In [Em]brace van choreograaf Sanne Clifford delen drie vrouwen de dansvloer. De nadruk van de performance ligt op de overgave aan een val. Ook het opstaan, elkaar de hand toereiken, of jezelf toch behoeden voor de naderende impact, spelen een belangrijke rol. (meer…)
Muziek en dans, ze horen onverbrekelijk bij elkaar. Ik wil in deze recensie graag beginnen met de muziek van componist Amir Swaab van twee voorstellingen: de korte 3 Is A Crowd en de grote uitvoering Note To Self. Voor beide voorstellingen geldt dat composities van Swaab zonder meer indrukwekkend zijn, en perfecte muziek voor dans. Hier is muziek geen aanleiding tot dans, of de basis vanwaaruit de bewegingen ontstaan, nee, de muziek ís de dans. In Not To Self treden vier personages op, in de andere uitvoering drie (die samen een menigte vormen, een crowd), in beide gevallen had ik het idee dat de muziek is als een danser, weliswaar onzichtbaar, maar schitterend aanwezig.
In CC Amstel toont dansgezelschap Sanne Clifford & Co de beide voorstellingen. 3 Is A Crowd ging al op 5 maart 2017 in première tijdens het Café Theater Festival in Utrecht, en werd terecht lovend besproken op Theaterkrant.nl. Ook ditmaal is de foyer plaats van handeling: de danseressen mengen zich tussen het publiek, raken ons aan en wat ze vooral doen is in een drukbezochte plek ruimte scheppen door blikken in de verte naar elkaar te werpen, de armen te spreiden en zich moeiteloos tussen de bezoekers, de tafels en de stoelen te bewegen. Deze foyer, die ook de entree vormt tot een dependance van de OBA, leent zich daar prachtig voor, met fraaie indeling van vlakken, volumes en hoogte.
Voordat de toeschouwers voor Note To Self de zaal ingaan, mogen ze een memo-sticker meenemen in een van die hardroze, felgele, helblauwe of knalgroene kleuren. Op de mijne (een blauwe) staat Take a Seat. Opnieuw klinkt de bedwelmende, hypnotiserende muziek van Swaab: nu eens als minimal music, dan meeslepend in zijn repetitieve melodieën, alles zo te horen elektronisch gecomponeerd en uitgevoerd. Dit is een poëtische choreografie van drie danseressen en een danser die in het zwart zijn gekleed, omsloten door de witte kubus van het toneel. De honderden stickers liggen als veelkleurige rozenblaadjes verspreid over de vloer. De dansers beplakken zich ermee, als om aan te geven dat ze opgejaagd worden door hun eigen to do-lijstjes. Tegen de achterwand heeft ontwerper Nanda Groen een zwarte banier gehangen, ook volgeplakt met stickers.
In de dans zelf is de spanning tussen vrijheid en betrokkenheid op elkaar het thema. De dansers sluiten dicht bij elkaar aan, wervelen dan weer uiteen. De danseressen (Fabiana Carchesio, Sandra Kramerova en Mayke van Veldhuizen) tooien zich over hun strakke tunieken met ritselende jurken; danser Fernando Oliveira draagt een wijde broek als een derwisj en maakt overeenkomstige bewegingen: snelle draaiingen, veelvuldige tollende bewegingen over de grond en daarna moeiteloos opstaan en doordansen. De ritmiek van de bewegingspatronen is perfect: nu eens komt het viertal dicht bijeen, daarna zwerven ze uit naar de hoeken van het toneel; soms opgestuwd als in de moderne tijd, dan weer geheel abstract en tijdloos. Het is zoeken en elkaar aanraken, meegaan in elkaars bewegingen en dan weer loslaten. Ondertussen klinkt het pulserende ritme van de muziek, krachtig, als een hartenklop. Deze dans in volmaakte eenheid met de muziek heeft iets magisch.
Foto: Sjoerd Derine