Iedereen is wel een beetje rebel en een beetje dichter, en dat is precies wat de wereld nodig heeft, vinden Jérôme Meyer en Isabelle Chaffaud. Met Soul#3 Co-creation vieren ze de kwetsbaarheid van het creatieve proces en hun vijftienjarige samenwerking. Ze laten het publiek een beetje meedoen, maar de explosieve, eruptieve duetten en trio’s van de dansers vormen het sterkste deel van de voorstelling. (meer…)
De virtuoze dans van Braziliaanse choreograaf Bruno Beltrão en zijn gezelschap Grupo de Rua imponeert, al is het alleen al door de uitzonderlijke skills van zijn dansers. In New Creation is dat niet anders: licht, muziek en dans versmelten in een bescheiden statement over ‘samen leven’.
Korte bewegingsfrases worden bruut onderbroken door een black-out, fragmentarisch vangt New Creation aan. Op de achtergrond het geroezemoes van een leefomgeving en vogelgeluiden. Het is alsof choreograaf Beltrão zijn publiek alvast wil voorbereiden op de open structuur van zijn nieuwe stuk, dat een opeenvolging is van zorgvuldig aan elkaar geregen duetten, trio’s en en groepschoreografieën. Volgen ze elkaar aanvankelijk nog één voor één op, gaandeweg worden ze vervlochten zodat parallelle werelden ontstaan in de ruimte.
Steeds komen dansers op vanuit de coulissen. Rennend door de ruimte ontmoeten ze elkaar in frasen die de verschillende skills van dansers met elkaar laten vervloeien, de ene keer met meer wrijving dan de andere keer. Met de weelderige bos haar voor zijn gezicht cultiveert één van de dansers zijn anonimiteit. Religieuze verwijzingen zijn er in een duet tussen twee dansers in lange jurken, die bezwerend met hun handen gebaren. De gevechtsbewegingen van de enige vrouwelijke danseres in rood (op deze avond in elk geval) hebben een heel andere, meer agressieve dynamiek. Met de snelheid van een drieteenzandlopertje schuifelen dansers op hun hurken rond. Even later waart een groep dansers traag en op onnatuurlijk wijze achterover leunend door ruimte. Steeds transformeert de sfeer.
De groep blijft groeien, sommige dansers verschijnen pas laat vanuit de coulissen. Onder die dansers is oudgedienden als Eduardo Hermanson, die met zijn geometrische arm- en handgebaren een belangrijke drive is in het eerste deel van New Creation. Middenin het werk staan de breakers centraal, rollend over de vloer komen ze acrobatisch tot handstanden. Het is werkelijk adembenemend en laat goed zien hoe Grupa de Rua zijn techniek meer en meer verfijnt. Daaronder ook die kenmerkende stijl, waarin dansers vanuit achterwaartse cirkelende loopjes vallen en met de dynamiek van de zwaartekracht tot acrobatische hoogstandjes komen. Toch doet het andere dansers tekort, alleen dit sensationele deel te beschrijven. Elke danser brengt zijn unieke techniek mee en dat is precies de kracht van Grupo de Rua.
Ook de muziek neemt een andere wending tijdens het acrobatische vloerwerk; elektronische sounds maken plaats voor een jazzy drumsolo. Een grote rol is weggelegd voor het eclectische lichtplan (Renato Machado), dat steeds wisselt en daarmee veel van de sfeer bepaalt. Wat een ratjetoe, zou je kunnen denken, zeker als ook de allerhipste middelen uit de kast worden gehaald. Maar het is wel functioneel als het gaat om het maken van een boog in dit werk. Hoe dynamisch de dans ook is en hoe zorgvuldig opgebouwd de soundscape (Lucas Marcier / ARPX), New Creation kabbelt soms ook. De vele lichtwisselingen stimuleren de ruimtelijk beleving en creëren een derde macht.
Lichamen bouncen tegen dat van de ander, maar anders dan in het Inoah (2018) krijgt de agressie geen consequentie in dit nieuwe werk. Het is eerder een machteloos gebaar. Samen met de wat bezwerende taal van de ‘monniken’ onder de dansers duiden die uitingen eerder op een begrip als onrust. New Creation is niet zo uitgesproken. Er broeit iets in een gemeenschap die probeert samen te leven, maar waar het heen gaat blijft nog ongewis. Snerpende vioolklanken kondigen ten slotte dan toch onverwachts het einde aan; hoe het verder gaat zullen we dan wel beleven in Beltrão’s volgende werk. Want dansen is leven, zeg maar gerust overleven. In die overleving groeit de eigen taal van dit gezelschap als een pamflet; trost, krachtig, overweldigend en boordevol poëzie.
Foto: Wonge Bergmann