Twee enorme houten hoefijzers en een soort houten glijbaan vormen een speeltuin voor drie dansers die zoekend contact leggen met elkaar. Eerst neemt het aftastend toenaderen interessante vormen aan, waarbij bijvoorbeeld één van de dansers de mouwen van haar overall naar de ander werpt om zo om de hoek van de glijbaan te kunnen komen. (meer…)
In aanloop naar het nieuwe Spring Performing Arts Festival presenteerde choreograaf Hooman Sharifi in de Utrechtse Schouwburg de voorstelling Now the field is open. Sharifi is een oude bekende van het Springdance festival dat samen met het voormalig Festival a/d Werf is opgegaan in Spring en in mei van start gaat.
Hip hop en modern, in Now the field is open komen dansers met verschillende achtergronden samen met Perzische musici. De drie muzikanten Javid Afsari Rad, Habin Meftah Boushehri, Reza Samani zingen en bespelen hun instrumenten op een verhoogd platform in het midden van de zaal. De dansers, opgesteld aan weerszijden, betreden om de beurt het voortoneel in deze halve cirkel.
Ieder van de negen dansers toont een solo die een aantal minuten duurt. Dat doet denken aan de opzet van een klassieke battle, maar hier geen spectaculaire sprongen of spins. Er ontstaat een mooi evenwicht doordat ze niet tegen elkaar op bieden in het tonen van hun eigenheid. Energie en intentie verschillen, soms driftig dan weer losjes volgen de dansers hun weg, schoksgewijs of golvend trekt de muziek door de lichamen. Telkens komt er weer nieuw materiaal tevoorschijn, de grootste overeenkomst is de enorme bezieling die van de dans uitgaat. Een sterk begin, zeker ook omdat de ritmes en klanken die de musici aan hun verschillende instrumenten ontlokken, onweerstaanbaar zijn. De keuze voor de Perzische muziek in combinatie met hip hop en eigentijdse dans blijkt al gauw een gouden greep.
Na de introductie van de dansers komt in het volgende deel een aantal duo’s voorbij. Zonder elkaar aan te raken lijkt een paar elkaar af te tasten in zijn dans. Daar tegenover vermorzelt Hooman Sharifi een danser die op de grond ligt bijna, door zijn volle gewicht op hem te plaatsen. Hier beweegt men niet meer afzonderlijk, al blijft er afstand in veel gevallen. Toch vertoont de groep naarmate de voorstelling vordert steeds meer verwantschap. Niet door identieke bewegingen uit te voeren, de individualiteit blijft voorop staan.
Later komt de groep verspreid over het toneel in een sierlijke krul samen. Hand in hand gaan de dansers in een lange sliert het toneel rond totdat zij zich om elkaar heen wikkelen. Dicht staan ze tegen elkaar aan geplakt, totdat ze plotseling uiteenspatten als scherven van een granaat.
De vrijheid en overgave van dansers en musici in Now the field is open is bewonderenswaardig en blijft fascineren, toch ligt er een duidelijke structuur aan de choreografie ten grondslag. En Sharifi maakt helder zichtbaar hoe behoudt van identiteit binnen een gemeenschap kan werken. Now the field is open is alle opzichten zeer geslaagd.