De festivals kloppen aan, hun harten nog niet allemaal opgebouwd, hun programma’s al wel bekend. In Utrecht gaat vrijdag Tweetakt van start. Het kunstenfestival ‘voor iedereen’ presenteert weer een breed en uitgebreid aanbod van zowel theater, dans, muziek als beeldende kunst. Moeilijk kiezen? Acht tips van onze recensenten. (meer…)
‘Dit was leuk én grappig’, zegt Lou van vier jaar na de voorstelling. Met leuk bedoelt ze, denk ik, dat het fijn verrassend spannend was om naar te kijken, en met grappig dat ze hard heeft moeten lachen. Ze zat inderdaad vaak op het puntje van haar stoel, om dan recht te veren, te schateren, met haar hand op haar mond zich naar achteren op haar stoel te laten vallen, even te blijven liggen, om dan weer langzaam naar voren te schuiven en intens te kijken naar wat er op het podium gebeurt. Op het ritme van de voorstelling.
Ik maak zelden voorstellingen voor 4+ mee in een zaal waar honderden mensen kunnen zitten. Meestal zijn het toch wat compactere, intiemere voorstellingen. En als het voor een grote zaal is dan zijn het spektakels met veel toeters en bellen, met veel gekleurde en flitsende lichtjes.
Nesten is geen glimmend spektakel, maar een voorstelling met simpele kartonnen dozen en met een grote deken van krantenpapier, heel sober en met drie spelers die met die spullen aan de slag gaan. Geen grote gebaren, maar een ingetogen zoektocht naar wat je met dozen kunt doen. Het krijgt daardoor toch een intimistisch karakter.
Anna Bentivegna en Zoë Demoustier hebben als jongeren meegedanst in verschillende producties van fABULEUS, het Leuvens theaterhuis voor jongeren. Daarna volgden ze de Mime Opleiding van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en samen met Ayrton Fraenk maakten ze daar in 2017 hun afstudeerproject Nesten, een productie voor kinderen vanaf vier jaar.
Nu brengen ze die productie weer op het toneel onder de vleugels van het huis waar het allemaal begon, fABULEUS. Het theaterhuis zorgde ook voor een geslaagde dramaturgische begeleiding (Peter Anthonissen). De eindregie is in handen van Jef Van gestel, van Tuning People en talrijke maffe en gesmaakte kleuter- en kinderproducties, onder andere bij fABULEUS.
De drie spelers vonden dat er op de Mime Opleiding veel te weinig aandacht ging naar het werken voor kinderen. ‘We hebben nooit lessen of workshops gekregen over het presenteren voor kinderen, ook al komen veel afgestudeerden terecht in kinder- en jongerenproducties.’ Daarom besloten ze in hun eindjaar er zelf iets aan te doen en dit project op te zetten. Alle drie waren ze al met spelen en theater voor en met kinderen bezig, Ayrton liep bijvoorbeeld stage in een productie bij Maas Theater en Dans.
Vanuit de lege ruimte bouwden ze hun productie op. Met hun lichamen, en met materiaal dat ze van de straat hadden gehaald: karton en papier. Dat zoekproces naar bindingen tussen die lichamen en die materialen in een ruimte is de lijn gebleven in hun eindproductie.
Vanachter witte wanden komen ze schuchter en zoekend op. Je hoort geknaag, net alsof er een ratje of konijn aan het eten is, je ziet een blauwe bol schuiven, een been en een hand komen te voorschijn. Het is een meisje dat de ruimte verkent, een stapel kartonnen dozen ontdekt, in een grote doos kruipt en er een tijdje in blijft zitten.
De anderen verschijnen, eentje met een doos over het hoofd, ook zij dralen in de ruimte, ook zij zoeken. Een doos sneuvelt, wordt geplakt, gaat weer kapot. Een andere doos wordt een huisje met schoorsteen waar zelfs rook uit komt. Dozen vormen een bed, een deken, een fauteuil. Er gebeuren verrassende dingen. Een voorbeeldje: als een meisje een grote doos vanonder een stapel trekt, valt die toren niet om, maar blijft gewoon in de lucht hangen.
Michiel De Malsche zorgde met zijn soundscape voor een zachte spanning, met knagend gekraak, schel klinkende piepjes en af en toe een beatdeun die tussen de wanden golft. Nesten kent een warm ritme, een zacht speelse sfeer.
Onder het spel met dozen en lichamen zit een vertederend laagje van mensen die op zoek zijn naar beschutting, naar beschermend contact met de anderen, naar een veilig plekje. Dat kan in een doos zijn, maar ook bij de anderen, zelfs samen in één doos en zeker onder het grote krantenpapieren deken waaronder ze op het einde schuilen als het hoorbaar suggestief regent. Zo lief, en ook zo leuk en grappig. Ook voor oudere kinderen en grote mensen.
Foto: Clara Hermans