Het stadion met de mooiste naam van Nederland staat sinds een jaar weg te kwijnen. Met het faillissement van Sportclub Veendam kwam er ook een einde aan de roemruchte historie van Langeleegte. Nooit meer hoefde een club vanuit de rest van Nederland die barre tocht naar de Veenkoloniën te ondernemen, daar waar de zandstormen over […]
De voorstelling is koud begonnen of het eerste lijk valt reeds te betreuren. Het is nota bene de burgemeester van Hoogezand-Sappemeer zelf die het loodje legt. Is dat nu de dank die hij krijgt voor het beschikbaar stellen van een stukje gemeentegrond? Zonder aanleiding keihard afgeknald worden?
Excuses volgen snel. Het was niet de bedoeling. Het broedseizoen is net begonnen en zo’n harde knal zou onze gevederde vrienden maar schrik aanjagen. Het zal niet meer gebeuren, deze voorstelling niet en de rest van de tournee ook niet. Bla bla bla.
Welkom in de wereld van het Wilde Oosten, waarin om een lijk meer of minder niet wordt getreurd maar wel schijnheilig rekening gehouden wordt met het broeden der vogels. Alsof het erewoord van een premiejager of een struikrover hier ook maar iets waard is. Nee dus. De koele moord is slechts het bescheiden begin van een bloederige slachtpartij waarin elk schot nog harder lijkt te klinken dan het vorige.
In Once upon a time in het Veen doet het Drentse PeerGroup Sergio Leone’s onvergetelijke klassieker dunnetjes over. Plaats van handeling zijn de veenkoloniën, het gebied waar eeuwenlang turf werd gestoken om in de energiebehoefte van de bevolking te kunnen voorzien. En net als met de jacht op olie in het Wilde Westen kent ook deze geschiedenis winnaars en verliezers. Een mensenleven is hier net iets minder waard dan een zak met geld.
Het drama ontrolt zich op een uitgestrekt weiland in Wolfsbarge, een buurtschap in Hoogezand-Sappemeer. Terwijl de avond langzaam valt zien we de pioniers aan het werk die huizen bouwen, een café inrichten en een stationnetje optrekken. Werklieden zijn doende de rails aan te leggen, een historisch smalspoor waarop in vervlogen tijden de turf werd vervoerd. In een al even historisch treintje (2014 is het jaar van het mobiel erfgoed immers) laat een magnaat zich vervoeren, op zoek naar het nieuwe goud.
Het verhaal volgt losweg de film, met een belangrijk verschil: Charles Bronsons, Jason Robards en Henry Fonda zijn vrouwen geworden. Het zijn de stoere wijven die hier de touwtjes in handen hebben. Een verrassende feminisering die voor het verhaal echter niets uitmaakt: de dames zijn even nietsontziend en meedogenloos. En het aangepaste thema van de mondharmonica blijk je even goed op een blokfluit te kunnen spelen, al dan niet ondersteund door een toom ganzen die zijn eigen, ongevraagde muzikale bijdrage levert aan de voorstelling.
Dat blijft het aantrekkelijke van theater op locatie, die onverwachte extra’s. Je vergeeft de makers dan al snel het wat trage tempo. Dat geeft je juist de gelegenheid om uit te kijken over de uitgestrekte weilanden en stil te staan bij het feit dat het nu nog zo fraaie uitzicht hier straks bepaald wordt door een rij windmolens. Want dat is de volgende fase in de lange geschiedenis van dit gebied waar energiewinning zo’n belangrijke stempel op heeft gedrukt. En zal blijven drukken.
Foto: Gwen Mustamu