‘Als je iets moois ziet, geef ze een geluid. Dat zijn deze supertalenten gewend.’ Eigenlijk wil choreograaf Lloyd Marengo met die introductie zeggen dat het voor de vijf beginnende makers, begeleid door zijn hiphopgezelschap, best even wennen is om tijdens drie korte optredens te shinen in de beleefde stilte van een donkere theaterzaal. (meer…)
Vechten hoeft niet voort te komen uit negatieve emoties, je kunt het ook uit liefde doen. Dat drukt actrice, cabaretière en presentatrice Jetty Mathurin haar dochter op het hart in de podcast Or Die Trying. De podcast maakt deel uit van het onderzoek dat choreograaf Alida Dors deed naar het thema strijd. Hoe eerstegeneratiemigranten in een nieuw land een plek moeten bevechten voor henzelf en hun kinderen, en hoe die kinderen die strijd voortzetten, dat is de rode draad van de dansvoorstelling Or Die Trying.
De drie dansers van Dors’ gezelschap Backbone worden geflankeerd door vier vrouwelijke thaiboksers. In vol boksornaat, de haren ingevlochten, staan zij in de hoeken van de zaal, waar grote, blauwe bokszakken zijn opgehangen. Als strijdvaardige engelen bekijken ze van een afstand hoe de dansers zichzelf uitputten. Met een gejaagde blik in de ogen zwaaien Dane Badal, Tyrone Menig en Jason Winter hun armen richting het publiek, ze deinzen schokkend achteruit en komen terug met gebalde vuisten. Wij zijn de harde buitenwereld, waartegen ze zich moeten wapenen, lijkt het.
Tyrone Menig rapt mee met ‘Party and Bullshit’ van The Notorious B.I.G., een tekst over het harde leven in de Amerikaanse projects, vol wapens en geweld. De bewegingen doen soms denken aan krumping, een energieke, agressieve dansstijl die in Amerikaans achterstandswijken werd gebruikt als uitlaatklep. Ook de titel van de voorstelling verwijst naar gangsterrap, het nummer ‘Get Rich or Die Tryin” van 50 Cent.
Maar je altijd maar gedragen als een harde gangster, dat is geen houdbare manier van strijden. Wanneer de dansers de tekst van ‘Party and Bullshit’ scanderen zonder muziek, de ruggen tegen elkaar, klinkt deze ineens heel kwetsbaar. ‘I’m a bad boy, I’m a bad boy’ klinkt niet agressief, maar eerder als een mantra waarmee je jezelf staande kunt houden.
Er zit een mooie opbouw in Or Die Trying: wanneer de mannen uitgeput lijken van de strijd tegen de buitenwereld, komen de boksers in actie. Op hun bokszakken tikken ze ritmes, waar de dansers choreografieën op uitvoeren. Nu niet meer individueel, maar samen. Op het zachte getik, begeleid door Afrikaanse muziek, dansen de drie veel sensueler, vloeiender dan eerst. Tussen solo’s door houden ze elkaar vast, alsof ze elkaar energie geven.
Vanaf dat moment zien we geen machteloze individuen, maar een gezamenlijke strijd. Terwijl op de achtergrond beelden te zien zijn van het doorleefde gezicht van Dors’ vader Ro in zijn boksschool, voorzien de boksers de dansers van ritmes. Ze zwachtelen hun handen in, geven ze bokshandschoenen en sporen ze aan, tot dansers en boksers samen een krachtige choreografie uitvoeren. Urban dansen als breaking zijn deels geïnspireerd op vechtsporten, en het is dan ook geen wonder dat de twee hier prachtig samengaan. Een sterke, inspirerende voorstelling, over een strijd die niet gevoerd moet worden uit wanhoop en agressie, maar uit liefde.
Foto: Sjoerd Derine
I saw this theater show, piece, performance however you want to call it – yesterday. I am completely disappointed. No structure no fun and connection with audience. If people applauded on this, they I m worried where this world is going. Complete waste of my time, money. And disgrace for the theather.