen en de toeschouwers. Een paar stoelen verderop van mij zit een groep gesluierde vrouwen die op momenten niet meer bijkomt van de slappe lach. Gaandeweg wordt steeds duidelijker dat niet iedereen gediend is van zoveel vrijheid.
Terwijl de doorgaans onzichtbare vierde wand tussen toneel en publiek door de spelers juist werd doorbroken, werd er door een aantal bezoekers een metershoge muur gemetseld. Zo waren de teksten uit de mond van de man naast mij op de tribune ter rechterzijde te kwetsend om hier te herhalen, maar ik weet zeker dat Geenstijl de rode loper voor hem en zijn vrouwonvriendelijke en denigrerende herrie met racistische ondertoon uitlegt. Zijn buurvouw deed overigens volmondig mee met het hardop reageren op de voorstelling. Een enkeling verlaat naar het einde van de voorstelling toe de zaal. ’Schaamteloos’ zegt iemand na de voorstelling nog, om met ‘knap hoor’ te vervolgen.
Waarom de opwinding nu zo groot was, is een raadsel. Het Explore Festival dat van 15 november tot en met 2 december plaatsvindt in verschillende Nederlandse steden toont theater van over de grens dat wortels heeft in andere culturen. De publiciteit rondom het festival was duidelijk in haar uitingen vooraf over wat er te zien zou zijn, een ‘ groep oudere vrouwen […] geen gewone danseressen […] die volgens een lange traditie op feesten en huwelijken het (mannelijke) publiek vermaken met hun krachtige zang en fysieke vrijmoedigheid.’ Daarmee laat Ouizguen een aspect zien dat al lang deel uitmaakt van de Marokkaanse cultuur maar oorspronkelijk niet op een theaterpodium te zien was.
Voorafgaand aan de voorstelling was er een inleiding om alvast wat achtergrond en houvast te bieden. Maar al die inspanningen van het festival, de makers en het theater om een context te scheppen voor de voorstelling die misschien vragen opwerpt en met vooroordelen speelt, lijken volledig voorbij gegaan te zijn aan mijn keurig geklede buren die zoveel ‘banaliteit’ niet aankunnen en lekker Hollands hun geld willen terug vragen.
Wat er in de voorstelling te zien is, is weinig shockerend. Een groep vrouwen geeft zich bloot. Niet letterlijk, maar vanuit een vrij minimalistisch bewegingspatroon naar een losse en ontspannen vorm waar iedereen aan mee kan doen. Het wordt hier en daar dik aangezet maar de meeste bewegingen wijken niet af van hoe er op veel huis-, tuin en keukenfeestjes wordt gedanst. Toch ging een deel van het publiek er vol in omdat de voorstelling met beeldvorming en verwachtingspatronen speelt.
Het nagesprek was dan ook geen overbodige luxe en de foyer van Theater aan het Spui was na de voorstelling goed gevuld. Maar Bouchra Ouizguen klonk vermoeid in haar antwoorden op vragen waarvan sommige er naar haar zeggen iedere keer opnieuw gesteld worden. Met onder meer de tegenvraag als strategie (‘Hoeveel jaren geleden bent u eigenlijk uit Marokko vertrokken?’, ‘ik ben hier niet om u te vermaken’ en ‘waarom zouden we niet op de muziek van Nina Simone dansen?’) werd de afstand tot de toeschouwers niet echt verkleind. Wat daardoor ook niet duidelijk over het voetlicht kwam is dat de kloof die getuige de vragen vele bezoekers ervoeren net zo veel te maken heeft met verschillen tussen generaties, tussen hoge en lage kunst, tussen conceptuele en representatieve podiumkunst, als met cultuurverschillen. Allemaal onderwerpen die vaker voer zijn voor stevige discussies, maar waarvan de duiding in relatie tot deze specifieke voorstelling ontbrak. Jammer, want nu zou de indruk kunnen ontstaan dat eigentijdse Marokkaanse dans alleen met fluwelen handschoenen gepresenteerd kan worden en dat is natuurlijk onzin.
Foto: Margot Valeur