Virginia Woolf wist het niet, maar ze schreef met Orlando in 1928 de bijbel van de genderfluïditeit. Het vervallen van de afbakening tussen man en vrouw wordt in het komende theaterseizoen een van de vaakst behandelde thema’s. Ook Orlando van de Zwitserse regisseur Julie Beauvais, te zien tijdens Operadagen Rotterdam, laat zien dat binair denken irrelevant is. Beauvais noemt haar voorstelling een New Paradigm Opera. (meer…)
‘Ik ben Orlando. Ik bepaal zelf wie ik ben.’ Actrice Milou van Duijnhoven geeft de woorden die ze uitspreekt aan het begin van de voorstelling een nonchalante, maar onmiskenbaar zelfgenoegzame draai. In een clean decor van draaiende glazen wanden leren wij hoofdpersonage Orlando kennen, die door de honderden jaren van zijn/haar eigen verhaal slentert met een mix van onwetendheid en zelfkennis.
Voor Orlando heeft regisseur Loek de Bakker, onder de vleugels van Toneelschuur Producties, een nieuwe enscenering gemaakt van het beroemde gelijknamige boek van Virginia Woolf uit 1928. Orlando vertelt het verhaal van een jongeman, later een vrouw, wiens/wier leven drie eeuwen beslaat en meerdere continenten, klassen, beroemdheden en identiteiten omvat. Orlando heeft affaires, debatteert met kunstenaars, hoort de meningen van anderen aan en kiest onverstoord zijn/haar eigen weg.
Deze bewerking reproduceert gelukkig niet al te loyaal de roman, maar weet alsnog een literaire kwaliteit te behouden. De bewerkers (De Bakker en Tjeerd Posthuma, op basis van een vertaling van Geraldine Franken) rijgen een handvol kundig uitgediepte scènes en passages aan elkaar.
Ondanks dat de wisseling van gender een van de meest besproken elementen uit de roman en zijn vele bewerkingen is – Orlando wordt op een dag wakker en is dan plots een vrouw – haalt Orlando zelf de schouders erover op. Het is vooral de wereld om Orlando heen die verandert. Orlando zelf blijft een constante.
De genderwisseling is niet de enige graadmeter waarlangs Orlando zich tot de samenleving verhoudt, want ook land, tijdsgeest en klasse spelen mee. Die meerderheid aan factoren maakt de thematiek extra gelaagd en genuanceerd. Het verhaal voltrekt zich grotendeels via snedige dialogen, waarin Orlando converseert met anderen of waarin anderen over, via of langs Orlando converseren. Op de vraag waar in de samenleving hij/zij staat, lijkt Orlando te antwoorden: overal.
Waar Milou van Duijnhoven Orlando blijft, transformeren medespelers Alicia Boedhoe, Michael Muller en Thom Vendrik om haar heen in de overige personages, en verzorgen ze ook de changementen, de muziek en de zang. Alhoewel Orlando robuust teksttoneel is, wordt er prettig veel ruimte gegeven aan muzikale intermezzo’s (een indie-achtige sound van Reinier van Harten) en aan de veranderingen in decor en scenografie, vergezeld van fysiek spel.
Het toneelbeeld (Studio Dennis Vanderbroeck), bestaande uit een draaideursysteem van grote net-niet-transparante glasplaten, maakt op steeds veranderende wijze de tijdsgeest zichtbaar. Aan het Engelse hof is het een paleis van gesloten deuren met rangen, standen en regeltjes; naar het einde toe zijn de glasplaten vervangen door lege frames en springt Orlando letterlijk en figuurlijk door de kaders heen. Hoe meer tijd er verstrijkt, hoe meer decor en kostuum wegvallen en hoe lichamelijker de voorstelling wordt. Het is een subtiele transformatie. Het vervloeien van gender, klasse en tijdsgeest neemt op organische wijze een steeds prominentere plek in in Orlando’s leven.
Decor, kostuum, zang, muziek, spel, alles is met precisie en passie uitgevoerd, en ingelijfd in de dramaturgie van de voorstelling – de thematiek komt in alles terug. Met name Van Duijnhoven is een genot om te zien: ze heeft een ferme grip op Orlando’s personage en zet zowel in tekst als in lijf een sterk karakter neer. Haar Orlando is slim, naïef, krachtig, kwetsbaar, masculien en feminien ineen.
Een sterk karakter in een sterk verhaal: Orlando is een toneelstuk dat zijn tijd neemt, elke scène voelt bedachtzaam en ongehaast. Ondanks de duur van de voorstelling (een uur en veertig minuten) voelt het geheel echter nergens opgevuld of aangedikt. Dat de thematiek hier en daar letterlijk wordt uitgesproken, hindert niet – tegen de tijd dat je de zaal uitloopt, hebben de personages de fluïditeit van Orlando’s leven aan den lijve mogen ondervinden. Loek de Bakker laat met Orlando een sterke eigen artistieke signatuur zien, waarin tekst en spel op vernuftige wijze samenkomen.
Foto: Gergely Ofner