In Ode to Destruction combineren de makers van SuckerPunch Collective dans, performance en voice-over in een apocalyptisch geheel. De achterliggende vraag: hoe kunnen we de wereld weer op de rails krijgen voor het te laat is?

Op het Amsterdam Fringe Festival van 2023 was Sucker Punch een van de meest veelbelovende voorstellingen. Het Italiaans-Nederlandse choreografenduo Iacopo Loliva en Manuel Kiros Paolini focuste in hun creatie op homofoob geweld, en hoe de continue dreiging van dat geweld ook bij queer mannen zelf tot verharding en agressie kan leiden.

In hun nieuwe voorstelling, nu in samenwerking met enkele andere kunstenaars onder de naam SuckerPunch Collective, staat opnieuw de dreiging van vernietiging centraal. In de openingsscène zit Loliva onderuitgezakt op een stoel, omringd door boeken, slechts gehuld in een onderbroek en een zonnebril. Een voor een pakt hij de boeken op en leest de slotzinnen hardop voor.

Ondertussen legt Kiros Paolini uit dat het einde van de wereld nakend is, en Loliva daarom slechts tijd heeft de laatste pagina’s van de hem omringende bibliotheek te lezen, naarstig op zoek naar een antwoord dat de totale vernietiging zou kunnen afwenden. De wanhopige zoektocht naar de juiste woorden is herkenbaar voor iedereen die met stijgende verbijstering heeft aan moeten zien hoe de mensheid koppig doorgaat met vernietiging zelfs als alle feiten op tafel liggen – of het nu om de klimaatcrisis of de genocide op het Palestijnse volk gaat.

Het treurige besef dat alle kennis van de wereld niet volstaat om het einde af te wenden, leidt tot een krachtig dansduet waarin de lichamen van de dansers door een onzichtbaar bombardement over de dansvloer lijken te worden gesmeten – de onderlinge steun die ze elkaar daarbij proberen te bieden onmachtig tegenover het geweld. Over de speakers horen we de stem van muzikant en componist Setareh Nafisi, die zelf ‘het einde’ lijkt te vertegenwoordigen – ‘a dark voice from a dark place’.

Queer romance als een soort vernietiging
In latere scènes geeft SuckerPunch Collective ook een andere invulling aan de overkoepelende thematiek. In respectievelijk een witte en zwarte bruidsjurk, presenteren Kiros Paolini en Loliva queer romance zelf als een soort vernietiging. De interpretatie daarvan wordt aan het publiek overgelaten, maar de basis lijkt te liggen in het idee dat queerness een constante staat van fluïditeit is, een doorlopende onderhandeling tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid, tussen de heteronormatieve ideeën die je wilt behouden en die waarmee je wilt afrekenen, en tussen het vieren van je identiteit en je moeten beschermen tegen een vaak vijandige buitenwereld.

Dat klinkt als cerebrale materie, maar Loliva en Kiros Paolini behandelen het met lichte toets door speels over hun relatie te onderhandelen (monogamie of polyamorie? Ruwe passie of zachte tederheid?). Zo representeert het einde (van de status quo) ook altijd weer een nieuw begin (van queer vormen van liefde en romantiek).

Uiteindelijk komen de makers dan ook bij de vraag uit hoe dat nieuwe begin, ná het einde, er dan kan uitzien. In een ontwapenende monoloog leggen Loliva en Kiros Paolini de insteek van hun stuk uit: ‘We made this piece because we were afraid the world was falling apart and we didn’t do anything to stop it. To make you want to protest rather than obey. But we don’t know how to make a piece like that.’

In plaats daarvan focussen de makers in de slotscène op een verbeelding van een nieuwe samenleving – maar daar komen ze nog niet helemaal uit. Er gaat van die laatste choreografie veel minder zeggingskracht uit dan van de rest van de voorstelling. Het toont ook vooral hoeveel moeilijker het is om voorbij het einde te denken dan om dat einde zelf tot hoofdthema te maken.

Desalniettemin is Ode to Destruction een gelaagde, opzwepende en hyperintelligente deconstructie van dat thema geworden – en een bevestiging van het grote talent van de makers.

Foto’s: Annelies Verhelst