Voor hun onderzoekspresentatie Urland doet alsof liet het gelijknamige collectief zich onder andere inspireren door het invloedrijke werk Théâtre de la cruauté van theatervernieuwer Antonin Artaud. Maar vooral staat de vraag voorop: hoe verhouden het theater en ‘de realiteit’ zich tot elkaar? (meer…)
Vijf jaar hebben we hem niet in het theater gezien. Een tijdlang leek Adem in, Adem uit zelfs wel het laatste cabaretprogramma van Jochem Myjer, omdat de tour hem zo uitputte. Gelukkig kon hij de zaal vol lachende mensen niet missen. In zijn nieuwe programma Net Alsof praat hij zijn publiek bij over grote levensgebeurtenissen in zijn leven. Terwijl hij zichzelf troost, troost hij ook de zaal. Met veel humor, uiteraard.
Bij binnenkomst schalt Bachs concert voor twee violen in d klein door de zaal en hangt een groot klassiek schilderij voor het toneel. Een idyllisch tafereel: een grote boom in een weiland, waar een koe in graast. De echte auteur is overgeplakt door een post-it met de nieuwe titel ‘Net alsof’ van Jochem Myjer. Het lijkt een stilzwijgende uitnodiging om een foto of filmpje te maken, waarmee je kunt doen alsof je een dagje in het museum bent geweest. Zo: de titel is alvast leuk verwerkt door decorontwerper Niek Kortekaas, die het schilderij eenvoudig tot leven brengt op het podium.
Op doktersvoorschrift speelt hij geen drie, maar twee keer per week en neemt hij ook op het podium af en toe een pauze. ‘Ik ben een soort Tesla’, licht hij toe, ‘ik kan nog net zo hard, maar ik moet tussendoor weer opladen’. Daar zou je als publiek waarschijnlijk niet eens zoveel van gemerkt hebben, ware het niet dat er zo nu en dan een belletje gaat dat hem – en vooral ons – laat weten dat hij moet gaan zitten. Myjer zorgt heus goed voor zichzelf, lijkt de geruststellende boodschap.
Liedjes zijn kort en bondig – hooguit twee coupletten, kleine refreintjes, precies genoeg om het gewenste effect te bereiken, even afwisselend als altijd. Hij voorziet ons van nieuwe meezingers voor elk moment, zoals ‘karma’ (als het iemands eigen dikke schuld is) of ‘dat wordt een dingetje’ (als mannen weer eens iets ongevoeligs zeggen tegen hun vrouw, die dat – voorlopig – incasseert). Hij rapt, danst, springt of zingt mooie liedjes van liefde of verdriet en springt dan weer vlug naar het volgende onderwerp.
De afgelopen jaren waren niet makkelijk: zijn ouders overleefden ternauwernood een ernstig auto-ongeluk en zijn vrouw en hij gingen uit elkaar. Hoewel de thema’s niet direct komisch lijken, krijgt Myjer het voor elkaar om, zoals hij dat zelf zegt, ‘met humor het angeltje eruit te halen’. Alleen zijn laatste zin (iets als: ‘er is geen mooier uitzicht dan een zaal vol lachende mensen, en dat heb ik soms echt even nodig’) krijgt ruimte om te landen, terwijl je de zaal verlaat.
We wisten allang dat de geboren entertainer met zijn aanstekelijke lach, grote armgebaren, gekke geluidjes, rake accentjes en onverwachte imitaties zelfs de flauwste grappen goed genoeg kon maken om jezelf schor te lachen. In Net alsof ontdekken we onvermoede nieuwe talenten; wie had gedacht dat deze druktemaker een stille act zou durven opvoeren, die de hele zaal gebiologeerd laat toekijken naar het herkenbare gehannes met heet water en een theezakje?
Foto’s: Bob Bronshoff