Dit was een voorstelling om naar uit te kijken. Regisseur Erik Whien, die vorig jaar nog het door pers en publiek bejubelde Who’s afraid of Virginia Woolf bracht bij Toneelschuur Producties, waagt zich aan Anton Tsjechovs Oom Wanja. Hij heeft daar vijf spannende acteurs bij gevonden van wie de verwachtingen stuk voor stuk hoog zijn. Dat […]
Een kale speelvloer, een berg stoelen, een achterwand met een glooiend landschap – in deze eenvoudige scenografie speelt het Vlaamse theatercollectief De Roovers zijn bewerking van Tsjechovs klassieker Oom Wanja. De Roovers heeft een aantal bestaande vertalingen naast elkaar gelegd en daaruit zijn eigen versie samengesteld. Dat levert een tekst op die glashelder is en Tsjechovs inlevingsvermogen in leven en lot van de mens actualiseert.
Traditiegetrouw windt De Roovers geen doekjes om zijn aanpak. Voor je het weet ben je midden in de handeling en als Wanja (Robbie Cleiren) uit twee tegen elkaar geschoven kantoorstoelen wakker wordt van zijn middagslaapje is het spel direct op de wagen. Dokter Astrov (een schitterende Valentijn D’Haenens) is op visite om de zojuist uit de stad gearriveerde professor van zijn klachten te bevrijden. Deze professor is de vader van Sonja en via zijn eerste, overleden vrouw de zwager van Wanja. Nu is de professor (een dubbelrol van Michael Vergauwen) teruggekeerd naar het landgoed van zijn overleden vrouw om er met zijn nieuwe, veel jongere vrouw Jelena (Sara De Bosschere) zijn laatste dagen te slijten.
Deze Jelena brengt het hoofd van de mannen om haar heen dusdanig op hol dat zij volledig uit hun gewone doen raken. Wanja begint te twijfelen aan de zin van zijn bestaan, terwijl Astrov zijn ‘projecten’ in de steek laat om bij Jelena in de buurt te kunnen blijven. Terzijde groeit de wanhoop van Sonja die verliefd is op de dokter. Als Jelena aanbiedt om een goed woordje voor haar te doen bij de dokter, ontspint zich een van de ontroerendste scènes uit deze voorstelling, die uiteindelijk slechts verliezers oplevert.
De verstoring die het bezoek van de stadse professor in het leven van de mensen om hem heen teweeg brengt, moet wel tot een uitbarsting komen en als die achter de rug is – Wanja bedreigt zijn zwager met een pistool – zit er niets anders op dan dat de professor en zijn vrouw weer vertrekken. Waarna de achterblijvers de scherven bijeenrapen en zo goed en zo kwaad als zij kunnen hun leven hernemen.
Zelden heb ik de teleurstelling van Wanja, de wanhoop van Sonja, de uitzichtloosheid van Astrov en de ongevoeligheid van de professor zo helder en aangrijpend ervaren als in deze uitvoering van De Roovers. Het meesterschap van Tsjechov wordt door de groep geëvenaard als in de slotscène Wanja en Sonja elkaar hervinden in de troost van het dagelijks leven: aan het werk.
(foto: Stef Stessel)