‘Ik ben Orlando. Ik bepaal zelf wie ik ben.’ Actrice Milou van Duijnhoven geeft de woorden die ze uitspreekt aan het begin van de voorstelling een nonchalante, maar onmiskenbaar zelfgenoegzame draai. In een clean decor van draaiende glazen wanden leren wij hoofdpersonage Orlando kennen, die door de honderden jaren van zijn/haar eigen verhaal slentert met een mix van onwetendheid en zelfkennis. (meer…)
Een mooiere zwanenzang als festivaldirecteur kon Pierre Audi zich niet wensen. Na tien jaar neemt hij afscheid als artistiek directeur van het Holland Festival en in zijn laatste editie beleefde zijn versie van Händels opera Orlando de Nederlandse premiére. Enkele maanden geleden ging het werk al succesvol in premiére in de Brusselse Munt. Nu kreeg Audi, en een voortreffelijke cast, de handen op elkaar in de Amsterdamse Stadsschouwburg.
Audi slaagde erin een barokopera uit 1733 op creatieve en eigentijdse wijze te revitaliseren zonder het oorspronkelijke werk geweld aan te doen. Het is een opera over mensen van nu, over een eeuwig onderwerp als liefde en loutering. Over het omgaan met passies en de dunne grens tussen werkelijkheid en waanzin.
Het grote probleem van Orlando is het libretto. Het is een statisch verhaaltje over Orlando die verliefd is op Angelica, maar zij kiest voor een ander, Medoro. Natuurlijk is er nog een andere dame in het spel die heimelijk ook verliefd is op Medoro. Maar dan heb je het, op de schimmige tovenaar Zoroastro, wel ongeveer gehad. Alles draait om de grote waanzinscène (een van de eerste grote waanzinscènes uit de muziekgeschiedenis) in het tweede bedrijf waar Orlando zijn nederlaag moet toegeven en met zichzelf in het reine moet komen.
Audi maakte van dit magere verhaaltje een psychologisch drama van jewelste waarin de zielenroerselen van de personages haarscherp op de voorgrond staan. Het gekke is dat je het totale gebrek aan handeling niet eens mist. Alleen in het eerste bedrijf komt Audi’s enscenering door dat het ontbreken ervan wat langzaam op gang. Bij Audi is Medoro geen knappe Afrikaanse prins en Orlando geen soldaat, maar een brandweerman met pyromane trekjes die uit wraak het huis van Angelica in de hens steekt. Vuur. Wat is een opera van Audi zonder vuur? Vanaf de eerste opera’s (Monteverdi) die hij in Amsterdam ensceneerde speelt vuur als symbool een belangrijke rol, want vuur vernietigt en loutert. Vuur vormt zowel een eindpunt als een beginpunt. En Orlando moet bij Audi niet alleen zijn teleurstelling in de liefde leren accepteren, maar ook zijn dwangmatige neiging tot vernietiging. Hij moet als het ware zichzelf vernietigen om opnieuw te kunnen beginnen.
Audi speelt een fascinerend spel met de tijd. Terwijl de zangers de chronologische lijn van het libretto volgen spoelt Audi de tijd met videofragmenten voor- en achteruit. Zo ontstaat een extra laag. In het beginbeeld is de dramatische actie van Orlando (die eigenlijk pas in het tweede bedrijf plaats moet vinden) al gebeurd. Het huis van Angelica staat er al afgebrand en verkoold bij. Het tweede bedrijf is een soort psychologische rollercoaster door het hoofd van Orlando en het derde bedrijf staat in het teken van loutering en opbouw. Het afgebrande huis wordt opgebouwd en de personages beginnen zelfbewuster aan een nieuw leven. Ze hebben een balans gevonden tussen ratio en emotie. Zo bezien is Audi’s Orlando één groot psychologisch drama over lust en verlangen. Petje af, als je dat voor elkaar krijgt zonder het oorspronkelijke werk geweld aan te doen.
Voor deze Händel werd alles uit de kast gehaald, viola de bracio’s in de loge, tamboerijnen op het schellinkje, een toporkest (B’Rock) en een topdirigent in de bak (specialist René Jacobs) en voortreffelijke zangers op het podium. Het was een cast die grandeur op een natuurlijke wijze koppelde aan expressie, dramatiek en verfijning. Zo’n puntgave Händel hoor je maar zelden! Groots waren de prestaties van counter Behun Mehta en niet minder indrukwekkend waren de vocale verrichtingen van Lenneke Ruiten en de Koreaanse sopraan Sunhae Im.
Foto: Bernd Uhlig