Theatergroep Ongeremd sneuvelde vorig jaar in de voorronde van het Cameretten Festival en de makers kregen het advies na te denken over wie ze zijn en wat ze nou echt willen zeggen. Het inspireerde de jonge groep tot haar nieuwe programma Op zoek naar vorm en inhoud. In haar speurtocht naar identiteit sneuvelen goede grappen en verzandt de groep in quasi-diepzinnigheid en navelstaren.
Het publiek tast bij aanvang letterlijk mee in het duister. Vooraf heeft iedereen kleine zaklampjes gekregen. We zien de groep in het halfduister in een met pizzadozen overwoekerd oefenhok. De vloer is bezaaid met kreten en uit een vuilnisemmer wordt een schrift met ideetjes erbij gepakt. In hoog tempo en vrolijk ruziënd worden die schetsjes het eerste half uur de zaal in geslingerd. Soms geslaagd, soms tenenkrommend, zoals de persiflage van De Wereld Draait Door met als gasten Mandela en Mohammed die de zwartepietendiscussie dunnetjes overdoen. Nog flauwer is de imitatie van Voetbal Inside, waarbij de show tot dan toe besproken wordt. Na een half uur zijn de grappen zogenaamd op.
Je hoopt dat na deze inleidende beschietingen Ongeremd gewoon loos gaat met een ijzersterke combinatie van cabaret, kleinkunst en muziektheater, maar nee. Ondanks een sterk begin na de ‘pauze’, compleet met hoge ladder en gewapper met een ‘wie-ben-ik-spel’, verzandt het snel weer in bespiegelingen over identiteit, waarbij vooral Menno Methorst ontspoort in een saaie monoloog waarin hij clichés als diepzinnige wijsheid probeert te verpakken en daarbij zinsneden gebruikt als: ‘Als je eenmaal dit niveau van denken bereikt hebt’. Gevolgd door een goede grap zou dit nog kunnen werken, maar gespeend van elke ironie of zelfspot komt Methorst vooral over als die man in de kroeg die zelf denkt dat hij heel slim is maar die vooral ontzettend voorspelbaar is. Tekenend is de rappersiflage met ‘yo yo yo bitches bitches bitches’-geroep.
Ongeremd illustreert in de voorstelling voortdurend veel te veel. Op zoek naar meerdere lagen zingt Bas van Klompenburg bijvoorbeeld het refrein van Herman van Veens ‘Kusje’: ‘Beer waar ben je, beer kom hier.’ De rest van de groep kijkt verveeld toe – we spelen geen covers! Waarna het publiek te horen krijgt dat Beer in de homo-scene een heel andere betekenis heeft en in die setting deze cover zou werken. Op zich een niet al te sterke grap, en wanneer die meteen wordt uitgelegd door het refrein nogmaals te zingen, slaat de verveling toe.
Tegen het einde van de tachtig minuten durende voorstelling komt Ongeremd tot de slotsom dat ze gewoon drie mannen in pak zijn die graag grappen vertellen en muziek maken. Ze laten zich door niets of niemand afremmen en het publiek moet dat ook niet doen. Maar na het slotlied dringt de conclusie zich op dat de makers zich in hun zoektocht naar identiteit juist veel te veel hebben laten afremmen ten koste van goede grappen en liedjes.
Foto: Milou Meier