In de trailervoorstelling Supertramp staat de zoektocht naar een verdwenen broer centraal. Het stuk wordt tot hoog niveau getild door het samenspel tussen drummer Yonga Sun en acteur Rabbi Jallo. (meer…)
‘Zeg. Me. Wat. Ik. Heb.’ Vijf woorden, een wanhopige hartenkreet. Maar Monica krijgt geen antwoord. Artsen poeieren haar categorisch af, ridiculiseren haar klachten. Haar zoon is onbereikbaar. Iedereen heeft altijd haast. Ondertussen voelt zij – letterlijk – de grond onder zich vandaan schuiven.
Het toneelbeeld van Vera Selhorst begint nog als enigszins uit het lood geslagen, maar herleidbare woonkamer. Maar simultaan met het toenemen van Monica’s klachten, verliest ze de grip op haar omgeving: meubels verdwijnen, vitrages vallen weg, haar toenemende hoofdpijn dreunt door in de live-percussiemuziek. Lichten flitsen aan en uit. Ondertussen sist Sanne den Hartogh haar als giftige personificatie van haar innerlijke stem toe: ‘You’re sick and old and weak. You have no value.’ En ook, heel vals: ‘Stop being a victim.’
Op dat moment zijn we pakweg een uur onderweg in Ocean Breeze, de hallucinante trip vol theatraal geweld waarmee NITE de komende maanden langs theaters toert.
Het begint subtieler: tijdens het aanprijzen van een nieuw product (‘Ocean Breeze, een 100% natuurlijke geurkaars’) op een VIP-bijeenkomst voor goldcard-members van een bedrijf voor luxeproducten, valt verkoopmedewerkster Monica zomaar flauw, zonder aanwijsbare reden. Zelf vindt ze het aanvankelijk ook vooral gedoe. Op aandringen van haar zoon bezoekt ze een arts. Gebruikelijke onderzoeken volgen: ‘Geen onderliggende aandoeningen gevonden’. Ze zal wel opgelucht zijn, veronderstelt haar omgeving.
Niet helemaal, en zeker niet als ze al snel opnieuw flauwvalt. Dus begint ze te googelen, er volgen meer onderzoeken, zelfdiagnoses, haar klachten nemen toe, en simultaan daaraan die voortdurende, allesoverheersende zelfkritiek: ‘Stop wining, there’s nothing wrong. You’re better than that.’
Ocean Breeze gaat over het verliezen van controle: Monica moet accepteren dat ze ziek is, óók als er geen behandelplan of oplossing in het verschiet ligt. Ondertussen legt de voorstelling fijntjes de hiaten bloot in de medische wereld, waar het uitblijven van een diagnose al te snel wordt verward met het idee dat klachten ‘tussen de oren’ zouden zitten: een narratief waar de maatschappij liefst gretig in meegaat.
Regisseur Mart van Berckel brengt een bloedstollend ritme aan in de voorstelling: hij versnelt en vertraagt, hij verdubbelt en versobert. Ocean Breeze laat de toeschouwer zo de onbetrouwbare en angst inboezemende ervaring van Monica’s ziekte doorvoelen. Toneelschrijver Lisanne van Aert wisselde banale, alledaagse situaties (van tenenkrommende consulten bij de huisarts tot goedbedoelde maar plichtmatige telefoontjes met haar zoon) af met meer associatieve, vervreemdende, uiteenspattende taalcomposities. Personages worden steeds vlakker, steeds uniformer, Monica’s isolement neemt verder toe.
Bien De Moor intrigeert en imponeert als Monica, die – heel menselijk – soms eigenwijs en koppig is, maar frustrerend veel vaker eenvoudigweg niet gehoord of serieus genomen wordt. Ze brengt haar verwarring met gul en kwetsbaar spel over het voetlicht. Zo toont ze het scala aan emoties waarmee Monica tijdens haar ziek zijn overspoeld wordt: van woede en irritatie naar angst en radeloosheid. Haar decorumverlies gaat uiteindelijk door merg en been.
Na deze zorgvuldige en ontluisterende opbouw, voelt de slotscène, waarin Monica vrede sluit met haar klachten en zelfs haar innerlijke antagonist weet te sussen, enigszins als een onbevredigende deus ex machina.
Maar dat neemt niet weg dat Ocean Breeze een indringend en op momenten ontluisterend inkijkje biedt in de indirecte symptomen die chronisch ziek zijn met zich kan meebrengen, en die door falende systemen niet alleen genegeerd worden, maar zelfs in de hand worden gewerkt: de toenemende angst, zelfkritiek en eenzaamheid.
Foto’s: Sanne Peper