In ‘Gesualdo’ van De Warme Winkel en het Nederlands Kamerkoor doorklinkt de tegenstelling tussen schoonheid en gruwel in alles ***
Wie naar het Muziekgebouw gekomen was in de verwachting moderne muziek te horen kwam bedrogen uit. Octavia E. Butler’s Parable of the Sower van Toshi en Bernice Johnson Reagon (dochter-moeder) heeft namelijk meer weg van een feelgood community event. Inclusief geestdriftig meezingen en -klappen door het opvallend gemêleerde publiek. De swingende muziek van zangeres, gitarist en componist Toshi Reagon put rijkelijk uit gospel, spiritual, R&B en folk. Enkelen verlieten al snel de zaal, maar de blijvers gaven na afloop een stormachtig applaus.
Het libretto is gebaseerd op de dystopische sciencefiction roman Parable of the Sower van Octavia Butler uit 1993. Gezet in het jaar 2024 schetst het boek een akelig actueel beeld van een doorgeslagen liberalisme dat mensen opnieuw tot slaven maakt. Klimaatverandering heeft water en lucht schaars en onbetaalbaar gemaakt, een illegale drug heeft gewelddadige bijwerkingen. Om zich te beschermen tegen de dreiging van buitenaf hebben de inwoners van Robledo een muur om hun wijk gebouwd – verbeeld door een halfrond boven de uitvoerders hangend doek.
Binnen deze aanvankelijk nog idyllische gated community ontstaat al snel tweedracht als mensen noodgedwongen elkaars voedsel gaan stelen. Gedreven door angst en wantrouwen gaat men elkaar te lijf, waarop de 15-jarige Lauren besluit de enclave te ontvluchten. In haar optiek is ieder individu een earthseed/Godseed dat gelegenheid krijgt te ontkiemen. – Mits het zaadje op vruchtbare grond valt, zoals Christus in zijn parabel over de zaaier stelt.
Onder het motto ‘we don’t steal from each other, we don’t kill each other’, trekt Lauren samen met een groeiend groepje volgelingen vanuit het verwoeste Los Angeles naar het noorden, waar ze uiteindelijk een man treft die hun land en eten aanbiedt. Zo krijgt het meisje messianistische trekken, als was zij de profeet die haar volk naar het Beloofde Land voert.
Al terwijl de bezoekers de zaal instromen zit Lauren op het podium, aantekeningen makend in een boek. Achter haar, een etage hoger, zit ook de band al klaar: drums, basgitaar, viool, cello, elektrische gitaar/keyboard. We horen bandopnames van verwaaide jazzy klanken en flarden radioberichten ….‘President Wilson…. unnecessary space programmes…’. Tegen een fond van onheilspellende elektronische donderklanken betreden twee als Egyptische priesteressen uitgedoste dansers/zangers het toneel.
Dan volgt Toshi Reagon, die geestdriftig vertelt over wat komen gaat en wat zij van ons verwacht: ‘You are all members of this community, we have to work together!’ Ze neemt plaats tussen de twee koninklijke figuren op de midden etage, als zetelt zij op een troon. Met een motiefje op haar akoestische gitaar of stampend met haar voeten zet zij de vele sfeervolle songs in gang. Ingetogen meerstemmige passages worden afgewisseld met stevig rockende blues of Ierse fiddlemuziek. Vernieuwend is het allemaal niet, maar het gaat Toshi en haar moeder Bernice Johnson Reagon overduidelijk om het verhaal.
Soms onderbreekt Reagon de handeling, om deze te becommentariëren met cabareteske teksten. Zo miste ze in Parable of the Sower van Octavia E. Butler een folksinger, daarom heeft ze zich die rol zelf maar toegeëigend. Ze vertelt hoe in Brooklyn de huizenprijzen de pan uitreizen: ‘The American Dream has taken a wrong turn, it’s just build, build, build! The government don’t care what they pay. In the interest of the economy they say it’s only fair to give them some slaves and make more billionaires. It’s all about race.’ Om die ontwikkelingen een tegenwicht te bieden moeten we ons verenigen. ‘Unite, unite, unite!’, schalt als een strijdkreet door de zaal.
Wanneer de jonge Lauren tot slot haar veilige haven bereikt heeft, klinkt een a cappella gezongen ballade over het zaad dat op goede grond valt en zich honderdvoudig vermenigvuldigt. Het is beklemmend hoe Butler al in 1993 de toenemende gentrificatie, verwoesting van de aarde en de aanzwellende vluchtelingenstromen heeft voorzien. Het happy end komt dan ook enigszins onverwacht, zoals ook de jubelkreet ‘God is Change!’ in seculiere oren nogal zijig klinkt.
De teksten die dochter en moeder Reagon hebben gekozen zijn weliswaar krachtig, maar tegelijkertijd wat pamflettistisch, ook al zou je willen dat Rutte c.s. er kennis van namen. De zangers/acteurs zijn van wisselende kwaliteit. Zij zingen niet allemaal even zuiver en bewegen zich wat houterig over het toneel; het geheel ademt de sfeer van een amateurvoorstelling. Deze was beter op zijn plek geweest in een minder formele setting.
Maar de band speelt uitstekend en Helga Davis, de priesteres ter rechterzijde van Reagon, steelt de show met haar sonore stem en ingeleefde gestiek. Shayna Small is een geweldige Lauren, die met haar wendbare en kleurrijke stem vleugels geeft aan haar rol. Breekbaar zingt zij een ontroerende klaagzang over het verlies van haar vader, om zich met een krachtige soulstem te positioneren als leider.
Toshi Reagon is weliswaar geen topzangeres, maar compenseert dit met haar innemende enthousiasme. Zij is een stuwende kracht die de lach aan haar kont heeft hangen. Met haar oprecht gemeende boodschap weet zij het publiek moeiteloos voor zich te winnen. – De door haar bepleite diversiteit en inclusiviteit was in ieder geval gewaarborgd getuige het opmerkelijk grote aantal jongeren en people of colour in het Muziekgebouw.
Foto: Whaleed Shah