Er bestaan van die jeugdboeken die nooit gaan vervelen, hoe vaak je ze ook voorleest. Die altijd fris, grappig of verrassend blijven. Het zijn er niet veel, maar ze bestaan. Nu mijn derde kind van tweeënhalf ook fan is, durf ik te stellen dat Heb je mijn zusje gezien?, getekend en geschreven door Joke van Leeuwen, zo’n boek is. (meer…)
Leven, dát wil ze en terecht, maar precies dat is haar ontnomen. Allereerst natuurlijk door de man die haar neerschoot, maar ook door wegkijkende, falende of laconieke instanties. Niet gezien, niet gehoord gaat over een meisje dat bedreigd werd, aan de bel trok en vervolgens niet werd gehoord. Op zestienjarige leeftijd werd ze door haar ex-vriend doodgeschoten in het fietsenhok van haar school in Rotterdam.
Theatermaker en actrice Dilan Yurdakul baseerde haar nieuwe solovoorstelling op het waargebeurde drama dat de zestienjarige Rotterdamse scholiere Hümeyra trof op 18 december 2018, en op de aanloop naar die tragische dag. In een achronologische montage reconstrueert Yurdakul de gebeurtenissen, en begint daarbij ná de dood: op het voortoneel, half in het licht, vertelt het personage (ze blijft naamloos in deze voorstelling) hoe ze categorisch niet gehoord en gezien werd. Als een mantra klinkt het, dat ze hiervoor al duizenden keren herhaalde, al die keren tevergeefs. En dan dat schot. ‘Het is gebeurd.’
Net als in haar autobiografische theatersolo Door de schaduw heen uit 2019, toont Yurdakul zich een technisch zeer sterke speler, die snel kan schakelen en het publiek met open spel bij de scène betrekt. We zien een springerig pubermeisje, dat opkijkt tegen haar grote zus en overvallen wordt door een voor haar onbekend maar spannend gevoel: ontluikende kalverliefde. We zien haar in haar tienerkamer (decor: Sanne Danz), gretig ingaan op de avances van een oudere (later blijkt: veel ouder nog dan hij haar vertelde) jongen. Appjes, een foto, Facetimen – het begint onschuldig, zoals het hoort als je tiener bent.
Al snel slaat het om: zijn contact wordt dwingend en agressief. Samen met haar familie schakelt ze de instanties in, die consequent falen of niet thuis geven. Ondertussen horen we voortdurend een telefoon trillen (hij belde haar soms wel veertig keer per dag). Af en toe schiet Yurdakul weer in het perspectief van het begin, in de uren en dagen na de moord, wanneer ze wacht op het vliegveld naar Turkije, om bijgezet te worden in het familiegraf.
Niet gezien, niet gehoord (eindregie: Moniek Merkx) is een sobere, aangrijpende solo, maar blijft wel erg letterlijk: zowel in de uitgespeelde scènes als in de vragen en gedachten die ze het personage in de reflectieve momenten laat formuleren. De gebeurtenissen worden bovendien in de epiloog nog eens ten overvloede opgesomd. Die zijn zonder meer schokkend en aangrijpend, maar Yurdakul laat kansen liggen om zelf als maker op de thematiek te reflecteren.
Terwijl ze daar wel interessante gedachten over heeft. ‘Was dit ook gebeurd als Hümeyra uit het Gooi kwam?’ vroeg ze zich bijvoorbeeld af in een voorpublicatie in de Volkskrant. Een wezenlijke vraag, die bovendien aan deze specifieke gebeurtenissen ontstijgt – maar dáár gaat Yurdakul in deze voorstelling niet op in. Dat is jammer: Yurdakul focust zich vooral op de anekdote, de feitelijkheden. Mede omdat de voorstelling slechts een krappe drie kwartier duurt, blijf je achter met het gevoel dat er nog een slag gemaakt had kunnen worden.
Foto: Jean van Lingen