Donker, intens en diep; een zwartfluwelen leegte; je ogen botsen tegen het duister. Je zoekt naar een sprankje licht, en dat komt, langzaam. Maar dan knetteren tl-lichten aan en uit, op verschillende plekken, nu voor dan achter. In dit flitsende licht beweegt een enkele danser, niet eens een seconde zichtbaar. De danser wordt een momentopname. (meer…)
Met zachte oversloffen lopen we over een glanzend zwarte dansvloer. Drie gaasdoeken verdelen het toneel in parten. Tegen de wanden hangen vier van die witte gaasdoeken. Daar zien we onze schaduwen op terug. En die van de drie dansers, die tijdens O S C A R – een coproductie met Dans Brabant, La Place de la Danse en Théâtre Garonne – in ons midden om beurten een solo dansen, als in een estafette. In deze nieuwe grotezaalvoorstelling (toneel op toneel) van choreograaf Arno Schuitemaker, die aan het slot van Julidans in première ging, geven ze hun trance aan elkaar door via de gedeelde ruimte, de aanzwellende soundscape en accentverschillen in hun motoriek.
Een aanhoudende en uitdijende golfslag in hun fysiek vormt de basis en die kruipt langzaam langs hun drie lichamen omhoog. Alsof die aan het slot via de vliegensvlugge arm- en handenmotoriek van de prachtige danser drie (Paolo Yao) pas kan ontsnappen, de lucht in.
Bij Ivan Ugrin (haarband in, wit gaasshirt boven lemon broek) zet de golfslag vooral zijn benen en heupen soepel en gestaag in beweging. Wanneer de lange pulse in de soundscape van Aart Strootman versterking krijgt van een plukkende basgitaar neemt Mark Christoph Klee (bruine broek, paars shirt) in ruimte twee het over; hij zoekt de deining op met grote rotaties van zijn bovenlichaam. Tot slot legt Yao (lichtblauwe broek, donkerblauwe hemdje) juist de nadruk op elegant zwaaiende armen, duidelijk geïnspireerd door bewegingen uit de vogue.
Maar ondanks onze nabijheid blijft het lastig mee te surfen op de langgerekte golfslag die ze met hun drieën proberen vast te houden. Eerlijk is eerlijk, niet iedere danser heeft de danskwaliteiten om die zuigende werking vast te houden. Je krijgt soms het gevoel een beetje aan je lot te worden overgelaten. Als dan een rookmachine wolkjes over de glimmende vloer blaast, gaat menig toeschouwer daarmee spelen. Alsof je op de wolken danst. Het krachtige lichtplan van Jean Kalman, met veel lage spots en daardoor grote schaduwen, helpt daar zeker bij. Vooral als in deel drie de lichtbalken warmgeel beginnen te gloeien, alsof de zon opkomt.
Bij voorstellingen van Schuitemaker weet je dat het om een zorgvuldig opgebouwde trance gaat en dat hij het clubgevoel naar het podium brengt, zoals eerder tijdens If You Could See Me Now (2017) en The Way You Sound Tonight (2018). Maar bij deze ‘solo voor 3’ zoals hij O S C A R noemt, blijft die bedwelming uit, ondanks de zorgvuldige aandacht die is besteed aan de fraaie enscenering. Daarvoor zitten de dansers een groot deel van de performance te veel in zichzelf opgesloten.
Foto: Sjoerd Derine