Theatermaker Bart van de Woestijne ontving vorig jaar op Oerol de Joop Mulder Plak voor zijn voorstelling Voor we namen kregen. Dit jaar is een uitgewerkte versie van zijn interactieve installatie op het festival te zien. De theatrale denkexercitie In Order of Disappearance is een oefening in afzondering, een exploratie naar het wezenlijke verschil tussen aanwezigheid en afwezigheid. (meer…)
Zeg niet dat het Oerol-publiek niet braaf is. Hoewel tamelijk duidelijk op de schuurdeur aangegeven staat dat men vrij mag bewegen in de ruimte, ploft iedereen direct na binnenkomst neer op de geïmproviseerde bankjes. Die zullen er immers niet voor niets staan? Brutaalweg door de ruimte gaan wandelen? Nee, dat doen we niet.
De eerste intieme scènes van de ‘levende installatie’ Nous sommes gaan zo aan de meeste bezoekers voorbij. Eigen schuld dikke bult, denk ik, en acht mij bevoorrecht als Freija Wouters (of Laure Chartier – daar wil ik van afwezen) vlak voor mijn ogen liefdevol twee poppetjes van klei uitpakt en me glimlachend aankijkt. Dat van het vrouwtjespoppetje de voetjes zijn afgebroken schijnt haar niet te deren. Uit een kluwen van stof en takjes bevrijdt ze daarna een groot uitgevallen ei. Weer die aandacht, weer die zachte glimlach.
Dat ik niet weet of het Freija of Laure is die deze tedere intimiteit met me deelt, is de schuld van de vrouwen – die daar bewust voor gekozen hebben. In hun artistieke samenwerking onder de naam Same Same But Different spelen ze een spel met identiteiten. Ze zijn een tweeling. Identiek gekleed, het haar in hetzelfde model.
In de installatie stellen de twee vrouwen voorwerpen ten toon waarvan ze zeggen ‘de ziel’ te willen vieren. Het zijn objecten die ze hun schatten noemen, hun herinneringen. Voorwerpen die een afdruk achtergelaten hebben in hun levens. Memento vitae is er in een grote lap geborduurd.
Dat klinkt erg privé, een gevaar dat aan veel performancekunst kleeft, maar in het geval van Same Same But Different overheerst niet het particuliere maar het magische. De handelingen die ze uitvoeren lijken op rituelen, voor de toeschouwer weliswaar onbekende maar daarom niet minder intrigerend. Dat komt vooral ook door de liefdevolle aandacht waarmee alles wordt uitgevoerd én de zorgvuldigheid die alles uitstraalt. Het gebroken wit van het linnen, de aardse bruinen van het pakpapier, de zwart-witte schetsen op de wanden. De dromerige klanken die door de ruimte zweven maken dat je nog veel langer in deze omgeving zou willen vertoeven.
Maar met zachte hand wordt het publiek alsnog naar de bankjes geloodst. In de performance Demain die dan volgt blijft het poëtische domineren. Vraag me niet wat ze bedoelen met ‘de ziel die de materie verlaat’ waarna ‘we alleen zijn met ons lichaam’, maar wonderschoon is het. De traagheid van de bewegingen sluit perfect aan bij de suggestie van een langzaam verstrijkende tijd.
Zoals een goed gedicht na eerste lezing zijn betekenis vaak nog niet prijs geeft, zo tast ik nog danig in het duister over hetgeen Nous sommes en Demain mij willen vertellen. Maar dat is eerder een reden om nog een keer te gaan kijken dan om deze performance terzijde te schuiven. Heel mooi.
Foto: Elise Blanchard