Op afstudeerfestival ENTER begeleidt Theaterkrant 15 nieuwe theaterwerkers bij hun eerste recensies. Deze recensie is geschreven door een van de deelnemers van het traject, Annabelle Hinam.

Op zondag 23 juni zag ik de voorstelling Onthuisd, geregisseerd door Evy Lasschuit die afstudeert als docerend theatermaker van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten, en gespeeld door studenten en alumni van verschillende Fontys opleidingen. Een muzikale vertelling gebaseerd op de tekst ‘De dag dat mijn broer niet thuiskwam’ van Roel Adam, waarin de verschillende perspectieven van een familie weergegeven worden na het overlijden van hun jongste broertje.

We lopen met zeven mensen Studio 2 in van de HNT Studios. Vooraf is ons verteld dat de makers onderzoeken hoe ze hun stuk intiemer kunnen maken, en daarom experimenteren met publieksaantallen. We zijn niet met veel, dus intiemer kan bijna niet.

Het decor is door regisseur Lasschuit zelf in elkaar gelast, las ik in een interview van Brabant Cultureel. Een vrij sec beeld van een stalen kubus van twee bij twee bij twee meter en meubels die gestript zijn tot frames. Om het ‘huis’ heen zitten de vier muzikanten, ieder in een eigen hoek. Een cellist (Dagmar van Wijngaarden), violist (Sannah de Haas), drummer (Youri Traa) en een gitarist (Thijmen Staps) brengen de prachtige live soundtrack van deze voorstelling, die de spelers helpt om hun spel meer kleur te geven.

We worden als publiek aangesproken door Zus (Kelly Heijmans), die ons een verhaal gaat vertellen. Ze stelt de muzikanten aan ons voor en haar familieleden: Grote Broer, Nummer 2 en Jochie, het jongste broertje, dat overleden is. We worden deelgenoot van hun verhaal. Er ontstaat discussie of ze het verhaal wel of niet gaan vertellen, uiteindelijk is de conclusie: we moeten het doen voor hen, die luisteren (wij dus). Dit blijft voor mij echter wel een vraag, wie zijn wij als publiek voor hen? We worden nu direct aangesproken, de onzichtbare vierde wand tussen spelers en publiek bestaat niet, maar sommige scènes zijn juist weer gespeeld alsof die er wel is.

De spelers zijn goed op elkaar ingespeeld, en zetten de broer-zus relaties realistisch neer. Vlot spel wordt gevolgd en ondersteund door mooie muzikale momenten. Het perspectief switcht heen en weer van de broers en zus die vertellen over de laatste keer dat ze Jochie zagen, naar Jochie die steeds opnieuw vraagt wat er gebeurd is en of hij mee mag met de rest. Dat mag niet. Er vindt daarmee ook telkens een tijdswisseling plaats, van re-enactment van wat er elf jaar geleden gebeurd is, naar hedendaagse inzichten door de broers en zus. Dat gebeurt naar mijn idee soms wat willekeurig, waardoor ik het soms niet helemaal volg. Een wijs inzicht over de dood komt nog te vroeg als de acteurs tegelijkertijd ook een scène spelen van het moment dat ze Jochie voor het laatst zagen.

Lucas Siljée zet de rol van Jochie overtuigend, genuanceerd en gelaagd neer. Hij heeft de moeilijke taak om tegelijk onwetend te zijn over zijn eigen dood, maar ook de enige te zijn die daar bij was. Hij breakdancet uit woede, hij is doodgegaan en hij weet niet waarom, we voelen zijn frustratie over de oneerlijkheid van deze gebeurtenis. De scène brengt de verdrietige gevoelens goed in beeld, ergens doet het me denken aan de film Billy Elliott, waarin ook op een cruciaal moment woorden tekortschieten en het uitdrukken in dans de enige manier is om het verdriet vorm te geven.

We voelen gedurende de voorstelling de schuldgevoelens en rouw van zijn zus en broers. Maar het blijft lastig om in Onthuisd echt een duidelijke richting te vinden. De rol van het publiek is soms te onduidelijk en de sprongen in de tijd zorgen eerder voor verwarring dan dat ze iets toevoegen, dat is jammer.

Foto: ENTER