Het oeuvre van liedtekstdichter en cabaretier Jan Beuving (Numansdorp, 1982) is met drie soloprogramma’s en drie duovoorstellingen relatief beperkt. Maar Ivo de Wijs, een grootheid binnen de beroepsgroep van liedtekstdichters, plaatst het werk van Beuving in de buitencategorie. (meer…)
In zijn vorige programma’s liet Nabil zien dat hij een vaardige imitator is van bekende of onbekende lieden. Ook in Nee, precies daarom krijgen we daar weer een paar prima staaltjes van te zien. Maar we hadden wel de hoop dat hij met elk programma wat verder zou komen op het cabaretpad, en iets dieper zou gaan graven. Dat is helaas niet het geval.
Umberto Tan heeft een Midden-Oostendeskundige uitgenodigd in zijn talkshow, die zijn licht laat schijnen over de Palestijns-Israëlische ellende. Als hij zijn punt heeft gemaakt, vraagt Tan aan Gerard Joling, de andere gast aan tafel, wat hij ervan vindt. Hey Tan, ben je nou helemaal gek geworden, gaan we Gerard Joling opvoeren als een belangrijk orakel om de Midden-Oostenkwestie te ontrafelen?
Het is natuurlijk al wel eerder geridiculiseerd, het krankzinnige fenomeen dat een zanger of voetballer of marktkoopman opeens in de rol van politiek commentator wordt geduwd door een luie journalist, die zo nodig de stem van het volk moet laten horen. Maar bij Nabil lijkt dat het begin van een interessant cabaretprogramma over loze kreten en meningen waar we absoluut niet in geïnteresseerd zijn.
Hij haalt de jazz erbij om aan te geven dat jazzmuzikanten de aantrekkelijke kunst van het uitstellen verstaan, en zo veel onzin weten te voorkomen. Maar na dit hoopvolle opstapje en een paar niet al te sterke voorbeelden glijdt Nabil af naar de meest ongevaarlijke vorm van cabaret: veilige grapjes over niet aanstootgevende onderwerpen.
De van oorsprong Brabantse cabaretier (woont al meer dan twintig jaar in de hoofdstad) kan perfect de meest uiteenlopende dialecten nadoen, en als hij in de stem van Gordon, Tracy Chapman of Syb van der Ploeg (In nije dei) kruipt, dan is dat zeker een applausje waard. Maar als hij zijn muzikale Jordaangevoel heeft geëtaleerd en dan iemand uit de zaal haalt om samen de Jordanese uithalen te oefenen, dan zijn we op het niveau van pure gemakzucht beland.
En dan hebben we het eindeloze geëmmer over alle datingprogramma’s op tv nog niet gehad. Misschien goed voor een halve minuut, zeker als je al die treurige programma’s niet kent, maar ze worden allemaal afgewerkt met naam en toenaam en (on)hebbelijkheden van alle kandidaten.
Hier en daar zitten er echt nog wel wat aardige grappen in Nee, precies daarom. Zoals de link die wordt gelegd tussen Alexander Graham Bell (die als uitvinder van de telefoon wordt beschouwd) en het werkwoord bellen. Tsja, als die uitvinder nou eens Alexander Graham Neuk had geheten? Een wegwerpgrapje zou je zoiets kunnen noemen. Maar nee, Nabil gaat daar minutenlang op door. Zo vermoeiend. En dan ook nog voorgelezen van een blaadje. Zo melkt hij ook veel andere op zich grappige suggesties of observaties uit, zoals het heimelijk toedienen van vrouwelijke hormonen aan Poetin of het bescheiden budget van Nigeriaanse soaps. Te lang, te lang en dan dus te saai. Het is te hopen dat Nabil in de toekomst uit een ander vaatje gaat tappen.
Foto: Sicerow en Arie Koomen