Nieuwe vriendin. Huis gekocht in Amsterdam Noord. BN’er – een beetje tegen wil en dank – vanwege zijn rol in De luizenmoeder; de opnames van het tweede seizoen van die serie zijn achter de rug. En een nieuwe theatershow, Onze Henry. Henry van Loon hoor je niet klagen. Hij heeft alles wat hij zich kan wensen. Inclusief passies.

Rare passies natuurlijk. Formica, Luxaflex, fjorden, het zal onze Henry uit Oirschot weer niet zijn die met dergelijke liefhebberijen op de proppen komt. Henry van Loon, de cabaretier, maar vooral komiek, die zoveel onvoorspelbare onzin in zijn voorstellingen stopt, dat de werkelijkheid er niet toe doet en zich ijlings uit de voeten maakt als hij het podium opstapt.

Met elk programma dat hij de afgelopen jaren maakte, werd het absurder en nam hij een loopje met die werkelijkheid. Maar nu even niet. Want een werkelijkheid die te hard en te persoonlijk is, doet er wel degelijk toe: Henry’s mam is dood. En een komiek kan bij het maken van een nieuw programma zijn ziel niet verloochenen en de impact van een dergelijk verlies negeren. Omdat het alles overstijgt. Omdat het verlies van je moeder voelt alsof het dak van je nieuwe huis is gewaaid, zegt hij.

En zo heeft Henry van Loon nu een vreemd programma gemaakt waarin hij zijn unieke stijl, vol surrealisme, geouwehoer, en houterige botheid, combineert met warme herinneringen aan zijn moeder. Hoe zij ’s nachts uit het raam hing als Henry als jongen ladderzat het sleutelgat niet kon vinden, een laatste tochtje naar Vlissingen om haar zus en de zee nog een keer te zien. En aan de enveloppe met honderd euro, die ze hem gaf op haar sterfbed. Voor een tattoo. Die staat nu aan de binnenkant van zijn rechterarm; een herinneringstatoeage met haar sterfdatum.

Andere intermezzo’s in zijn absurde verhalen gaan over bezoekjes aan zijn vader. De dood is hun leven binnen-gedenderd, maar de rouw en de emoties worden met Brabantse nuchterheid geëlimineerd. ’t Is kut, jazeker. En niks helpt hè. Dus gaat Henry maar motorrijden. En op reis naar Los Angeles en Thailand. Waar natuurlijk weer dingen gebeuren die alleen een Henry van Loon kan verzinnen en waarover hij oeverloos kan ouwehoeren. Soms slaat hij daar overigens behoorlijk in door en verslapt de aandacht.

Je wilt er graag in mee, je wilt met hem best wat dieper graven, maar zover laat Van Loon het nooit komen. Hij deelt zijn herinneringen in zacht licht, zingt een prachtlied waarin hij zich afvraagt waarom er zo weinig tijd is als het heelal oneindig is. Maar voordat verdriet zichtbaar wordt en zijn publiek kan raken en sentiment voelbaar wordt, staat hij weer in een zee van licht de komiek te zijn en een minuut lang trots aan zijn biceps te likken en te vertellen dat hij zich door een aap liet nemen.

De harde theatrale overgangen van het licht zijn nodig voor het contrast, maar in sfeer en tekst zijn ze té hard. Dat is jammer. De komiek is best ver gegaan in het delen van zijn gemis, maar duwt je telkens weg als je naast hem komt staan. Ik weet niet helemaal zeker waarom ik na afloop ingetogen applaudisseerde. Misschien voelde ik me een beetje tekort gedaan. Of afgewezen?

Foto: Bob Bronshoff